- Notulen van 20 februari 1975.
Notulen van 21 februari 1975.
Notulen van 20 maart 1975.
94 Ingekomen stukken.
Nr. 8 Soest, 22 mei 1975
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 22 mei 1975 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, J,J. van den Brakel, J.J. Ebbers, M.A. van Ee,
mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, mevrouw J.
Greefhorst-Van Overdam, J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, me
vrouw E. Korthuis-Elion, R.A. van Logtenstein, G.H. Olden-
boom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp,
A.H.F. Smit, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croo-
nenberg, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving de leden: G.M.J. van Aalst, P.C.
Lange, J.R. van Poppelen en P.L.J.M. Storimans.
Eén vacature.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen.
Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter
plaats.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik deel u mede, dat
er bericht van verhindering is ingekomen van de heren Van
Aalst, Van Poppelen, Storimans en Lange.
Ik heet in het bijzonder welkom de leerlingen van de Da Cos-
taschool, die vanavond bij ons de kunst eens komen afkijken
en in de toekomst misschien raadsleden zullen worden.
93 Notulen van de raadsvergaderingen van .20. februari 1975,
21 februari 1975 en 20 maart 1975.
Op voorstel van de VOORZITTER wordt op pagina 44,
rechter kolom, in regel 21 van boven „geloof' vervangen
door „beloof' en op pagina 52, rechter kolom, in regel
24 van boven „van" vervangen door „tot".
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzitter!
Op pagina 85, rechter kolom, staat:
„De VOORZITTER schorst hierna, te 01.44 uur, de
vergadering".
Het is niet mijnbedoeling om hierover een discussie te
ontketenen, maar zoudt u niet eens met de fractievoor
zitters overleg willen plegen om te voorkomen, dat er te
vaak en te lang wordt vergaderd Ik denk dat voor vele
raadsleden die de volgende dag weer vroeg naar hun
werk moeten, te vaak en te lang vergaderen nog al
bezwaarlijk is. Bovendien is hier jaren geleden, toen de
heer Bentinck nog burgemeester was, eens een motie
aangenomen waarin werd uitgesproken, dat er na 22.30
uur niet meer zou worden vergaderd.
De VOORZITTER: Ik zal deze zaak dolgraag met de
fractievoorzitters opnemen, ten einde tot de instelling te
komen, dat iedere raadsvergadering vóór 22.30 uur zou
kunnen zijn beëindigd. Dit lijkt mij een goed idee.
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming vastge
steld.
Op voorstel van de VOORZITTER wordt op pagina 97,
linker kolom, in regel 7 van onderen „carvan" vervangen
door „caravan", op pagina 98, linker kolom, in regel 18
van boven „Landeindse Maten" vervangen door „Lang-
eindse Maten" en op pagina 102, linker kolom, in regel
36 van boven „stemming" vervangen door „bestem
ming".
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
a. Brief d.d. 8 april 1975 van de heren J.B.M. Eggink,
tandarts en P.H. Walter, arts, beiden te Soest, waarin
bezwaar wordt aangetekend tegen het hanteren van ver
schillende verkoopprijzen van gronden in het plan
Smitsveen met het voorstel het desbetreffende stuk in
handen te stellen van burgemeester en wethouders om
advies.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik had deze
brief natuurlijk wel verwacht. Ik ben erg benieuwd naar
de desbetreffende reactie van het college.
Kunt u in het kort de inhoud van de brief weergeven?
De pers heeft hem nl. helemaal niet kunnen inzien. Ik
betreur dat. Ik vind het eigenlijk een beetje raar, dat ver
der niemand in de gemeente weet wat er in de brief staat.
De VOORZITTER: Dames en heren! Op de lijst van in
gekomen stukken staat de omschrijving van de inhoud
van de brief. Ik weet niet of de schrijvers van de brief
erop gesteld zijn dat hij openbaar wordt. Ik zelf heb er
geen moeilijkheden mee en als de raad wil dat ik hem
voorlees, dan doe ik dat. Ik constateer dat de raad wat
dit betreft verdeeld is. Het lijkt mij het beste dat erover
wordt gestemd of de brief nu al dan niet openbaar wordt.
Ik persoonlijk zou daar geen moeite mee hebben, omdat
de brief op de lijst van ingekomen stukken is omschreven
en ik erg voor openheid ben. Wat mij betreft mag de pers
er best kennis van nemen.
De heer VISSER: Is het dan niet veel verstandiger, me
vrouw de voorzitter, om voortaan een kopietje van der
gelijke brieven aan de pers te sturen? Dan weet de pers
waarover het gaat en dan hoeven wij hier niet zo moei
lijk te doen.
De VOORZITTER: De service van de gemeente gaat
ver, maar als iemand een brief aan de gemeenteraad
schrijft, dan kan hij wanneer hij dat wenselijk acht, na
tuurlijk zelf een afschrift aan de pers geven. Ik geloof
dat dat een betere procedure is, omdat soms iemand aan
de gemeente een brief schrijft die hij niet meteen in de
pers gepubliceerd wil zien.
De heer VAN EE: Aan wie is de brief gericht waarover
wij het nu hebben?
De VOORZITTER: Aan de gemeenteraad. Aan het col
lege gerichte brieven worden niet in de raad aan de orde
gesteld.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Er komt toch een ant
woord op?
De VOORZITTER: Ja.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Op dat moment zouden
toch beide brieven openbaar kunnen worden?
De VOORZITTER: Ja. Maar ik laat het graag aan de
raad over. Als de raad in meerderheid wenst dat de brief
nu wordt voorgelezen, dan wordt hij nu voorgelezen.
Als de raad in meerderheid wil dat de brief tegelijk met
het antwoord wordt behandeld, dan gebeurt dat.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Misschien kunnen we
181