De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! De heer Verheus heeft zeer goed de mening van de muziekvereniging Soesterberg naar voren gebracht. Persoonlijk ben ik niet helemaal tevreden over de gang van zaken. Ik heb waardering voor de wijze waarop de heer Plomp als wethouder de vragen heeft beant woord. Mij is gebleken dat ook de heer Plomp het zeer juiste standpunt inneemt dat de muziekvereni ging snel moet worden geholpen. Het heeft mij wel verbaasd dat de wethouders die lan ger in het college zitten dan de heer Plomp niets heb ben gezegd; ik zou graag hebben gezien dat een van die andere wethouders, die nu steeds kwaad zit te mompelen, hardop gaat praten, zodat wij weten wat hij bedoelt. Bij de muziekvereniging bestond zeer zeker de inten tie, dat er een goed samenspel tussen het college en de muziekvereniging mogelijk was. Het bestuur van de muziekvereniging was er pertinent van overtuigd, dat er naast de r.k.-kerk mocht worden gebouwd. Is de lange duur van een artikel 19-procedure iets van de laatste tijd, want ik meen dat die procedure vroeger slechts vijf tot zes maanden duurde. Het maakt voor de muziekvereniging veel uit of het oefenlokaal f. 50.000,- of f. 100.000,- moet kosten. Maar ook voor de gemeente maakt de hoogte van dat bedrag veel uit, want hoe lager het bedrag, hoe min der de gemeente jaarlijks behoeft bij te spijkeren. Ik kan mij voorstellen dat het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk behoorlijk zware eisen gaat stellen aan het gebouw, wanneer er sprake zal zijn van een geïntegreerd geheel met de Stichting jeugdwerk. Wanneer bouwen aan de Kerklaan niet op korte termijn mogelijk is, mag de muziekvereniging dan - los van de Stichting jeugdwerk - wel bouwen in Steenberghe? Wanneer dat zo is, kan er misschien volgende maand worden gebouwd. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Mevrouw de voorzitter! Ik begrijp een en ander niet. Er is sprake van een complexe materie, want de kwes tie van oefenruimte voor muziekverenigingen in Soest en Soesterberg is complex. Wij hebben een culturele commissie. Waarom heeft de C.D.A.-fractie deze kwes tie niet in de culturele commissie gebracht? Deze zaak behoefde toch niet per se in de raadsvergadering te worden besproken? De heer VAN POPPELEN: Mag ik daar op antwoord geven? De VOORZITTER: Neen, mevrouw Van Stiphout is nu aan het woord en daarna wil ik de heer Plomp ge legenheid geven te antwoorden. Vervolgens kan de heer Van Poppelen opnieuw het woord krijgen. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wij zijn eind januari uit elkaar gegaan met de bedoeling om op een later tijdstip weer om de tafel te gaan zitten. Ik geloof dat wij dat, mede naar aanleiding van de binnengekomen brief van de muziekvereniging, zeer gauw moeten doen. Medegedeeld is dat er zich problemen zullen voor doen met betrekking tot de termijn waarop kan wor den gebouwd, wanneer wordt vastgehouden aan het plan naast de r.k.-kerk. Ik meen dat het niet nodig is te herhalen hetgeen daarover is gezegd. De Stichting jeugdwerk en de muziekvereniging moe ten niet geïntegreerd in één gebouw optreden; ook een gescheiden opzet is mogelijk. Daarover heeft over leg met de dienst openbare werken plaats gevonden. Wanneer in het beschikbare terrein de ruimte kan wor den gevonden, is het uiteraard mogelijk om beide za ken los van elkaar te zien. Van het terrein dat be schikbaar is zal het afhangen of beide zaken aan el kaar moeten worden geplakt. Daarover had kunnen worden gesproken, wanneer de besprekingen na eind januari op de normale wijze waren voortgezet. De VOORZITTER: Dames en heren! Vroeger was het mogelijk om een artikel 19-procedure toe te pas sen, wanneer het plan bij de P.P.D. lag. Tegenwoordig moet het plan bij de P.P.C. zijn, na het vooroverleg. Stel dat wij morgen beginnen met het klaarmaken van een plannetje. Dan moeten er een kaart, een .toe lichting en voorschriften komen. Daarmede zijn wij zeker één maand kwijt. Het plan gaat dan naar de P.P.D. en alle andere instanties voor het vooroverleg, waarvoor twee maanden moeten worden berekend (to taal ten minste drie maanden). Vervolgens moeten de opmerkingen worden verwerkt en daarmede is ten minste één maand gemoeid (totaal vier maanden). Daarna gaat het plan naar de P.P.C. Wanneer de P.P.C. een heel erg goede bui heeft en wanneer er sprake is van een niet zó belangrijk plan, is het mo gelijk dat deze commissie volstaat met het alleen in zien van het plan, maar meestal wordt tot behandeling in de P.P.C. overgegaan. Wanneer de P.P.C. niet tot een behandeling in de commissie overgaat, is de to- taaltijd zes maanden. Vanaf dat moment mag een arti kel 19-procedure gedurende één maand ter inzage worden gelegd (totaal zeven maanden). Daarna gaat de artikel 19-procedure naar gedeputeerde staten en wij mogen tegenwoordig pas na drie maanden jenge len en dan zijn wij aan een termijn van ongeveer tien maanden. Er kan, wanneer de P.P.C. erg hard wil werken, van die termijn misschien één maandje wor den afgeknepen, maar dan houden wij nog altijd ne gen maanden over. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! De heer Van Poppelen wenst van mij nog een antwoord. Enkele jaren geleden heb ik een allereerste gesprek gehad met de muziekvereniging. Bij dat gesprek was ook de voorganger van de huidige wethouder van cul tuur aanwezig. Toen werd gesproken over de moge lijkheid om aan de Sterrenbergweg een oefenlokaal te bouwen. Ik had er begrip voor dat de muziekvere niging niet zo graag op die plaats wilde zitten, omdat het punt nogal acentrisch was gelegen. Daarna heb ben wij de muziekvereniging gevraagd of zij een plaats op het in ontwikkeling zijnde sportterrein aan de Kerklaan in overweging wilde nemen. Daarna heb ik geen gesprekken meer met de muziekvereniging ge voerd. Tijdens de huidige raadsperiode is het eerste gesprek gevoerd tussen de muziekvereniging en wethouder Plomp. Deze heeft uitgelegd welke moeilijkheden zich zullen voordoen, wanneer de muziekvereniging het oefenlokaal naast de r.k.-kerk wil situeren. Tij dens die uitleg mompelde ik er tussendoor, dat wij daarop reeds in een eerder stadium hadden gewezen, omdat er sprake is van een planologisch moeilijke si tuatie. De heer VAN POPPELENMevrouw de voorzitter! Dat js dan duidelijk. Ik wil vriendelijk zijn tegen mevrouw Van Stiphout. 126

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 127