In het memorandum regionale winkelplanning van het
E.T.I., het uitvoerend bureau, staat wel een doelstel
ling. Maar heeft Soest hier behoefte aan? Ik wil dit
gaarne betwijfelen. Wie of wat heeft burgemeester en wet
houders tot dit onderzoek aangezet? Liever had ik een
op vuistregels gebaseerd rapport gezien om daarna te be
zien of verder onderzoek nodig is en, zo ja, in welke vorm
het zou moeten geschieden. Dat heeft het voordeel dat je
kunt zien wat voor verschillen de conclusies geven. Open
baarheid is in dezen een vereiste,
f. 30.000,-- lijkt voor een consumentenenquête aan de
lage kant, tenminste als men de enquete zodanig wil doen
zijn, dat Soest er inderdaad iets aan heeft. Hierbij moet
gedacht worden aan de grootte van de steekproef en de
uitwerking van de gegevens.
Als dit onderzoek qua kostenoverschrijding uit de hand
loopt, wie betaalt dan een en ander?
Bij nader inzien vind ik het voorstel ondoordacht. Ik
stel het college voor eerst een memorandum lokale win
kelplanning te creëren en het voorstel nu aan te houden.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Naar aan
leiding van de opmerking van de heer Visser over super
stores en Maxis. moet ik zeggen: Ongeveer twee jaar ge
leden hebben wij in onze plannen een bepaling opgeno
men om zoveel mogelijk die ongewenste ontwikkeling
te vermijden.
Tijdens de behandeling van de rijksbegroting 1975 is be
kend geworden, dat het Besluit Ruimtelijke Ordening
mede op aandrang van het ministerie van economische
zaken in die zin zal worden gewijzigd, dat bij het opzet
ten van plannen binnen de gemeenten een winkelplan-
ningsonderzoek verplicht wordt gesteld. Op een gegeven
moment zul je als gemeente met betrekking tot je be
stemmingsplannen dus verplicht zijn om zo'n onderzoek
te hebben verricht. Ik geloof dan ook dat wij met het on
derhavige onderzoek alleen maar voldoen aan hetgeen
toch van ons zal worden verlangd wanneer wij met onze
plannen verder willen gaan.
(De heer Hoekstra verlaat, te 21.48 uur, de vergadering).
Reeds in 1971 of 1972 hebben wij als gemeente Soest
aan het Samenwerkingsorgaan Eemland gevraagd tot het
instellen van een regionaal onderzoek over te gaan. Dit
heeft nogal wat voeten in de aarde gehad bij de overige
gemeenten. Ik ben het er geheel met de heer De Wilde
over eens, dat je natuurlijk wel moet weten of alle be
trokken gemeenten eraan willen meedoen. Het is dan
ook de bedoeling van het college om deze zaak in deze
geest bij monde van de burgemeester in Eemland naar
voren te brengen. Want het heeft natuurlijk inderdaad
geen zin om iets te laten doen waar je geen behoefte aan
hebt. Aan de andere kant is het zo, dat er op dit mo
ment eigenlijk een gat ontstaat tussen de noordwest-Ve-
luwe en Gooiland. Daar zijn nl. wel onderzoekingen
verricht en er ontstaat nu als het ware een gat in het ge
heel waaraan wij momenteel behoefte beginnen te krij
gen, juist in verband met het kooplekonderzoek dat zo
even door de heer Visser ter sprake is gebracht en dat
bijzonder oud is.
Het is van belang te weten waar je met je winkelplan
ning naar toe gaat. In het kader van het ontwikke
lingsplan beveel ik de raad aan beslist wel akkoord te
gaan met het voorstel en dus in principe tot het instellen
van het onderhavige onderzoek te besluiten.
