zo'n ringlijn een onderzoek wordt ingesteld. Dan komt
uiteraard ook de kwestie-Zonnegloren aan de orde.
De vraag van de aansluiting op de treinen is wat moei
lijker te beantwoorden. Ik neem aan dat de bussen re
kening moeten houden met de vertrek- en aankomst
tijden van de trein. Daarover hebben wij een gesprek
gehad met de heer Van der Land die een heel rapport
heeft geschreven over de verbindingen in Soest. Ik
neem aan dat de heer Van der Land destijds zeer te
vreden naar huis is gegaan, want wij hebben bij de
Firma Tensen aangedrongen om ervoor te zorgen, dat
de bussen zoveel mogelijk aansluiten op de treinen.
De ligging van de bushalte is tijdens de hearing in
Klaarwater aan de orde geweest. Wij hebben toen on
der meer gezegd, dat de bushalte niet té dicht bij de
hoek kan worden geplaatst.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzitter!
De bussen uit Soest komen in Amersfoort op het sta
tion aan op de minuut dat de treinen naar het oosten
en noorden vertrekken.
De VOORZITTER: Wij zullen de brief aan mevrouw
Otten vergezeld doen gaan van een duidelijk kaartje.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld,
g. Brief d.d. 19 februari 1975 van burgemeester en
wethouders van de gemeente Hoevelaken, waarbij
wordt medegedeeld dat de motie van uw raad terza
ke van bevordering van de regionale samenwerking
door de raad van de gemeente Hoevelaken voor ken
nisgeving is aangenomen, met het voorstel deze brief
voor kennisgeving aan te nemen.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Me
vrouw de voorzitter! Persoonlijk ervaar ik nogal wat
problemen in de Eemland-commissie waarin ik zitting
heb. Ik stel dan ook voor om tijdens de eerstvolgen
de informele raadsvergadering gedurende korte tijd te
spreken over een procedure die het mogelijk maakt
dat de mensen die in de Eemland-organisatie zijn af
gevaardigd, weten hoe hun achterban - de gemeente
raad - denkt over de verschillende problemen die in
het samenwerkingsorgaan aan de orde komen.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
De gemeenteraad van Hoevelaken heeft geadviseerd
de brief van Soest in handen te geven van de bijeen
komst van colleges van burgemeester en wethouders
die inmiddels op 28 februari jl. heeft plaats gevon
den. Is uit dat overleg iets gekomen dat aan de raad
kan worden medegedeeld?
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik geloof dat
beide woordvoerders de brief van de gemeente Hoe
velaken als kapstok voor andere zaken gebruiken. In
onze motie werd voorgesteld om alle raden bij elkaar
te halen, Daar tussendoor heeft gespeeld een voorstel
van het dagelijks bestuur om de colleges van burge
meester en wethouders bij elkaar te halen. Van die
bijeenkomst is een verslag verschenen. Dat verslag zal
in de leesmap ter inzage worden gelegd, want ik ge
loof niet dat dit het moment is om te gaan discussië
ren over de punten die tijdens die bijeenkomst zijn be
sproken.
Voor hetgeen mevrouw Van Stiphout voorstelt ben ik
helemaal in. Ik begrijp dat het voor iemand die na
mens een gemeente in bijvoorbeeld de commissie re
creatie zit, nuttig is om te weten hoe de eigen raad
over bepaalde zaken denkt. Nagegaan zal moeten wor
den op welke wijze dat commissielid kan worden ge
voed.
Mevrouw KORTHUIS-ELIONZo'n commissielid
krijgt van tevoren natuurlijk een heel mapje met
stukken. Het verdient mijns inziens aanbeveling die
stukken - voorzien van een blanco blad - in de leeska
mer ter inzage te leggen, zodat iedereen zijn opmer
kingen op dat blanco blad kan zetten.
De VOORZITTER: Dat is een suggestie. Ik meen dat
mevrouw Van Stiphout en ook andere commissiele
den eens moeten bezien wat mogelijk is, zodat wij
over deze zaak kunnen spreken tijdens de eerstvol
gende informele raadsvergadering.
Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
h. Brief d.d. 23 februari 1975 van G.I. Esendam en 2
anderen inzake gebruik van een terrein aan de Van
Lenneplaan.
Dit schrijven wordt gesteld in handen van burgemees
ter en wethouders om advies.
i. Brief d.d. 24 februari 1975 van de gemeenteraads
fractie van het C.D.A. inzake de weekmarkt met het
voorstel deze aangelegenheid te behandelen aan het
einde van de raadsvergadering.
en:
j. Brief d.d. 24 februari 1975 van de gemeenteraads
fractie van het C.D.A. waarbij met toepassing van ar
tikel 27 van het Reglement van Orde, informatie
wordt gevraagd omtrent huisvestingsmogelijkheden
voor de muziekvereniging Soesterberg, met het voor
stel deze brief te behandelen aan het einde van de
vergadering.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik kan mij voorstellen dat het college voorstelt een
brief van een fractie aan het einde van de raadsver
gadering te behandelen, wanneer die brief pas enkele
dagen voor de raadsvergadering is ingezonden, maar
beide brieven zijn reeds op 24 februari jl. geschreven.
Ik wil voorkomen dat belanghebbenden tot het einde
van de vergadering moeten wachten tot de brieven
aan de orde komen.
Ik stel voor beide brieven onmiddellijk in behandeling
te nemen, zodat degenen die in grote getale aanwezig
zijn, niet de gehele vergadering behoeven te wachten.
De VOORZITTER: Dames en heren! Op de agenda
staat duidelijk, dat beide brieven aan het einde van
de raadsvergadering zullen worden behandeld. Derge
lijke zaken willen wij immers niet bij de ingekomen
stukken afdoen. Deze duidelijke lijn is altijd gevolgd.
Degenen die slechts speciale belangstelling voor een
van beide brieven hebben, hadden derhalve niet reeds
bij het begin van de vergadering aanwezig behoeven
te zijn.
Wanneer het voorstel van de heer Van Poppelen vol
doende wordt ondersteund, is het college bereid dat
voorstel aan de raad voor te leggen. Ik wil er echter
op wijzen dat er per se geen gewoonte van moet
worden gemaakt, dat dergelijke brieven onmiddellijk
in behandeling worden genomen, want wij achten het
onjuist dat dergelijke brieven worden behandeld bij
de ingekomen stukken; zij moeten worden opgeno
men als agendapunt.
De heer VAN POPPELEN: Ik handhaaf mijn voor
stel.
De VOORZITTER: Ik constateer dat het voorstel vol
doende wordt ondersteund. Voorgesteld wordt der
halve om het onder i ingekomen stuk onmiddellijk
in behandeling te nemen.
120