Nr. 5 Soest, 16 mei 1974
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 16 mei 1974 te 19.30
uur.
VOORZITTER de heer K. de Haan, loco-burgemeester.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
J.A. Detmar, L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, M.A. van Ee,
H. Gerth, P. Grift, M. de Groot, D. Hoekstra, H.M. Jonker,
J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, K. Levinga, R.A.
van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-En-
tink, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit, G. Stam, P.L.J.M. Sto-
rimans, C. Verheus, A.J. van Vloten en mevrouw M.C.P. Wal-
ter-Van der Togt.
Afwezig met kennisgeving het lid W.A.Blaauw.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is
ontvangen van de heer Blaauw.
Er zitten vanavond speciale gasten op de tribune, nl. de leer
lingen van een klas van de De Savornin Lohmanschool.
Spreker hoopt dat zij leergierig zullen zijn; wie weet wat zij
dan over een jaar of vijftien zullen gaan ondernemen.
97 Beëdiging van de heer H. Gerth.
De heer Gerth legt in handen van de voorzitter de in
de gemeentewet voorgeschreven eden af.
De VOORZITTER wenst de heer Gerth geluk met zijn
installatie. Deze heeft nog maar een korte periode als
raadslid voor zich, maar spreker hoopt dat de heer
Gerth toch nog gelegenheid zal vinden om zodanig te
worden ingewerkt dat deze in elk geval nog met rede
lijke voldoening aan de raadsvergaderingen en het werk
in de commissies kan deelnemen. Hij verzoekt de heer
Gerth zijn plaats in te nemen.
98 Notulen van de raadsvergadering van 18 april 1974.
De VOORZITTER deelt mede dat schriftelijk is ver
zocht op bladz. 72, linker kolom, 3e regel van onde
ren, waar de heer Hoekstra over een schaapskooi
spreekt, het woord „haar" te wijzigen in „hem" en in
de rechter kolom, de 5e, 7e, 17e en 18e regel van bo
ven, het woord „zij" te veranderen in „hij", alsmede
om in de 38e regel van boven het woord „haar" te ver
anderen in „hem". Voorts dient op bladz. 86, rechter
kolom, 6e regel van onderen, het woord „uigeleid" te
worden gewijzigd in „uitgeluid". De indiener van deze
wijzigingen zij dank gezegd voor zijn pogen het Neder
lands zo goed mogelijk tot zijn recht te doen komen.
De heer GRIFT zou naar aanleiding van deze notulen
een vraag willen stellen aan de wethouder van open
bare werken. De vorige keer is de brief van de heer
Bakker uit Soesterberg ter sprake geweest. De wethou
der heeft toen gezegd dat binnen een maand contact
zou worden opgenomen met de bewoners van de Ge
neraal Spoorstraat en de Generaal Winkelmanstraat.
Heeft dat onderhoud al plaatsgevonden?
De VOORZITTER antwoordt dat de bijeenkomst met
die bewoners inderdaad op stapel staat. Het college
streeft er echter naar om als het ware een modelwoning
te laten inrichten, teneinde de mensen te kunnen laten
zien hoe het zal worden. De eerste bijeenkomst zal
plaatsvinden met bewoners van de Klaarwaterweg en
de Koekoekweg en omgeving, want voor dat complex
is een modelwoning bijna gereed. Daarna zal zo spoe
dig mogelijk - in ieder geval in juni - ook de Generaal
Spoorstraat aan de orde komen, want ook daar is
thans een woning in bewerking. Er is dus sprake van
een fasering, zulks op basis van het plan dat indertijd
door burgemeester en wethouders is voorgesteld.
De heer HOEKSTRA wijst er op dat in de vorige ver
gadering naar aanleiding van vragen van de heer Det
mar en hem eveneens is beloofd dat in deze vergade
ring zou worden ingegaan op het jaarverslag van de re
gionale muziekschool. Dit staat echter niet op de
agenda.
De VOORZITTER geeft te kennen dat de muziek
school enige tijd nodig bleek te hebben om exacte ge
gevens te kunnen verstrekken. Het is om die reden
niet mogelijk gebleken in deze vergadering die gegevens
aan de orde te stellen. Men kan die gegevens echter in
juni tijdig bij de stukken ter inzage krijgen.
De heer DETMAR merkt op dat op bladz. 79 van de
notulen, linker kolom, 19e regel van boven, in plaats
van: „Het is deze vereniging gelukt dient te
staan: „Het is deze vereniging niet gelukt
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
99 Ingekomen stukken.
a. Brief d.d. 29 maart 1974 van de heer mr. H.H. Hout
man te Soest, waarbij hij verzoekt maatregelen te ne
men voor de verbetering van de toestand van de
Parklaan.
Besloten wordt de adressant te berichten overeen
komstig de ontwerp-brief.
b. Brief d.d. 28 april 1974 van „De Soester Onderne
mer", waarin de erkentelijkheid wordt uitgesproken
over de wijze waarop overleg wordt gepleegd in het ka
der van de winkelplanning en waarin enige bedenkin
gen worden geuit tegen de ingediende bezwaren tegen
het bestemmingsplan „Overhees", met het voorstel
deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
De heer VAN POPPELEN heeft deze brief met zeer
veel interesse gelezen. Daarin staat terecht dat iedere
burger de vrijheid heeft bezwaren in te dienen. Voor
de wijze waarop de heer Kok, die deze brief namens
„De Soester Ondernemer" heeft getekend, het posi
tief meedenken over de opbouw van de gemeente be
nadert, heeft spreker alle waardering.
De heer DE GROOT merkt op dat hij voor de brief
onder b veel meer waardering heeft dan'voor die on
der a. Daarom heeft hij er wat moeite mee dat, ter
wijl op die eerste brief een vrij uitvoerig antwoord
wordt gegeven, ten aanzien van deze tweede brief
wordt voorgesteld hem voor kennisgeving aan te ne
men. Hij wü dan ook voorstellen de tweede brief
schrijver bijzonder dank te zeggen voor zijn brief en
te zeggen dat de raad het zeer op prijs stelt dat van de
zijde van „De Soester Ondernemer" waardering wordt
uitgesproken voor het gemeentebestuur en voor het
werk van de gemeenteraad. Juist die waardering van
de zijde van de burgerij en van de Soester ondernemers
is iets dat men als college en raad zo broodnodig heeft.
De heer VAN EE: Ik ondersteun wat de heer De Groot
heeft gezegd.
De VOORZITTER neemt aan dat de raad de teneur
van de opmerkingen van de heer De Groot onder
schrijft en akkoord kan gaan met het schrijven van een
wat uitvoerige brief om deze briefschrijver wat meer
89