De VOORZITTER: Dames en heren! In de laatste ver
gadering van het Samenwerkingsorgaan Eemland is be
sloten om de Eemlandgemeenten voor te stellen een kre
diet te verlenen ten behoeve van het onderhavige onder
zoek. Nu meen ik dat het hiermede net is als met andere
onderzoekingen die wij graag in het kader van Eemland
zouden willen laten instellen De mogelijkheid is niet
uitgesloten dat enkele gemeenten in de regio Eemland
niet meedoen. Daar zijn soms ook heel oorbare argumen
ten voor, omdat wanneer men net zo'n beetje op de
grens van Eemland zit ik wil nu geen namen noemen),
men zich dikwijls ook al verbonden vindt in andere re
gionale onderzoekingen. Wij hebben er ook in het dage
lijks bestuur van Eemland wel over gesproken en daarbij
hebben wij gezegd: Mocht blijken dat het niet gelukt dat
alle gemeenten eraan meedoen, dan zou een aantal Eem
landgemeenten moeten besluiten om het onderzoek ge
zamenlijk te laten instellen, maar dan geschiedt het dus
niet in het kader van Eemland. Maar wij hopen dat alle
Eemlandgemeenten eraan meedoen en dat het met het
vervolg van de structuurschets zo zal gaan, dat ook het
winkelplanningsonderzoek een facet van de structuur
schets zou kunnen uitmaken. Ik wil hier evenwel niet
verhelen, dat het overleg over dit soort zaken in Eem
land niet zo gemakkelijk verloopt
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
13 Voorstel tot aankoop van grond en opstallen, gelegen
aan en nabij de Noorderweg.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzitter!
Ik heb de neiging om de wethouder van financiën de ge
le kaart te geven voor het niet bij de stukken aanwezig
zijn van het taxatierapport. Dit is de derde keer dat het
niet bij de stukken ligt.
In punt 11 van het ontwerp-besluit staat „indien het bod
c.q. de aanbiedingen". Het woord „bod" dient hier te
worden vervangen door: aanbod.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
mij een beetje verwonderd over de gang van zaken met
betrekking tot dit voorstel Ik weet niet of het voorstel
is behandeld in de commissie ruimtelijke ordening; ik ben
niet in de op 23 december 1974 of daaromtrent gehou
den vergadering van de commissie ruimtelijke ordening
geweest en kan dit dus niet beoordelen. Ik weet wel dat
wij op 2 januari jl. een openbare vergadering van de com
missie financiën hebben gehad, dat wij na die openbare
vergadering een besloten vergadering hebben gehad en dat
de voorzitter ons toen namens het college deze zaak
heeft voorgelegd, ongeveer in de geest waarin ze nu aan
ons is voorgelegd Ik kan niet namens mijn medeleden
van de commissie spreken Wij waren ook niet voltallig;
de V. V.D.-fractie was niet vertegenwoordigd. Ik heb toen
voor mijzelf terstond aangegeven, dat ik tegen het voor
stel in die zin opzag, dat ik het hiermede gemoeide bedrag
erg hoog vond. Ik had gezien dat het over ruim f. 8,— per
m2 gaat en ik vind datje met dit soort aankopen ook in
die zin voorzichtig moet zijn, dat ze geen precedenten
mogen zijn die straks bij andere aankopen een rol gaan
spelen Er is zelfs nog gesuggereerd dat degene ten behoe
ve van wie wij de onderhavige aankoop in het bijzonder
doen, er misschien verstandiger aan zou doen om zelf de
ze relatie op te bouwen, zodat de gemeente erbuiten zou
blijven. Ik' wil over de besloten vergadering van de com
missie financiën verder niet spreken, ik vertel dit alleen
omdat ik in tegenstelling tot de voorzitter van de finan
ciële commissie een ander idee had omtrent de conclusie
van de bespreking in die vergadering, Ik had nl het gevoel
dat men opnieuw met de eigenaar van de grond in relatie
zou treden, dat met name zou worden geprobeerd om nog
een bepaalde suggestie die wij deden, te realiseren en dat