vinger op een situatie die weliswaar niet levensgevaarlijk
is, maar die wel verbetering behoeft, nl. de zijns inziens
te hoge begroeiing op de hoek Van Goyenlaan - Dalweg.
De heer Heyning vraagt de gemeente daar enige voorzie
ningen te treffen die het uitzicht kunnen verbeteren,
bijv. het verwijderen van de te hoge beplanting en het aan
brengen van laaggroeiende beplanting. Ook op andere
plaatsen, o.a. de direct er tegenover gelegen uitweg van
de nieuwe Van Goyenlaan, behoeft het uitzicht verbete
ring op de omschreven wijze. In deze gemeente zijn
nog meer plaatsen te noemen waar op kruispunten de
begroeiing zodanig hoog is dat het uitzicht daardoor be
slist wordt verslechterd. Spreker meent dat men blij
moet zijn dat de heer Heyning de gemeenteraad, die uit
eindelijk voor de situatie verantwoordelijk is, hierop at
tendeert. Meestal behelzen brieven die aan de raad zijn
geschreven slechts het persoonlijk belang van de schrij
ver - welk belang dan dikwijls tegengesteld is aan dat van
de buurman -, maar thans is er een briefschrijver die het
algemeen belang voor ogen staat. Men moet er heel dank
baar voor zijn dat mensen die het algemeen belang voor
ogen hebben, de gemeenteraad attent maken op situaties
die verbetering behoeven. Er komt nog bij dat de finan
ciële consequenties van verbeteringen uiterst gering zijn.
Als een paar mensen van de plantsoenendienst er een
dag of een halve dag aan werken, is het gehele probleem
opgelost. Spreker vindt het dan ook bijzonder jammer dat
het college meent de raad te moeten adviseren zo nega
tief op dit positieve schrijven van de heer Heyning te
reageren. Er is maar één oplossing voor dit concept, nl.
het te deponeren in de prullebak. Hij zou graag zien dat
de raad er bij het college op zou aandringen de heer
Heyning een positief antwoord te geven, waarin deze
wordt bedankt voor diens suggestie en waarin wordt toe
gezegd dat er op zo kort mogelijke termijn wat aan zal
worden gedaan.
De heer JONKER is evenals de heer De Groot ter plaat
se gaan kijken hoe het er met het uitzicht was gesteld. Hij
kan de woorden van de heer De Groot dan ook wel on
derschrijven. Er zou heel goed iets kunnen worden ge
daan om de bewuste situatie te verbeteren. De struiken
bleken overigens wel behoorlijk gesnoeid te zijn; dit
schijnt in de laatste tijd te zijn gebeurd, maar uiteraard is
dat normaal onderhoud geweest en is er geen enkel ver
band aanwezig met de brief van de heer Heyning. Na een
paar maanden is de begroeiing echter weer hoog opge
schoten, zodat opnieuw de situatie ontstaat waarop de
heer Heyning attendeert. Spreker wil dan ook het betoog
van de heer De Groot ondersteunen en evenals hij het
concept-antwoord verscheuren.
De heer VAN VLOTEN is het geheel met de vorige spre
kers eens.
Mevrouw ORANjE-ENTINK constateert dat het op het
kruispunt Van Goyenlaan - Dalweg erg druk is geweest,
want ook zij is er per fiets naar toe gegaan en zij vindt
dat de heer Heyning groot gelijk heeft. Zij onderschrijft
dus de woorden van de heer De Groot.
De heer HOEKSTRA neemt aan dat al deze reacties
thans ontstaan doordat een vergadering van de commis
sie voor openbare werken, waarin deze brief had moeten
worden behandeld, niet is doorgegaan. Hij denkt dat alle
raadsleden wel even langs dit kruispunt zijn gegaan,
want vanaf het gemeentehuis is het maar een kleine om
weg. De heer Heyning heeft gelijk en spreker is het dus
met de vorige sprekers eens.
De heer VAN POPPELEN kan hetgeen ten aanzien van
de Van Goyenlaan is gezegd, onderstrepen, maar wil zelf
nog op een ander punt wijzen. Men heeft in Soest vrij
veel trottoirs. Een aantal trottoirs is nu echter duidelijk
smaller geworden doordat de heggen te breed zijn uitge
groeid. Hij meent dat ook hiernaar zal moeten worden
gekeken.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT is
vanmorgen ook op het bewuste kruispunt gaan kijken
en geeft de heer De Groot geheel gelijk. De heer Hey
ning heeft niet puur gelijk, maar de gemeente heeft dat
ook niet; het zit er net tussenin. Als men er kalm komt
aanrijden, heeft men echt wel voldoende uitzicht, maar
dat neemt niet weg dat de situatie nog kan worden
verbeterd. Zij meent dan ook dat het beter is een ander
briefje aan de heer Heyning te schrijven, waarin deze
wordt bedankt voor zijn suggestie en waarin wordt ge
zegd dat de begroeiing iets zal worden gesnoeid.
Met betrekking tot het door begroeiing smaller worden
van trottoirs is in de commissie de suggestie gedaan nog
eens in Op 't Hoogt er op te wijzen dat men verplicht
is heggen te snoeien indien zij over de openbare weg ko
men te hangen. Ook in de gemeenteplantsoenen wordt
ieder voorjaar gesnoeid; in de zomer groeit het echter
weer uit en in de winter staat de begroeiing er dan in
haar zomerbreedte.
De heer STORIMANS heeft vernomen dat iedereen fietst,
maar anderzijds heeft hij gehoord dat raadsleden van de
gemeente Amersfoort 25 liter benzine krijgen. Misschien
kan ook het college in dezen wat doen.
De VOORZITTER antwoordt dat het college die raads
leden die hebben gevraagd wat zij moesten doen, heeft
gezegd dat zij een formulier moesten invullen waarop zou
staan hoeveel men in totaal in 1973 had gereden en hoe
veel men dacht te moeten rijden. Het college heeft die
formulieren doorgestuurd en spreekster meent te weten
dat daarop toewijzingen zijn gevolgd.
De heer DE GROOT: Tegen wie hebt u dat gezegd en
wanneer? Mij is er niets van bekend.
De VOORZITTER: Als een raadslid ons opbelde. U
moet het echter zelf aanvragen. Het formulier dat u daar
toe invult, wordt door ons getekend en gaat dan naar
Amersfoort.
De heer VAN POPPELEN: Kunt u zeggen wat die bon
nen ongeveer kosten?
De VOORZITTER: Ik kan het u niet vertellen. U bent
zelf verantwoordelijk voor uw eigen opgave.
Spreekster constateert dat het communis opinio is dat
de concept-brief aan de heer Heyning beter niet kan
worden verzonden. Er zal een nieuwe brief worden op
gesteld, waarin de heer Heyning zal worden bedankt voor
diens suggestie en hem zal worden toegezegd dat de ge
meente zo veel mogelijk aan zijn wensen tegemoet zal
komen.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,
b. Brief van gedeputeerde staten van Utrecht d.d. 20 no
vember 1973, afdeling 3, nummer 1138A/3205 naar
aanleiding van de motie inzake de goedkeuring van de
begrotingswijziging voor de aanleg van een persleiding
van Soesterberg naar Soest met voorstel, na de mondelin
ge toelichting van het college, de brief voor kennisge
ving aan te nemen.
De VOORZITTER merkt op dat men zich zal herinne
ren dat men als raad een motie heeft aangenomen waar
in werd aangedrongen op het goedkeuren van het kre
diet van f. 85.000,— voor het besteksklaar maken van de
persleiding van Soesterberg naar Soest. Het merkwaardige