v
Wethouder EBBERS: Ja.
De heer DE WILDE: Dan vind ik dat onder die om
standigheden het het verstandigste zou zijn als de raad
vanavond besloot het krediet aan te vullen tot f. 4
miljoen en verder uitsprak, dat hij het voorstel van
burgemeester en wethouders afwacht ten aanzien van
hetgeen er nu verder nog nodig is met betrekking tot
de f. 275.000,-. Dan kan er in het kader van de kwes
tie van de parkeerplaats misschien ook nog worden
ingegaan op de vraag van de heer Van Logtenstein
over wat er voorheen is gezegd over het wel of niet af
breken van oude gebouwen. Ik zou mij op dit punt
dus graag achter het college willen scharen.
De heer VAN EE: Mijnheer de voorzitter! Ik wil
het door de heer De Wilde ondersteunde voorstel
van de heer Ebbers ondersteunen. Als wij het geheel
nu een maand aanhouden, kost ons dat wat de finan
ciering betreft f. 10.000,-. Dat vind ik het aanhou
den niet waard.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Ik vind het toch een
wat vreemde zaak, mijnheer de voorzitter. Als er een
brief uitgaat waarin een woord fout staat, hebben wij
daar enorm woorden over. Nu is ons een stuk over
enorme bedragen gepresenteerd waarin pertinente
leugens staan. Er wordt in dit stuk nl. duidelijk gere
lateerd aan de indexcijferstijging die is misbruikt. Dan
vind ik het niet juist dat wij dat blijven handhaven.
Dan meen ik dat het stuk moet worden herschreven.
De heer DE WILDE: Hetgeen het college heeft ge
zegd speelt hier toch ook een rol?
De heer VAN LOGTENSTEIN: Dat kan wel zijn,
maar
De heer DE WILDE: Er is toch een toelichting op ge
geven?
De heer VAN LOGTENSTEIN: het stuk is on
juist. Daar blijf ik bij.
De heer DE WILDE: U mag het woord „leugens" in
dit verband niet gebruiken, vind ik. Dat gaat te ver.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Dat heeft u zelf ge
bruikt.
De heer DE WILDE: Neen. Ik heb gezegd dat ik het
een ongelukkige presentatie vind.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Dat wil ik dan over
nemen. Dat is bijna hetzelfde.
De heer DE WILDE: Het woord „leugens" heb ik
niet gebruikt.
De VOORZITTER: Zullen wij onze woordspelingen
stoppen dames en heren? Het uitgangspunt is naar
mijn mening dat het college het voorstel handhaaft
om het krediet voor de bouwkosten vanavond aan te
vullen tot omstreeks f. 4 miljoen en dat het college
de raad de volgende keer over de f. 275.000,- plus
wat andere posten een goed gedocumenteerd voor
stel zal doen. Kan de raad zich hierin vinden of wenst
men stemming?
De heer OLDENBOOM: Wij vragen stemming, mijn
heer de voorzitter. Kredieten tot „omstreeks f. 4 mil
joen" hebben wij nog nooit goedgekeurd.
De VOORZITTER: Dat is ook niet nodig, want dan
gaan we even het zuivere bedrag noejnen.
Wethouder EBBERS: Het exacte harde cijfer is
f. 3.981.202,—, mijnheer de voorzitter.
De VOORZITTER: Dan is dit het krediet waarover
het gaat en gaan we hierover stemmen, dames en he
ren.
De heer VAN POPPELEN: Waarom is, als wethouder
Ebbers dit nu allemaal zo goed wist, ons niet even
een gewijzigd voorstel voorgelegd, mijnheer de voor
zitter? Dat was veel praktischer geweest.
De VOORZITTER: Dat zou gekund hebben als deze
gegevens in hun totaliteit zo tijdig bij elkaar waren,
dat dat had gekund. Maar het was eenvoudig onmoge
lijk en vandaar dat wij het zo hebben moeten doen als
wij het hebben gedaan. De raad kan nu bij stemming
uitmaken of hij dit al dan niet accepteert.
Hierna wordt het voorstel van het college om het op
16 november 1972 door de raad verleende krediet
van f. 2.850.000,- aan te vullen tot f. 3.981.202,— in
stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 9
stemmen.
Voor hebben gestemd de leden: mevrouw Korthuis-
Elion, mevrouw Van Stiphout-Croonenberg, De Wil
de, mevrouw Van Gelder-Cornelissen, Van Ee, me
vrouw Oranje-Entink, mevrouw Alting-Ambrosius,
Ebbers, Blaauw, Van Aalst, Van den Brakel, Hilhorst
en De Haan.
Tegen hebben gestemd de leden: mevrouw Greef-
horst-Van Overdam, Van Logtenstein, Smit, Stam,
Verheus, Oldenboom, Visser, Hoekstra en Van Pop-
pelen.
84 Voorstel met betrekking tot de aanleg van een cen
trale antenne-inrichting in Egghermonde en Steen-
berghe te Soesterberg.
De voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde:
Brieven d.d. 3 april 1975 en 11 april 1975 van de
Wijkraad te Soesterberg met betrekking tot de aanleg
van een c.a.i. te Soesterberg.
De heer STAM: Mijnheer de voorzitter! Onze frac
tie gaat ervan uit, dat de consument recht heeft op
een perfect distributiesysteem en een goed con
tract. Onder een goed contract verstaan wij: een niet
eenzijdig contract. De heer Van Stekelenburg, de
voorzitter van de Vocai, schrijft over de technische
kant in het blad De Ingenieur van 27 februari 1975
het volgende
„De consument moet een perfect communicatiesy
steem worden aangeboden dat voorziet in zijn huidi
ge en aanstaande behoeften."
Tot de behoefte van vandaag rekent de heer Van Ste
kelenburg ook de ontvangst van België Vlaams en
Engeland. Dit wil zeggen dat wij inclusief Nederland
I en II en Duitsland I, II en III moeten kunnen be
schikken over meer dan zes televisiekanalen. Het blijkt
dat het vhf-kanaal Lopik IV hier niet is te gebruiken;
met andere woorden: in het vhf-systeem hebben wij
de beschikking over slechts vijf kanalen.
In de praktijk blijken er vele klachten te zijn over de
fm-ontvangst. In de offerte van Siemens van 20 maart
jl. wordt hierover weinig gezegd; hierin worden drie
fm-zenders aangeboden. Vos garandeert in zijn offer
tes van 16 januari en 17 februari jl. drie Nederlandse
en drie Duitse fm-zenders met daarbij een ruisvrije en
storingsvrije stereo-ontvangst. Dit kan alleen als ge
bruik wordt gemaakt van een speciale fm-kanaaltech-
niek, nl. een fm-selector. Deze techniek is vrij kost
baar. Past Siemens deze techniek niet toe?
Siemens biedt aan een televisiekabelnet, een z.g. aftak-
systeem, vhf/uhf voorbereid, dus waarschijnlijk niet
voorzien van een actieve uhf-apparatuur en thans ge
schikt voor hoogstens zes televisiekanalen. Wat kost
160