betrekking tot het raadsbesluit van 17 mei 1973 inza
ke het verlenen van een krediet van 13.000,- voor
uitbreiding van de straatverlichting langs een gedeelte
van de Amersfoortsestraat te Soesterberg niets is uit
gegeven, vraag ik mij af: Waarom is dit zo? Is het
raadsbesluit te vroeg genomen: Dit is een voorbeeld
uit vele. Het gaat natuurlijk niet aan om in een raads
vergadering over al deze dingen te spreken.
Ik zou graag vernemen of het niet mogelijk is, dat het
college voortaan bij voorstellen als het onderhavige,
ook ter wille van het werk van de raadsleden (het is
nl. niet te doen om de zeer uitgebreide stukken alle
maal te lezen), een briefje voegt waaruit ons duidelijk
wordt in hoeverre er sprake is van boekhoudkundige
aangelegenheden waaraan wij verder geen aandacht be
hoeven te schenken en in hoeverre er sprake is van
beleidsvragen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik ondersteun de
woorden van de heer De Wilde van harte, mevrouw
de voorzitter.
Wethouder DE HAAN: Mevrouw de voorzitter! Er
is een kleine nuance in de wijze van redigeren van
voorstellen als het onderhavige, maar die is kennelijk
te gering om op te vallen. Als er enigermate beleid bij
te pas komt, wordt er wat meer aan omschrijving ge
daan en als het een boekhoudkundige zaak betreft,
wordt er gewoon voorgesteld om te besluiten tot
overboeking. Het zou, gezien de intense belangstelling
van de raad die nu is gebleken, wellicht aanbeveling
verdienen, dat wij de afdeling financiën in het vervolg
adviseren om ten aanzien van vooral de beleidskanten
van overboekingen en dergelijke nog iets meer aan
toelichting te doen. Wij kunnen van harte een wat
strakkere en meer toegespitste omschrijving toezeg
gen.
Ten aanzien van het door de heer De Wilde genoemde
voorbeeld betreffende straatverlichting kan het vol
gende worden opgemerkt.
Wanneer het college bepaalde kredieten aanvraagt en
de raad ze verleent, wil het nog niet zeggen dat de ge
meente in de gelegenheid is om de desbetreffende
werken uit te voeren. De straatverlichting in kwestie
betreft een stuk weg dat nog steeds eigendom van
rijkswaterstaat is. Er moest met rijkswaterstaat over
leg over worden gevoerd of er in de weg al dan niet
mocht worden aangelegd en gegraven. Daar werd toen
gezegd: Wacht u maar, want dit stuk weg wordt toch
overgedragen. Maar de molens van rijkswaterstaat ma
len zeker op dit terrein nogal vrij langzaam en dat
heeft te lang geduurd. Uiteindelijk is de gevraagde
toestemming toch verkregen. Wij zijn nu pas in het
stadium dat de P.U.E.M., die nog een bestelling
moest plaatsen en spullen moest aanschaffen, heeft
beloofd op redelijke termijn tot de aanleg over te
gaan. Het licht komt eraan - alleen veel te laat, maar
dat heb je als je met verschillende niveaus op één
stuk grond aan het werk moet.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
33 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanleg van centrale verwarmingsinstallaties
in woningwetwoningen.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter!
Onze fractie zou het zeer op prijs stellen als er, zo
nodig ook in ons informatieblad, wat meer ruchtbaar
heid werd gegeven aan de mogelijkheden tot aanleg
van centrale verwarmingsinstallaties in woningwet
woningen. Het is mij bekend dat er na de in het voor
stel genoemde aanvragen inmiddels al veel meer aan
vragen zijn ingediend. Wanneer een bepaalde totali
teit van aanvragen behandeld en uitgevoerd kan wor
den, kan dat wellicht prijsverlagend werken.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik
dacht dat de ruchtbaarheid al aardig begint door te
dringen naar aanleiding van de bespreking in de
commissie openbare werken, want in de korte perio
de die er sinds die bespreking is verlopen, zijn er 34
aanvragen binnengekomen. Maar wij zouden kunnen
overwegen om te proberen de ruchtbaarheid eventu
eel eens iets te vergroten. Ik zal dit met de voorlich
tingsambtenaar en in het college bespreken.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
34 Voorstel tot aankoop van een perceel grond met op
stallen, gelegen aan de Parklaan van de heer C. Jaars
veld, alhier.
35 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inza
ke uitbetaling van rente in verband met een met de
heer C. Jaarsveld gesloten koopovereenkomst.
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens
zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
36 Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening
met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er is ons behal
ve de in het voorstel genoemde geldlening nog een
geldlening aangeboden, nl. een geldlening van f. 1,5
miljoen, tegen een rente van 9% bij een koers van
100% en met een looptijd van 25 jaar, voor de stich
ting en inrichting van een kleuter- en basisschool in
Overhees. Ik stel u voor om te besluiten tot aanvaar
ding van zowel de in het voorstel genoemde lening
als de nu door mij genoemde lening.
Het voorstel van de voorzitter wordt zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
37 Voorstel tot het behandelen van een concept-brief
met betrekking tot de door de minister van economi
sche zaken aan Amoco c.s. verleende boorvergunning
„Eemnes".
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Me
vrouw de voorzitter! Ik kan mij voorstellen dat het
college vast een bezwaarschrift heeft ingediend gezien
de termijn die ging verstrijken. Aan de andere kant
zou ik het toch wel erg op prijs stellen als het college
in een volgende vergadering wat beter geargumenteerd
zijn standpunt ten aanzien van de boringen in het al
gemeen aan de raad deed toekomen. Ik zeg dit voor
namelijk omdat het ingediende bezwaarschrift wat
magertjes is. Dat zal ook wel door de haast zijn geko
men, maar als ik bijvoorbeeld zie hoe het bezwaar
schrift van Vecht- en Gooistreek eruit ziet, moet het
mij van het hart dat dat een zeer gedegen stuk werk
is. Daarin is het niet alleen een zaak van: Boringen
en dergelijke, voor de mensen in hun milieu onaange
name dingen, moeten wij zoveel mogelijk buiten ons
straatje houden. Er wordt ook duidelijk in gezegd: Wij
vinden dat ons landschappelijk schoon van zeer grote
waarde is niet alleen voor ons zelf, maar ook voor de
mensen bijvoorbeeld uit de Randstad en daarom heb
ben wij op zich zelf op milieutechnische gronden be
zwaar tegen de boringen, maar als de minister gezien
106