worden gesproken over de vraag op welke wijze een einde kan worden gemaakt aan het draven dwars door de bossen heen. Desnoods moet worden besloten om de ruiters rug nummers te laten dragen, zodat van verre kan worden ge zien wie het zijn. Onze bossen, waarvan veel gebruik wordt gemaakt, zien er keurig uit, maar het moet niet kunnen ge beuren dat deze bossen door ruiters worden vernield. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik ben het helemaal met de heer Hoekstra eens. Over deze materie hebben ge sprekken plaats gevonden met de politie. Er wordt aardig bekeurd, maar men heeft altijd het gevoel dat dat toch niet helpt. De suggestie van de heer Hoekstra om de ruiters rugnum mers te laten dragen wanneer de situatie te gek wordt, spreekt mij aan. Af en toe huppelt een stelletje ruiters over de zandverstuiving en dan kan de heer Van Galen nog zo actief zijn (dat is hij), maar hij achterhaalt ze nooit. Al een paar keer zijn er bij de controle meer mannen inge zet, maar op zo'n dag gebeurt er dan toevallig weer wat minder. Er is sprake van een heel nare zaak. Daarover is al dikwijls gecorrespondeerd met de maneges. Ik weet ook dat de heer Van Galen over deze materie gesprekken heeft met de verantwoordelijke mensen van de maneges, maar tot nog toe is er geen bevredigend resultaat geboekt. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! In verband met volgnummer 8.10.12 (bladzijde 108) vraag ik de specia le aandacht van het college voor de mobiele kleuterschool in Soesterberg. Waarschijnlijk zal die school nog tien jaar blijven staan, maar de verwarming van de school is niet al te best. Kan daaraan wat aandacht worden geschonken? De VOORZITTER: Dat wordt aangetekend. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Op de bladzij den 130 en 132 onder letter F staat het onderhoud van ter reinen. Tijdens de algemene beschouwingen is ons gebleken, dat wethouder Plomp ontvankelijk is voor initiatieven van verenigingen terzake het onderhoud. Thans wil ik zo'n voor beeld van zelfwerkzaamheid noemen waarmede ik enigerma te bekend ben. Op bladzijde 132 wordt onder volgnummer 9 het korfbalveld aan de Amersfoortsestraat in Soesterberg genoemd. Met het verleggen van de verantwoordelijkheid naar de bestuurders hebben wij bedoeld te zeggen, dat het bestuur van een sportvereniging opdracht geeft aan het be drijf dat de onderhoudswerkzaamheden nu ook uitvoert. Nu heb ik met betrekking tot dat korfbalveld een bereke- ningetje gemaakt. Het onderhoud zou f. 10.128,05 kosten, maar wanneer de vereniging het onderhoud zelf zou opdra gen, bedragen de kosten f. 5.500,-. Dat betekent twee din gen: a) er wordt een enorm bedrag bespaard en b) ten opzichte van de betrokken vereniging is het een be langrijke zaak dat deze zelf weet wat het onderhoud kost. Het uit te geven bedrag wordt dan weer bij de gemeente ge declareerd en de vereniging betaalt gewoon de normale huur. Er verandert voor de vereniging op zich zelf totaal niets. De gemeente bespaart alleen geld. Het lijkt mij een al leszins zinnige zaak om deze mogelijkheid met de sport stichting te overwegen. Ik kan niet beoordelen of het in iedere situatie mogelijk is het op deze manier te doen geschieden. Voor het onderhoud van het gebouw van de korfbalvereniging is een bedrag van f. 1.136,85 uitgetrokken. Tot nu toe heeft de vereniging het gebouw, dat misschien net f. 1.136,85 waard is, altijd zelf on derhouden. Het is dan ook onzin om een dergelijke post op de begroting te zetten. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzitter! Onder volgnummer 8 zie ik op bladzijde 132 het halfverhar- de veld van S.O. staan, maar het halfverharde veld van S.E.C. zie ik nergens staan. Dat veld verkeert nog steeds in een bijzonder slechte staat. Het is ondoordringbaar voor water en het kan in deze tijd niet worden gebruikt. Te vaak verkeert dit veld in dezelfde positie. Komt er op korte ter mijn verandering in die situatie? Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik verzoek de heer Verheus zijn berekening op papier te zetten, want dan kunnen wij de cijfers vergelijken en dan kunnen wij zien of inderdaad alle elementen zijn ingebracht die ook bij de begroting een rol hebben gespeeld. De heer VERHEUS: Ik heb de bedragen uit de begroting gehaald. Voor levering door derden wordt een bedrag van f. 4.950,- vermeld en op dat bedrag komen alle omslagen voor de ambtenaren A en B. Dat is het probleem. Wethouder PLOMP: Het gaat hier niet alleen om de werken die door derden worden uitgevoerd. De heer VERHEUS: Ja. Wethouder PLOMP: Ik dacht het niet. De heer VERHEUS: Ik zal een en ander op- papier zetten. Wethouder DE HAAN: De heer Verheus moet maar naar één kolom kijken, wanneer hij naar een bezuiniging zoekt, nl. naar de kolom „omslag leveringen door derden"; dat is het enige bedrag dat er kan worden uitgehaald. Die omslag bedraagt 10%. De andere bedragen hebben betrekking op werkzaamheden die niet aan derden worden uitgegeven, maar die werkzaamheden moeten wel gebeuren. De zaak moet natuurlijk niet krom worden getrokken. Het is dan ook onjuist om een bedrag van f. 10.000,- tegenover een bedrag van f. 5.500,— te zetten. De posten salarissen A en B en de omslag salarissen hebben betrekking op andere werkzaamheden, want de werkzaamheden worden niet al lemaal uitbesteed aan derden. Alleen het gras maaien wordt uitbesteed en er is meer te doen. De heer VERHEUS: Ik ga er nu niet over discussiëren; ik zal de cijfers wel eens op papier zetten. Wethouder DE HAAN: Ik wil alleen maar zeggen, dat de heer Verheus voorzichtig moet zijn met de door hem ge noemde vergelijking, want die klopt niet. Er zit echter ook een positief element in zijn verhaal, want wellicht is het mogelijk tot bepaalde besparingen te komen. Daarmede is in het afgelopen jaar al een begin gemaakt, want tijdens de vorige begrotingsbehandeling zijn in die richting door mij reeds toezeggingen gedaan. Nagegaan zou worden welke dingen wezenlijk door de verenigingen zouden kunnen worden overgenomen. Er zijn gegevens verzameld, maar het is er nog niet van gekomen om deze zaak club voor club te gaan behandelen. Ik stel voor deze discussie te verleggen naar de begroting van de sportstichting, want bij die begroting wil ik in het algemeen iets over deze materie zeggen. De kwestie van het halfverharde veld van S.E.C. is nog in behandeling met de firma die het veld heeft aangelegd, om dat er klachten zijn over de wijze waarop de aanleg is ge schied. Er heeft overleg plaats gevonden met de grondtech- nische dienst van de N.S.F., maar dat overleg is kennelijk nog niet helemaal afgerond. Het gaat om de schuldvraag; wat kan er nog gebeuren en wie moet wat gaan doen? De kwaliteit van het veld is inderdaad niet zo best. Het onder houd van het halfverharde veld van S.E.C. zit in het com plex opgenomen, terwijl dat onderhoud voor het halfver harde veld van S.O. apart staat vermeld. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzitter! Vo rig jaar hebben wij met betrekking tot dat halfverharde veld van S.E.C. ongeveer hetzelfde antwoord gehad. Er zou toen op korte termijn een verbetering komen, maar die verbete-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 248