g'g-k- 'entraal lu Vestigings- 1 Rijksgenoten gemeentebestuur heeft gevraagd of er voldoende so ciale opvang, onderwijsmogelijkheden enz. zijn. Voor het beantwoorden van deze en dergelijke vragen is het gemeentebestuur van de plaats van vestiging de eerstaangewezene. Als het centraal bureau, dat ressor teert onder het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk, dat in dezen de verantwoorde lijkheid draagt, nalaat daarover het gemeentebestuur te raadplegen, maak ik daar bezwaar tegen. Dit is niet origineel, want in Almelo heeft zich precies hetzelfde afgespeeld en de minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk heeft van de raad van Almelo een motie aan zijn broek gekregen waarin die raad vol komen terecht bezwaren heeft gemaakt tegen dit be leid. Het gaat hier om de vraag hoe wij moeten opereren als raad van deze gemeente met het college van burge meester en wethouders in situaties waarin ons wel wordt gevraagd om een stuk welzijnswerk te doen, maar waarbij degene die dat werk van ons verwacht, zich niet de moeite getroost om zich eerst behoorlijk te oriënteren. Dit betreft de kern van de zaak. Het gaat hier nl. niet om iets dat wij zelf hebben uitge vonden. De kern van de zaak is, dat het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk in Het Witte Huis 180 plaatsen voor Surinamers heeft be sproken, er niet eerst over heeft gepraat wat voor ef fect dat voor de Turken zou hebben en zich ook niet heeft afgevraagd of het samenbrengen van zovele Su rinamers in Het Witte Huis en van ruim honderd Tur ken in een huis op 50 m afstand daarvan uit een oog punt van de hele gang van zaken in de gemeente Soest al dan niet toelaatbaar is. Ik handhaaf dan ook, on danks het bezwaar van de heer Visser, mijn mening dat het beleid van het ministerie van cultuur, recrea tie en maatschappelijk werk in dezen onzorgvuldig is geweest. Ik doe dit op grond van de mededelingen die u daaromtrent heeft gedaan en hetgeen wij er sedert zaterdag over gewaar zijn geworden. De Werkgroep Buitenlandse Werknemers heeft ons stukken toege stuurd over de opvang van de buitenlandse werkne mers. Ik heb er begrip voor, dat het hoofd van de-- /wer-kgr-eep voor de opgave staat om verschrikkelijk veel werk in korte tijd te doen en ik kan dus ook be grijpen, dat een dergelijke slipper gebeurt. Desalniet temin vind ik het in het aangezicht van wat er zich in menselijke zin afspeelt onzorgvuldig. Al met al dreigt het probleem waarvoor wij staan, niet te worden opgelost. Zeven Turken die uit Het Witte Huis in een pension aan de Hooglandseweg in Amersfoort zijn geplaatst, zijn teruggekomen, aange zien dat pension niet blijkt te voldoen aan de terzake geldende criteria. Die zeven en 24 andere Turken moeten naar Lunteren. Zij worden van Bunschoten naar een verblijfplaats op 35 km afstand gebracht. Zij hebben voor een deel ploegendienst. Zij hebben een arbeidsovereenkomst met Polynorm. Polynorm heeft zich verplicht om voor passende huisvesting en voe ding zorg te dragen, maar zegt ook: Als het aanbod van passende huisvesting en voeding niet wordt geac cepteerd, is onze taak geëindigd. Ik stel dat ik vind dat het op onze weg ligt om het college te vragen on der het oog te zien of er een alternatief is te vinden voor het pension dat men in Lunteren op het oog heeft en waarin nu nog zestien Turken zijn onderge bracht. De vraag of dat een passende huisvesting is vind ik zeer terzake gezien de afstand tussen Bunscho ten en Lunteren. Ik denk dat als het gemeentebe stuur met Polynorm gaat overleggen, waarbij dan mo gelijkerwijze ook andere instanties betrokken zullen zijn, Polynorm bereid zal zijn om de vraag onder het oog te zien of er werkelijk geen enkele andere op- vangmogelijkheid voor deze mensen te vinden is dan uitgerekend in dat pension te Lunteren. Ik heb in de krant gelezen dat vanwege Polynorm is gezegd: Dat hebben wij gecontracteerd en daar hou den wij ons aan. Ik zou het erg jammer vinden als dat niet meer bespreekbaar zou zijn. Ik hoop dat het te bespreken is en dat men ook in verband met afstand en nachtdienst de vestiging in Lunteren toch wel be zwaarlijk vindt. Is het college bereid om hierover met Polynorm te spreken en na te gaan of er misschien toch gezamen lijk een inspanning kan worden gedaan om voor de 31 Turkse arbeiders een andere oplossing te vinden dan in Lunteren, op een kortere afstand van Bunscho ten, in een ten opzichte van Het Witte Huis redelijk vervangend onderkomen? Als de 31 Turken naar Lun teren moeten, zijn zij de dupe geworden van het ge schuif dat er met de mensen heeft plaats gevonden. Dat is de kern van de zaak. Dat wast al het water van de zee niet weg. Het is een haastwerk, want op 1 mei moeten de 24 Turken uit Het Witte Huis ver dwenen zijn. Het wordt dus tijd dat we proberen een oplossing te vinden. Hoe het platform waarvoor de heer Visser pleit vol gens hem precies moet zijn weet ik niet, maar ik steun deze gedachte wel. Ik heb het gevoel dat wij ons niet afstandelijk ten opzichte van deze dingen kunnen opstellen. Het speelt zich in deze gemeente af; wij hebben hier Turkse arbeiders en Surinamers in ons midden. Er liggen grote menselijke problemen. Ik heb met de heer Van Poppelen erg veel respect voor de rust waarmede de Turkse arbeiders een en ander ondergaan. Voor een deel speelt het zich af bijna buiten hun gezichtsveld, wantje weet niet of het allemaal tot hen doordringt. Er wordt over deze mensen gepraat en gedaan en er wordt met hen ge schoven. Ik heb de indruk dat zij desalniettemin van enorm goede wil zijn, als de zaak maar goed wordt aangepakt en goed met hen wordt besproken. Ik stel voor dat het college met de commissie sociale zaken zeer regelmatig met de Werkgroep Buitenland se Werknemers officieel overlegt. Ik heb net als de heer Van Poppelen veel respect voor deze werkgroep. De leden van deze werkgroep besteden er heel veel tijd en moeite -aan om de buitenlandse werknemers hier te begeleiden. Ik vind dat er ook een zekere er kenning van deze werkgroep moet komen. Het lijkt mij van belang dat het college of de wethouder van sociale zaken met de commissie sociale zaken en de werkgroep er eens over gaat praten wat wij nu op dit gebied moeten en kunnen doen. Ik heb natuurlijk wel een zeker begrip voor de brief van de bewoners van de Birkstraat. Ik vind het alleen jammer, dat hij geschreven is. Er dreigen situaties die natuurlijk voor het oprapen liggen. Ik doel hier op de spanningen tussen mensen, op het feit dat er drie honderd a vierhonderd mensen bij elkaar worden ge bracht die allen van huis en haard verdreven zijn met alle emoties die daaruit kunnen voortvloeien, de dis criminatie en de moeilijkheden. Zou het niet veel verstandiger zijn als het college aan de bewoners van 173

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 174