Wethouder EBBERS: Als de betrokken werkzaamhe den gelijktijdig kunnen geschieden, is het natuurlijk logisch dat dit ook gebeurt. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent is voorgesteld. c. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. d. Brief van de heren J.B.M. Eggink en P.H. Waker be treffende de verkoopprijzen van gronden voor bijzon dere doeleinden in het Soesterveen, met voorstel adressanten te berichten overeenkomstig het de raad toegezonden concept. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Uit de stuk ken blijkt dat de directeur van gemeentewerken zich eigenlijk distantieert van het verdedigen van de inder tijd in rekening gebrachte prijs van f. 7 5,- per m2. Dit omdat die prijs vanuit de raad is voorgesteld. De passage met betrekking tot het kunstgebit van de heer Oldenboom heb ik niet geheel begrepen. Verbaasd heeft mij de zin in de concept-brief van het college: „Deze prijs" (f. 60,- per m2 voor de betrok ken grond in het Soesterveen) „is afgestemd op de ge bruiksmogelijkheden van het terrein." Is er helemaal geen rekening gehouden met stijging van kosten, infla tie enz. Gaat het inderdaad alleen om de gebruiks- mogelijkheden? Ik kan me voorstellen dat ook de ge bruiksmogelijkheden van een kunstgebit de prijs daar van wat hoger maken. De VOORZITTER: Het moet zijn: mede. De heer VISSER: Inderdaad. Ik dacht dat beide ele menten hier een rol speelden. Wethouder EBBERS: Het komt mij voor dat het in derdaad beter zou zijn in de door de heer Visser geci teerde zin het woordje „mede" in te voegen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Wanneer een tandarts in zulke termen spreekt als hier het geval is - ik had zoiets beslist niet verwacht -, heb ik er geen behoefte aan daarop in de raad in te gaan. Onze fractie kan zich geheel met de concept-antwoord brief verenigen. De verkoop van grond aan de adres santen betrof een geheel ander voorstel dan de ver koop van grond voor een dansstudio in het Soester veen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ik kan me de verwondering van de brief schrijvers erg goed voorstellen. De beslissingen zijn ech ter genomen, zowel de destijds door de raad genomen beslissing om de grondprijs voor de adressanten te ver hogen als de beslissing inzake de prijs van de grond voor de dansschool. Ik betreur overigens beide beslis singen. De argumentatie in de concept-brief vind ik erg zwak. Het is nl. een gebruikelijke zaak dat, wanneer bouw grond wordt verkocht, die niet voor honderd procent mag worden bebouwd. Ik stel daarom voor de argu mentatie met betrekking tot de tuin uit de brief te la ten vervallen. De VOORZITTER: Ik dacht dat laatstbedoeld argu ment wel opging. Een bebouwingspercentage van 40 is erg laag. Dikwijls bedraagt het bebouwingspercentage 60 tot 65. Wanneer je met iemand afspreekt dat hij slechts 40% van de grond mag bebouwen en wanneer de betrokkene daarnaast de verplichting op zich neemt op eigen erf parkeergelegenheid te scheppen, dan zijn dat duidelijke waarden die een rol mogen spelen bij het vaststellen van de grondprijs. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENDan nog is de prijs voor de grond in het Soesterveen aan de lage kant, rekening houdend met een prijsstijging van 10% per jaar. En de bedoeling van de brief is toch adressan ten het verschil in prijs duidelijk te maken. De VOORZITTER: Ik zie dat niet zo zitten. De heer VAN POPPELEN: Misschien is het goed nog te stellen, dat de grondaankoopprijzen in Soest sinds 1960 niet meer gestegen zijn. De VOORZITTER: Dat zou ook nog een argument kunnen zijn. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent is voorgesteld. Mevrouw Van Gelder-Cornelissen en de heren Goote en Visser krijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. De VOORZITTER: Dat drie leden van de raad zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd, zul len wij adressanten eveneens berichten. e. Begroting van de Regionale Muziekschool Amers foort voor het cursusjaar 1975/1976, met enige bijla gen, met voorstel deze begroting voor kennisgeving aan te nemen. De heer SMIT: Mevrouw de voorzitter! Naar aanlei ding van uw brief van 14 april 1975 antwoordt de Re gionale Muziekschool op 30 mei jl.dat de huidige vleugel vervangen moet worden. Daar kan ik mij vol ledig in vinden. Toch heb ik er bezwaar tegen de be groting en bijlagen voor kennisgeving aan te nemen. Tweeduizend leerlingen zeggen mij niets als argument voor de aanschaf van een Steinway-vleugel. Bepalend is hoeveel leerlingen dusdanig vergevorderd zijn, dat het studeren op en het bespelen van een dergelijk kostbaar instrument - dat muziektechnisch zo gevoe lig en kwetsbaar is - gerechtvaardigd is. De kwaliteit is uitstekend, doch de aanslag en de klankgevoeligheid van het instrument lenen zich niet voor intensieve les praktijk. Er zijn vleugels te koop voor f. 10.000,— tot f. 15.000,— minder, die voor gevorderde leerlingen bij zonder goed zullen voldoen en die ook als instrument voor concerten zeer goed bruikbaar zijn. Alhoewel enkele jaren geleden Robert Stolz in Utrecht een vleu- geld weigerde te bespelen, omdat de aanslag niet aan de door hem gestelde eisen voldeed. Elke violist bezit nog geen Stradivarius. Het argument van de muziekschool dat men niet be schikt over een luxe inventaris, heeft mijns inziens hiermede weinig of niets van doen. Wij hebben de ver plichting zo ver in ons vermogen ligt aan een goed mu ziekonderwijs in de regio bij te dragen, maar hierbij mag het begrip „luxe" geen rol spelen. Een Steinway- vleugel behoort bij een solistenopleiding in een con servatorium. Ik verzoek dan ook de muziekschool te berichten dat een, op de werkelijke praktijk gericht advies ingewon nen zal moeten worden, dat een voorstel alleen daar op - en niet op de wens het allerbeste te verkrijgen - gebaseerd dient te zijn en dat wij op grond van de ons thans bekende gegevens de goedkeuring voor de aan schaf van een Steinway-vleugel niet wensen te verlenen, althans dit punt in beraad willen houden. De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Ik zou graag de - toegezegde - kostenvergelijking met an- 210

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 211