bij dit systeem uitbreiding tot de kanalen 7, 8 en 9
tot en met 12? Dit schijnt nogal grote verschillen op
te leveren. Verder biedt Siemens geen wijkcentrum
aan in zijn offerte. Dit scheelt f. 900,-.
Vos biedt aan een televisiekabelnet, een z.g. aftaksy-
steem, vhf/uhf-geschikt, voorzien van een actieve uhf-
apparatuur. Wat kost in dit geval uitbreiding tot de
kanalen 7, 8 en 9 tot en met 12? Het wijkcentrum is
in de prijs inbegrepen. Bij Vos worden er in de stam-
leidingen geen afzonderlijke verdelingen gemaakt; al
le stamleidingen worden naar de versterker kasten te
ruggevoerd. De serviceverlening kan dan hoofdzake
lijk vanuit de versterkerkasten geschieden. In Eggher-
monde zijn vier versterkerkasten gepland. De z.g.
stamleidingen lopen vanaf de versterkers naar de hui
zen. Vindt het college deze mogelijkheid tot service
verlening enz. geen voordeel? Vos garandeert in elke
woning nagenoeg hetzelfde signaal. De abonnee kan
geen invloed uitoefenen op de kwaliteit.
Wat zijn bij de nieuwbouw de kosten van de coax3-
bekabeling van de groepsversterker naar de eindver
sterkers?
Ik heb begrepen dat er wat de 56 woningen aan de
Prof. Lorentzlaan betreft geen entreegeld moet wor
den betaald. Als dit inderdaad het geval is, mist de
gemeente 56 x f. 250,-. Hoe wordt dit gefinancierd?
In een contract van de gemeente Veenendaal worden
de te ontvangen televisiezenders met name genoemd,
nl. zes televisiezenders, waaronder België. Bij infor
matie bij de gemeente Veenendaal bleek dat een zeer
groot concurrentievoordeel op te leveren, omdat men
graag België Vlaams wil ontvangen. Bestaat deze mo
gelijkheid ook in Soesterberg? Ik heb gehoord dat
ook de centrale antenne-inrichting in de wijk Schot
horst in Amersfoort België Vlaams ontvangt.
Ik mis Steenberghe in de offertes. Wel heb ik gezien
dat er ten aanzien van Steenberghe in de begroting
f. 10.000,- is opgenomen. Is dit niet te weinig?
Mij is bij herhaling ter ore gekomen dat een centrale
antenne-inrichting van een fabriek uit het zuiden des
lands te duur zou zijn. Bij nadere informaties is ge
bleken dat eerder het tegendeel het geval zou zijn.
Wij verzoeken het college het voorstel tot de volgen
de raadsvergadering aan te houden voor nader overleg.
De heer VAN POPPELEN: Mijnheer de voorzitter!
Het betreft hier een belangrijke zaak voor Soester
berg. Onze fractie betreurt het zeer, dat de wijkraad
hierover totaal niet is gehoord. Ik verzoek het college
om met betrekking tot dergelijke belangrijke punten
de wijkraad beslist niet meer te vergeten.
De heer VAN AALST: Mijnheer de voorzitter! In
tegenstelling tot de heer Stam heb ik begrepen dat
wij in Soesterberg nu gaan krijgen een vhf/uhf-voor-
bereid systeem,
De heer STAM: Voorbereid, ja, maar niet geschikt.
De heer VAN AALST: uitgevoerd in een z.g. mi-
ni-sternet. Het vhf/uhf-voorbereid zijn wil naar mijn
gevoel zeggen, dat wanneer later de vhf-kanalen moge
lijkerwijze wegvallen, er door middel van een kleine
technische ingreep in het kopstation eenvoudig kan
worden overgeschakeld op de uhf-band. Ik ben dan
ook van mening dat wij volledig kunnen instemmen
met het door het college voorgestelde systeem.
