berekeningen. Er is één adviseur bijgekomen. Dat wisten wij niet. Maar het is wel gebeurd. Ik neem haast aan dat dat mede op verzoek van de raad, zij het indirect, is gebeurd. Toen in 1972 het krediet aan de orde was, is er gesproken over de verschuifbare bin nenwanden en de geluiddichtheid daarvan. Gemeen tewerken heeft daarop, zonder daarvoor de toestem ming van het college te vragen, een akoestiekadviseur aangetrokken om met betrekking tot de geluiddicht heid van de verschuifbare binnenwanden te advise ren. De overige adviseurskosten waren aanvankelijk ingecalculeerd in de op basis van kubieke-meterprij- zen berekende opgaven, maar ze zijn niet opgenomen in de definitieve opgave. Als de adviseur ten aanzien van de installaties, de cen trale verwarming en de elektriciteitsvoorzieningen is het bureau Valk te Amsterdam ingeschakeld. Dat is in overleg met het college gebeurd. Ik weet niet welke constructeur door gemeentewerken is ingeschakeld en ik weet ook niet of hij in overleg met de betrokken wethouder is ingeschakeld. Ik heb in 1972 inderdaad gezegd dat er in de investe ringsnota 1970 - 1985 een hoger bedrag dan het toen gevraagde krediet was opgenomen. Ik heb dat toen he lemaal uit mijn hoofd gedaan. Het in de investerings nota opgenomen bedrag was evenwel f. 2,5 miljoen. In het begin van deze nota staat overigens dat men is uitgegaan van de prijzen van 1970 en dat de genoem de bedragen zouden moeten worden aangepast. Ik heb mij in 1972 vergist met wat ik over de investeringsno ta heb gezegd, maar aan de andere kant zou kunnen worden gezegd: Als er toen was geïndexeerd, zou het in de investeringsnota met betrekking tot het kantoor gebouw van gemeentewerken vermelde bedrag mis schien wel hoger zijn geweest. Ik heb in 1972 inderdaad gedacht dat het toen ge vraagde krediet ook meubilair betrof. Die gedachte was onjuist. Ik herinner mij overigens uit het verle den, dat wij indertijd in het college hebben besproken dat in het algemeen hetzelfde meubilair zal worden gebruikt, maar dat er hier en daar wel enige aanvul ling van het meubilair nodig zou blijken, onder andere als gevolg van slijtage. Ik deel de mening dat wij in de stukken ten onrechte het percentage 50 in plaats van het percentage 34 of het percentage 37 hebben genoemd. De raad heeft inderdaad geen inspraak gehad bij het inschakelen van de adviseurs. Ik zou mij kunnen voorstellen dat de raad in het vervolg te dien aanzien wel inspraak wil hebben. Dat zou misschien nuttig kunnen zijn. Ik ben bereid om hierover in het college te spreken. De heer VAN EE: Niet de raad, maar de commissies moeten te dien aanzien inspraak krijgen. Wethouder EBBERS: Ik vind het best. Mijnheer de voorzitter. Als de dienst gemeentewer ken het gebouw zal hebben betrokken, zal er niet gek veel ruimte overblijven. Een deel van de overblijvende ruimte zal vermoedelijk worden gebruikt voor een der diensten op de secretarie die momenteel in een erg moeilijke huisvestingssituatie verkeert. Er zal niet zo veel ruimte overblijven als wij aanvankelijk dachten. Als ik nu uitga van 68 personen en gemiddeld onge veer 10 m2 per persoon, dan valt het mee, ook in ver houding tot de normen zoals ik die in andere gebou wen aantref. Maar ik wil wat dit betreft mijn mening graag voor een betere geven, want ik ben in dezen geen expert. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik meen te we ten dat er ten aanzien van de klimaatbeheersing wel degelijk met het personeel overleg is gepleegd en zelfs is geënqueteerd. De opmerking van de heer Visser dat er helemaal geen inspraak is geweest dient op zijn minst gecorrigeerd te worden in: Er is inspraak ge weest. Alleen kan men twisten over de breedte en de diepte. Ook over het plan zelf is met personeelsleden duidelijk gesproken. Er is door de burgemeester een op 29 april a.s. te houden vergadering van de raadhuiscommissie gepland. De heer DE WILDEDaar ging het mij niet om. De VOORZITTER: Neen, maar ik ben ook nog niet uitgesproken. De heer DE WILDE: Ik wil graag de beloften gehono reerd hebben. De VOORZITTER: Het is de bedoeling dat de zaak dan opnieuw wordt bekeken. De heer Van Poppelen heeft straks bij interruptie gezegd: Toen heeft de raad een soort programma van eisen opgesteld. Daarop zou ik willen zeggen: Toen is nu niet. Ik zou mij dan ook levendig kunnen voorstellen dat de raadhuiscommis sie uit de tegenwoordige raad op basis van De heer VAN POPPELEN: Dat werd niet gevraagd. Er werd gevraagd of er een programma van eisen is en daarop heb ik gezegd, dat er inderdaad zo'n program ma is. De VOORZITTER: Ja, maar het is duidelijk dat er nu van de situatie van thans zal moeten worden uitge gaan en bovendien (dit vind ik een bijzonder belang rijk punt) rekening moet worden gehouden met de nieuwere inzichten ten aanzien van de organisatie van een gemeente. Ik meen dat de raadhuiscommissie van het begin af aan deze zaak zal dienen te begeleiden en dat op een gegeven moment de gehele raad zal dienen te worden geïnformeerd over een gedachte opzet die dan ter discussie komt. Ik meen dat inderdaad het programma van eisen ten aanzien van het raadhuis op tafel dient te komen en wel zo tijdig, dat er nog wij zigingen en inspraak van de raad mogelijk zijn. Dames en heren. Wat de bewaking betreft tendeert het college met betrekking tot grote projecten gelei delijk aan in de richting van regelmatige overzichten, die ook in de desbetreffende commissies kunnen wor den bekeken en besproken. Er zullen binnen afzien bare tijd voorstellen komen om te dien aanzien te me chaniseren en daardoor veel sneller en ten aanzien van meer onderdelen zulke overzichten te produce ren. Het college zou u nu willen voorstellen dat de discus sie wordt beperkt tot de bouwkosten in de door de heer Ebbers aangegeven zin en dat wij de aanvullende zaken een volgende keer, maar dan beter onderbouwd, opnieuw aan u voorleggen met de benodigde argu mentatie. De heer DE WILDE: Dat hoeft wat mij betreft niet, mijnheer de voorzitter. Dat is niet de zaak waar het bij mij om draait. Het gaat hier om een werkrelatie en een bevoegdhedenafbakening tussen de raad en het college. Ik heb er groot respect voor dat de heer Eb bers het heeft kunnen opbrengen om hier vanavond te spreken zoals hij dat heeft gedaan, terwijl hij voor zo ver ik weet een van degenen is die in het vorige colle- 156

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 157