berg het sprookje in de wereld is gekomen, dat bij het cervixonderzoek een mobiel centrum zou worden in geschakeld. Dat is niet zo. In Soesterberg is helaas geen vaste ruimte die voldoet aan de te stellen eisen. In het nieuwe gezondheidscen trum zou die ruimte eventueel wel aanwezig zijn. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 57 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het verbeteren van de luchttoevoer en ventilatie- luchtafvoer in de keukens in gemeentewoningen. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. 58 Voorstel tot het verlenen van een éénmalig subsidie van f. 1.125,- in de kosten van een opleidingscursus ten behoeve van de welfarehelpsters van de Stichting „De Zonnebloem", afdeling Soest. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw de voorzitter! Mijn fractie is erg blij met dit voorstel, juist omdat het gaat om een opleiding van vrijwillig sters. Die opleiding is erg belangrijk. Het is een goede zaak dat bejaarden en vooral chronisch zieken zinvol creatief bezig zijn. Daarom ondersteunt mijn fractie dit voorstel van harte. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 59 Voorstel tot het indienen van bezwaren tegen het voornemen om het pand Eigendomweg 107 te plaat sen op de lijst met onroerende monumenten. De VOORZITTER deelt mede dat door de heer W. Zweers naar aanleiding van dit voorstel de volgende brief is ingezonden: „Geacht college, Mede namens de heren J.L. Roos en mr. M. v.d. Werff bericht ik u het volgende: Met verontrusting hebben wij kennis genomen van het standpunt van het college van burgemeester en wet houders dat de boerderij, gelegen aan de Eigendomweg no. 107, ondanks bereidverklaring van de eigenaar en van het ministerie, niet op de monumentenlijst dient te worden geplaatst. Het gaat ons daarbij vooral om de argumentatie van het college, nl. dat plaatsing op de monumentenlijst te zijner tijd moeilijkheden met zich mee zou kunnen brengen omdat eventueel aldaar te realiseren bebouwing van een ander karakter zou kunnen zijn. Men kan dit onzes inziens moeilijk anders lezen dan als een streven van het college, zich de mo gelijkheid tot sloop van de boerderij voor te behou den. Hiertegen willen wij met kracht protesteren. Niet al leen lijkt dit ons nl. onredelijk tegenover de eigenaar die het pand van de gemeente gekocht heeft en het op eigen kosten heeft laten restaureren zodat het zich in de huidige voortreffelijke staat bevindt, maar in het bijzonder ook hebben wij bezwaren tegen het voortgaande verlies aan dergelijke markante punten in onze gemeente. Reeds téveel zogenaamde witte boerderijen en boerderijtjes vielen hier door de slo pershamer ten behoeve van stadsuitbreidingen die door hun uniformiteit de wandelaar zich doen wa nen in Ureterp of Watergraafsmeer of onverschillig waar elders. Onzés inziens dient juist de nieuwbouw zich aan te passen aan het bestaande voor zover dat waardevol is. En het is u toch bekend dat deze witte boerderijen van oudsher een zeer specifiek Soester karakter dragen, zo zelfs dat daaraan gerefereerd wordt in de literatuur over het Nederlandse land schap (zie Prof. Dr. Ir. J.T.P. Bijhouwer: Het Neder landse Landschap, Amsterdam, Kosmos, 1971, p. 45- 48). Tracht u zich eens voor te stellen hoeveel minder eentonig en beter herkenbaar en daardoor beter leef baar onze nieuwbouwwijken zouden zijn als men min der achteloos zou omspringen met historisch en land schappelijk waardevol erfgoed. U moet eens opletten hoeveel gevarieerder en aantrekkelijker een saai wijk je kan worden als het een dergelijk karakteristiek ele ment bevat. Kaalslag is het makkelijkst, zonder twij fel: van achter de tekentafel kan dan ongehinderd worden ontworpen. Maar dat is een thans achterhaald standpunt: men komt overal tot het inzicht dat het ontwerpen dient te gebeuren vanuit het landschap, met het bestaande, de gegeven structuur (voor zover van waarde) als uitgangspunt. Die bestaande, in vele eeuwen gegroeide structuur verschaft een plaats haar eigen karakter (de rijtjes huizen heffen dat eigen ka rakter op). Dat verwaarlozen of zelfs vernietigen is een zware misstap in de moderne ruimtelijke orde ning. Die gedachte vormt ook de kern van het uitste kende artikel van de architecten Bos en Roorda van Eysinga (jazeker, van het Bureau OD 205 dat ook het bestemmingsplan Landelijk Gebied ontwikkelde): „Toenemende schaarste aan ruimte", in: Grenzen in zicht, reeks Natuur en Milieu no. 3, Amsterdam, 1974. Trouwens, is het niet het door u zelf vastgestel de bestemmingsplan Landelijk Gebied dat in het al gemeen (en niet alleen in landelijke gebieden) een dergelijke handelwijze als eis stelt? Het zij nog eens herhaald: reeds té veel is in Soest ten offer gevallen aan d» lege tekentafel. Wij willen daarom een beroep op u doen, er op toe te zien dat hieraan paal en perk gesteld wordt. De boerderij aan de Eigendomweg (hetzelfde geldt na tuurlijk voor de boerderij Klein Middelwijk) is slechts één, zij het een in het oog lopend geval (dat hij niet meer als boerderij fungeert - zoals burgemeester en wethouders tevens aanvoeren - is uiteraard in verband met het bovenstaande van geen enkel belang: De Waag wordt ook niet meer gebruikt om te wegen). Leden van de raad, we hebben nog steeds witte boer derijen in Soest. Hoelang nog en hoeveel nog? Rekent u het zich tot een taak om het restant te beschermen (dat hoeft niet altijd via de monumentenlijst). Belang rijk is dat de gedachte gemeengoed wordt dat het hier om waardevol bezit gaat dat een actief (niet afwach tend, dan is het al gesloopt) beleid vraagt. Anders is er over vijfjaar van het „eigen gezicht" van Soest ge garandeerd niets meer over." De VOORZITTER: Dames en heren! In den vervol ge zullen wij laat ingekomen brieven in 25 exempla ren laten fotokopiëren, zodat ze voor u ter inzage liggen bij de aanvang van de vergadering. De heer VISSER: Dat vind ik een verstandig besluit, want u hebt die geweldige brief erg snel voorgelezen. De VOORZITTER: Het is een mooie brief, maar ik wil u niet te lang ophouden. De heer VISSER: Die brief zou eigenlijk heel lang zaam moeten worden voorgedragen; hetgeen u, me vrouw de voorzitter, er nu van hebt gemaakt was on voldoende. Mevrouw de voorzitter. Wij zijn zo gefascineerd door het jaar van de vrouw dat wij naar ik meen vergeten 128

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 129