De heer DE WILDE: Mijnheer de voorzitter! Ik zit
met de vraag van Soesterberg. Ik vind een dergelijke
vraag op zich zelf wel echt gerechtvaardigd, maar ik
zit ermee omdat het beleid van de wijkraad een beet
je wisselend is. Toen in de commissie openbare wer
ken bleek dat dreigde, dat het voorstel vanavond niet
zou worden behandeld, heeft men van de kant van
de wijkraad zeer aangedrongen op behandeling en ge
vraagd of men daarbij aanwezig zou mogen zijn, om
dat men graag zou willen meespreken. Naderhand is
er in verband met het feit dat er enige onzekerheid
over bestaat of hetgeen wij doen past in het beleid
van de staatssecretaris van verkeer terzake van de
nota betreffende het beleid inzake de aanleg en ex
ploitatie van draadomroepinrichtingen, een vergade
ring van de wijkraad geweest. Ik heb de discussie in
de wijkraad gevolgd en ben toen een beetje in verwar
ring gebleven. Ik neem op dit moment het standpunt
in, dat als er straks van het college uitsluitsel komt
over de vraagpunten die er bestaan en wij in redelijk
heid kunnen aannemen, dat daardoor ook de vraag
punten van de wijkraad zijn opgehelderd, ik geen be
hoefte aan uitstel heb. Hierover zou vanavond met
de aanwezige vertegenwoordigers van de wijkraad
kunnen worden overlegd. Als er bij de wijkraad of bij
ons belangrijke vraagpunten zouden blijven bestaan,
zou ik ervoor voelen de zaak een maand aan te hou
den en er nog eens over te praten.
Ik raak er steeds meer van overtuigd, dat wij eigen
lijk een algemene beleidslijn moeten vaststellen.
Want wat wij in Overhees hebben gedaan is ad hoe
werk en dat doen wij nu in Soesterberg weer, terwijl
er grote vraagtekens bestaan, bijvoorbeeld met betrek
king tot de beheersvorm. Zal het beheer worden ge
voerd door de gemeente, een stichting, een andere
rechtspersoon of een particuliere instelling? De vorm
en de inhoud van de centrale antenne-inrichting staan
reeds verder ter discussie, er zijn vragen ten aanzien
van de kwaliteitseisen - ook en niet in het minst aan
de orde gesteld vanwege de publicaties van de Consu
mentenbond - en de financiële aspecten.
En dan is er nog de belangrijke vraag van de aansluit-
plicht met de daarmede samenhangende vraag of
iemand belet kan worden dan wel moet worden, al
dan niet door een bepaling in de bouwverordening, er
zelf een antenne op na te houden. Ik verwijs naar het
stuk van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
dat bij de stukken heeft gelegen en waarin de vereni
ging deze zaak erg problematisch stelt, terwijl wij tot
nu toe geneigd zijn om, hetzij via de algemene poli
tieverordening, hetzij via de bouwverordening, het
mensen onmogelijk te maken om zelf een antenne te
hebben, ook om esthetische redenen en dus in feite
verplichten om op de centrale antenne-inrichting aan
te sluiten. Het betreft hier een complexe materie
waarbij de bestuurders in heel sterke mate worden
geconfronteerd met de vraag waar het evenwicht ligt
tussen de vrijheid van de enkeling en de op het spel
staande gemeenschapsbelangen.
Ik vind dat wij in stede van steeds in de pragmatische
sfeer van gebied tot gebied wat te doen eerst eens
zouden moeten proberen om een beleidslijn voor dit
soort vraagstukken uit te stippelen. Het college heeft
dit met betrekking tot Overhees wel in het vooruit
zicht gesteld en het doet dat nu weer, maar het moet
er dan ook een keer van komen, hoe moeilijk de ma
terie ook is.
De bij de stukken gevoegde brief van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, de artikelenserie in het
blad De Nederlandse Gemeente en de nota van staats
secretaris Van Huiten moeten dienen om een nota
161