gelijkelijk aandacht krijgen. Wij vertrouwen erop dat ook
in deze gemeente de bestaande voorraad woningen bijzon
dere aandacht zal krijgen. In dit verband willen wij graag
weten of de onder de volgnummers 5.28 en 5.30 genoemde
bedragen van f. 150.000,- en f. 50.000,- (bestemd voor
woningverbetering, krotopruiming, doorstroming en voor
verbetering van woonbuurten) ook werkelijk zullen worden
besteed.
Kunnen in Soesterberg woonachtige woningzoekenden die
in Soest een woning willen, zich op de hulpsecretarie in
Soesterberg laten inschrijven?
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Op planolo
gisch terrein moet in onze gemeente erg veel werk worden
verzet. Aan nieuwe plannen wordt gewerkt. Wij hebben
vastgesteld dat verschillende uitbreidingsplannen (in de oude
zin van de Woningwet) nog niet zijn aangepast aan het be
paalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, hetgeen mijns
inziens in 1974 niet meer zo erg aanvaardbaar is. Met het
oog hierop begrijpt onze fractie de opmerking in de nota
van aanbieding niet zo goed, dat de uitbreiding van de capa
citeit aan voor de planologie beschikbare medewerkers
geen aanbeveling verdient.. Waarom niet? Er kan toch niet
een grote en voortdurende achterstand blijven, waardoor
hele bestemmingsplannen op de voet van artikel 19 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening moeten tot stand komen?
Natuurlijk is het, zoals het college stelt, noodzakelijk dat de
Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt gewijzigd, waardoor
de bestemmingsplanprocedures worden bekort. Dat is ech
ter een zaak die wij niet in de hand hebben. Ik heb echter
nogal bedenkingen tegen het gebruik van de artikel 19-pro
cedure. Naar aanleiding daarvan heb ik het college in het af-
delingsonderzoek een vraag voorgelegd, omdat ik vond dat
burgemeester en wethouders in de nota van aanbieding iets
te gemakkelijk over de toepassing van artikel 19 spreken.
Na lezing van het door het college gegeven antwoord moet
ik opnieuw constateren, dat wij - hoewel er niet zulke funda
mentele verschillen tussen ons zijn - wat de waardering van
de artikel 19-procedure betreft nogal verschillen. Ik meen
dat toepassing van de artikel 19-procedure eigenlijk een uit
zondering moet zijn. Natuurlijk staat dit artikel niet maar
toevallig in de Wet op de Ruimtelijke Ordening en er is
dan ook sprake van een wettelijk mogelijk gemaakte proce
dure. Desalniettemin zijn er met betrekking tot artikel 19
een paar ernstige lacunes, waaronder het feit dat de gemeen
teraad wordt uitgeschakeld en het feit dat de burger (of wel
ke instantie dan ook) geen toegang tot de Kroon heeft met
zijn bezwaren.
Aan mijn adres behoeft niet te worden betoogd, dat er om
standigheden zijn waaronder incidentele en individuele be
zwaren niet de vorming van een beleid terzake een hele
woonwijk in de weg mag staan, want dat ben ik helemaal
met het college eens. De normale procedure is dat de ge
meenteraad een bestemmingsplan vaststelt waarna dit plan
wordt beoordeeld door gedeputeerde staten en eventueel
door de Kroon. Artikel 19 dient in dit verband te worden ge
zien als een soort uitlaatklep, indien de normale procedure
niet kan worden gevolgd.
Mijn bezwaren zijn van vrij fundamentele aard. Vanuit ons
politiek beginsel erkennen wij, dat er enorm veel bemoeiing
van de overheid met het maatschappelijke leven moet zijn,
hetgeen betekent dat vele burgers zijn gebonden aan de
door de overheid te stellen spelregels. Dat betekent echter
ook dat uit een oogpunt van rechtszekerheid van de burgers
uiterst nauwkeurig moet worden opgetreden. Wij vinden
dat met betrekking tot artikel 19 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening die uiterste nauwkeurigheid niet altijd aanwe
zig is. Ik heb het nu natuurlijk niet over uitbouwtjes van
woningen en over incidentele gevalletjes. Het gaat mij om
het feit dat het ook in onze gemeente voorkomt dat hele
woonwijken niet op basis van de normale procedure, maar
op basis van de artikel 19-procedure tot stand komen en
dat vind ik fout.
