De VOORZITTER gelooft dat als er in een commis
sie een folder wordt getoond, het nuttig is dat hij ook
bij de raadsstukken ter inzage wordt gelegd. Maar wij
hebben geen last van de veegmachine, aldus spreekster,
want de heer Grift heeft ons verteld, dat ze fantas
tisch veegt.
De heer OLDENBOOM: Maar wij weten niet of er niet
nog betere veegmachines zijn.
De VOORZITTER: Nee, dat weten wij nooit.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het aanbouwen van een verblijfsruimte bij het
restaurant van het Soester Natuurbad.
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie
openbare werken zich haar stem voorbehoudt in af
wachting van nadere informatie inzake de huurprijs
en de noodzaak van de bouw.
De heer VAN VLOTEN merkt op dat over smaak niet
valt te redetwisten, maar dat hij de plannen eens
heeft bekeken en graag zal vernemen of ook de schoon
heidscommissie zich er nog over gaat buigen dan wel
niet werkzaam is ten aanzien van dit soort plannen.
Het huidige symmetrische gebouw, dat van de weg af
duidelijk zichtbaar wordt, wordt op een afschuwelijke
manier aan een kant aangetast. Er wordt een optrekje
gemaakt op een verhoogd terras. Volgens de tekening
die recht van voren gemaakt is, is dat haast niet te
zien. Maar als men op een lager niveau het gebouw na
dert, steekt het optrekje aan de rechterkant op een
afschuwelijke wijze uit het geheel. De hele symmetrie
van het gebouw verdwijnt. Spreker neemt dan ook
aan dat als het voorstel wordt aangenomen en verwe
zenlijkt, de hele raad daarvan spijt zal krijgen.
De heer VAN POPPELEN vraagt wat de achtergron
den van het voorstel zijn. Enkele jaren geleden is het
wel of niet handhaven van het restaurant regelmatig
ter sprake geweest, omdat het vaak heel moeilijk was
om de zaak economisch rond te krijgen. Er is toen
wel eens over gedacht het hele restaurant af te stoten.
Nu wordt de raad ineens voorgestfeld om er een ver
blijfsruimte bij aan te brengen waarvan de bouwkos
ten op f. 52.000,- worden geraamd.
Volgens de tekening betreft het hier een heel kleine
ruimte. Deze ruimte zal misschien voor de huidige be
heerder wel voldoende groot zijn. Maar wat gebeurt
er als er volgend jaar een andere beheerder in komt?
Moet er dan weer een stuk bij aangebouwd worden?
Wat is de toekomstvisie ten aanzien van het restau
rant?
De heer VAN EE merkt op dat met betrekking tot
het voorstel vele factoren een rol spelen.
In het voorstel is sprake niet van een woonhuis,
maar van een dagverblijf. Geeft de exploitant diens
eigen woonhuis daarvoor op? Is hij dan, bewoner
van een dagverblijf zijnde, nog inwoner van Soest?
Het voorstel betreft een uitgave van f. 52.000,—.
Dit is veel geld. Dit geld zal moeten worden terugge
haald, waarschijnlijk door middel van een huur. Weet
de exploitant dat hij zoveel geld zal moeten betalen?
Volgens sprekers informatie weet de exploitant dat
niet, schrikt hij zeer als hij een huur van meer dan
f. 450,- per maand hoort noemen en zal hij zeggen:
Voor dat geld ben ik niet thuis. Spreker stelt vast dat
er over dit onderwerp geen overleg is geweest en de
gemeente wellicht iemand iets in de schoenen wil
schuiven dat hij helemaal niet graag wil hebben.
Spreker vindt dat er voor de f. 52.000,- bar weinig
wordt verkregen. Hij kan zich gewoon niet voorstel
len, dat er met deze voorziening f. 52.000,- gemoeid
zal zijn.
Bij de toiletten treft men een situatie aan die bouw
kundig niet juist is; er komt breuk voor, o.a. in het
plafond, de oplegging van de vloer over de muren is
zodanig dat ze allemaal gebroken zijn. Worden alle
desbetreffende reparaties ook uit de f. 52.000,- be
taald? Spreker zou het niet juist vinden als dat het ge
val zou zijn.
Al met al is hij bepaald nog niet zo ver, dat hij bereid
is om het voorstel aan te nemen.
De heer VERHEUS kan zich verenigen met een be
langrijk deel van wat de heren Van Poppelen en Van
Ee naar voren hebben gebracht.
In het voorstel staat dat de pachter het noodzakelijk
acht, dat de exploitant de beschikking heeft over een
verblijfsruimte. Spreker meent in een van de stukken
het woord „woning" te hebben gelezen. Het betreft
natuurlijk een gewone woning, zij het dat er een af
zichtelijke toestand ontstaat als het plan ooit wordt
uitgevoerd.
Spreker neemt aan dat als de pachter het stichtingsbe
stuur verzoekt een verblijfsruimte voor de exploitant
te gaan bouwen, er met de pachter of met de exploi
tant toch ook ov§r de desbetreffende investering van
f. 52.000,- nader van gedachten gewisseld is. Hij zou
hierover graag zekerheid hebben. De uit de investering
voortvloeiende maandelijkse lasten zullen ongeveer
f. 450,— bedragen. Spreker dacht dat de exploitant er
wel voor zal bedanken om voor een betrekkelijk klei
ne woning of verblijfsruimte bij het restaurant een
dergelijke prijs te betalen. Hij ziet het nog niet zo
scherp zitten en zou graag nadere informatie ontvan
gen alvorens zijn stem aan het voorstel te geven.
De heer LEVINGA heeft begrepen dat de huur zoda
nig zal zijn, dat ze de kapitaallasten dekt. Wat dat be
treft heeft spreker dan ook geen moeite met het voor
stel. Hij neemt aan dat de huur wel zal worden opge
bracht door de B.V. Bottelmaatschappij, welker naam
na de uitvoering van het plan misschien wel wordt
veranderd in: B.V. Bobbelmaatschappij.
Spreker constateert dat het voorstel niet alleen een
dagverblijf, maar ook een slaapkamer en een kantoor
betreft.
Wethouder DE HAAN gelooft dat het niet onverstan
dig is om nog eens even de hele situatie van het res
taurant met alles wat erbij komt in ogenschouw te
nemen.
Men heeft in het algemeen bij zwembaden van een
beetje formaat te maken met een of andere consump
tiegelegenheid die ergens voldoet aan de behoeften
van het seizoen. In enkele gevallen van wat beter en
ruimer gesitueerde grote baden heeft men er een res
taurant bij dat wat langer geopend is. In Soest is in
1933 bij de bouw van het bad een bepaalde ruimte
geschapen die eigenlijk was bestemd om alleen in het
seizoen gebruikt te worden. In het gedeelte daarvan
waarin men als bezoeker vertoeven moest, zaten niet
eens behoorlijke ramen; alleen het keukengedeelte
was normaal afsluitbaar en behoorlijk dicht.
Na de oorlog is er lang geaarzeld met betrekking tot
de vraag wat er aan dat geheel zou moeten gebeuren,
gezien ook de financiële consequenties die het met
zich zou kunnen medebrengen. In 1951 heeft de toen-