plant van grove dennetjes. Het gaat om een terrein achter het Berkenlaantje waar een perceel bos is afgebrand en waar - voordat met de aanplant was begonnen - een mooi perceel heidegrond tot ontwikkeling kwam. Kan het college mededelen welke normen aan de Heidemij zijn meegegeven bij de verzorging en instandhouding van het gemeentelijk bosbezit? Wat is de mening van het colle ge ten aanzien van het in stand hóuden of het opnieuw in ontwikkeling brengen van de heidevelden in Soest? De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Destijds is er nogal enthousiast gereageerd op een voorstel van het oud raadslid, de heer De Groot. Hij had voorgesteld een deel van het bos te beplanten met kerstsparren, waardoor de exploi tatie gunstiger zou kunnen worden. Is aan dat voorstel uit voering gegeven? Is het in wezen niet zo dat de Heidemij niets aan het bos doet, maar laat doen? Is mijn informatie juist of niet? De heer HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Het destijds door de heer De Groot gehouden betoog over het bos was alleszins de moeite waard om aan te horen, maar wij hebben inmiddels gemerkt, dat de grond in onze bossen lang niet overal geschikt is voor kerstsparren. Slechts bepaalde ge deelten kunnen voor de verbouw van kerstsparren worden gebruikt; op dit moment zou men kunnen wensen dat die bepaalde gedeelten goed waren bebouwd, want de kerstspar ren zijn duur van het jaar! De VOORZITTER: Dames en heren! Tot mijn grote spijt heb ik moeten constateren dat de begroting van de Heide mij en het testament van de oude boscommissie niet bij de stukken ter inzage hebben gelegen. Ik betreur dat in hoge mate. Ik ben van plan om de nieuwe boscommissie heel spoedig bij elkaar te roepen, maar de oude boscommissie heeft de begroting 1975 nog behandeld. In het testament van deze commissie wordt geconstateerd, dat de grond slecht is. De functie van het bos is dan ook recreatiebos. Onderzocht is of het de moeite waard zou zijn om kerstsparren te poten. Met de boscommissie zijn wij gaan kijken in de Paltz waar kerstsparren zijn gepoot en waar ook af en toe wordt ge rooid. De mensen van de Heidemij en de heer Van den Broek van de plantsoenendienst hebben ons erop gewezen, dat de kwaliteit van de grond op die plek goed was. Die grondkwaliteit komt in ons bosbezit niet voor. De heer HOEKSTRA: In Pijnenburg! De VOORZITTER: Maar Pijnenburg is ook niet van ons. Alleen op goede grond is het mogelijk een behoorlijke hout productie te bereiken met kerstsparren. Over het beheer van het bos is gesproken in de boscommis sie. Daarover bestaan bepaalde ideeën. Ik wil dit probleem in januari a.s. in de nieuwe boscommissie aan de orde stel len. De Heidemij wordt niet gecontroleerd door gemeentewer ken, maar ook gemeentewerken heeft nog bepaalde taken in de gemeentelijke bossen. Er zijn altijd moeilijkheden over bijvoorbeeld de vraag wie takken moet snoeien boven de rijwielpaden etc. Vandaar dat wij ons wel eens afvragen of de huidige verdeling van werkzaamheden wel de meest effectieve is. De nog in Soest aanwezige heideveldjes zouden wij eigen lijk graag willen koesteren. Wij kunnen, wanneer de heide in onze omgeving niet verschrikkelijk goed wordt onder houden (dat betekent dat alle opslag direct moet worden verwijderd), beter niet beginnen aan de aanleg van nieuwe heidevelden. Zolang wij geen kudde schapen kunnen houden is het schoonhouden van de heidevelden een geweldig ar beidsintensief werk. De Natuurbeschermingswacht Eemland heeft in het voorjaar het plan gehad om er met een aantal vrijwilligers een aantal keren op uit te trekken om de opslag uit de heidevelden te verwijderen. (Er is ook een aantal vrij willigers de bossen ingegaan na de stormen van vorig jaar toen er hout moest worden geschild vanwege de dennen scheerder.) Als gevolg van omstandigheden bij de Natuur beschermingswacht is dat niet gebeurd. Daarna wilde men die werkzaamheden in de afgelopen herfst ter hand nemen, maar in de herfst heeft iedereen min of meer de kop laten hangen, omdat het overal zo verschrikkelijk nat was, waar door men eenvoudig niet kon werken. Daardoor is het on mogelijk geweest om nog iets te doen aan de bestaande hei develdjes. Wanneer wij niet in staat zijn om de bestaande heidevelden schoon te houden, dan is het niet mogelijk nieuwe velden tot ontwikkeling te brengen. Volgens mij kan het probleem slechts worden opgelost door een paar schapen, maar ik geloof dat dat ook een beetje moeilijk zal zijn. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat zou fantastisch zijn! Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik zou ervoor willen pleiten dat wij in Soest schapen met een schaapher der krijgen. De VOORZITTER: Dan moeten wij natuurlijk wel zorgen voor een geweldig stuk aaneengesloten heide. Ik ben er dan van overtuigd, dat wij er met anderhalve ton niet ko men. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik wil nog eens het belang van heidevelden benadrukken. Zij zijn van be lang voor het evenwicht in het milieu. Heidevelden trekken een bepaald soort insecten aan, waardoor de vogelstand weer tot ontwikkeling wordt gebracht. De VOORZITTER: In theorie ben ik het helemaal met u eens. Ik wil best eens praten over de vraag of het mogelijk is meer geld aan onze bossen te besteden. In de Lange Dui nen zijn wij bezig geweest met het vastleggen van een stuk stuifzand, omdat de duinen anders afkalven. Dat kost al zo veel geld, dat wij er vooralsnog niet aan het ondernemen van extra dingen durven beginnen. Ik belpof de raad dat de naar voren gebrachte punten na 1 januari a.s. in de boscommissie zullen kunnen worden besproken. De oude boscommissie heeft na de laatste bezoe ken aan de bossen een soort schema met wensen opgesteld. Dat schema zal ik graag in de nieuwe boscommissie bespre ken. Hoofdstuk VII, Eigendommen, niet voor de openbare dienst bestemd, wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk VIII, Onderwijs, Cultuur en Recreatie. Algemene beschouwingen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter! Het verheugt mij dat de betrokken wethouder heeft gezegd, dat het overleg over de samenwerkingsschool voor.v.w.o. en h.a.v.o. zal worden heropend; geprobeerd zal worden de part ners weer om de tafel te krijgen. Naar aanleiding van hetgeen de heer Oldenboom vanmor gen heeft gezegd over de vrijheid van onderwijs zij met klem opgemerkt, dat vrijheid van onderwijs - zoals in de Grond wet vervat - uiteraard een bijzonder kostbaar goed is, dat niemand van ons wil aantasten. Maar de vrijheid van onder wijs houdt niet in een vrijheid van schoolgebouw. Het is uit de tijd om allemaal naast elkaar te gaan zitten. Wij menen dat, uiteraard met volledig behoud van vrijheid van onder wijs (met name ten aanzien van de godsdienstige aspecten), een samenwerkingsschool mogelijk is. Daarvan kan men in andere gemeenten voorbeelden zien; schoolbesturen (op le vensbeschouwelijke basis) voelen zich als een vis in het wa-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 274