Is het misschien denkbaar dat in de procedure althans een
paar elementen worden ingevoegd, waardoor de door mij
bedoelde moeilijkheid wat wordt ondervangen? De strek
king van mijn betoog is niet om, nu wij geen bestem
mingsplannen hebben, helemaal geen artikel 19-procedure
meer toe te passen. De strekking van mijn betoog is gericht
op een beperking van de toepassing van de artikel 19-pro
cedure en om althans te proberen enkele dingen in te bou
wen, wanneer die beperking niet kan worden aangebracht
met het oog op de belangen die op het spel staan.
In verband met het vorenstaande wil ik het college twee
dingen vragen. Ik verzoek het college in de eerste plaats
om, wanneer het gaat om zaken van enige betekenis, een
ontwerp-vrijstellingsbesluit (vooruitlopende op het vast te
stellen bestemmingsplan of eventueel vooruitlopende op de
rechtsgeldigheid van een bestemmingsplan), in bijvoor
beeld de commissie voor de ruimtelijke ordening aan de or
de te stellen, zodat de raad in ieder geval in de raadscom
missie kan meespreken.
In de tweede plaats kan het gaan om artikel 19-procedures
die betrekking hebben op werkelijk essentiële zaken, waar
bij wordt vooruitgelopen op beslissingen die de raad ten
principale moet nemen. Ik verzoek het college deze zaken
in de plenaire zitting van de gemeenteraad aan de orde te
stellen.
Wij pleiten ervoor dat zeker bij belangrijke bestemmings
plannen de stukken gedurende een zo lang mogelijke ter
mijn ter inzage worden gelegd. Bij voorkeur geen tervisie-
legging in de vakantietijd. Naar wij menen te weten is het
voor de burger alleen mogelijk stukken betreffende een be
stemmingsplan in te zien op het gemeentehuis en wel in de
ochtenduren van negen tot half een. Kan een dergelijke be
studering ook in de avonduren op het gemeentehuis plaats
vinden; misschien is het beter de stukken ter inzage te leg
gen in een zaaltje van de openbare bibliotheek.
Het tegenwoordige streekplan Utrechtse Heuvelrug dateert
van 1965. Te verwachten is dat eerst in 1978 een herziening
van het streekplan zal plaats vinden door een nieuw streek
plan Utrecht-Oost. Kan het college in dat feit een argument
en een mogelijkheid vinden om bij het provinciaal bestuur
te bepleiten de grens van het stedelijke gebied in het huidige
streekplan soepeler toe te passen? Vooral is het gewenst
om tot goed afgeronde bestemmingsplannen te komen. In
de commissie voor de ruimtelijke ordening heb ik er reeds
blijk van gegeven, dat ik de handelwijze van gedeputeerde
staten op dit punt niet kan begrijpen, want het streekplan
Utrechtse Heuvelrug is een streekplan oude stijl dat zich
veel meer in details verliest dan de nieuwe streekplannen.
Ik kan niet begrijpen dat er van de grens van het streekplan
Utrechtse Heuvelrug een zo frustrerende werking moet uit
gaan met betrekking tot de bestemmingsplannen van onze
gemeente.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Voor een
groot deel kunnen wij instemmen met hetgeen de heer De
Wilde heeft gezegd over de artikel 19-procedure. Eigenlijk
krijg ik hier gelijk de brug naar ons collisie over het kind en
het badwater. Mij is uitdrukkelijk gevraagd daarop bij dit
hoofdstuk terug te komen. Het kwantificeren van indrukken
in dezen is een moeilijke zaak, want anders zijn het al geen
indrukken meer. Wij hebben met onze terzake in eerste in
stantie van de algemene beschouwingen gemaakte opmer
king geen beschuldiging willen uiten. Met alle woordenboe-