De heer VISSER: Ik steldan voor dat de gemeenteraad u verzoekt alsnog de betrokken inwoner van Soest de vergunning te verlenen. Ik heb trouwens helemaal geen antwoord gehad op al le andere voorbeelden die ik heb gegeven. Het wemelt in Soest van geluidsinstallaties, al dan niet rijdend. De VOORZITTER: Dat is heel wat anders. Wanneer bij voorbeeld de kermis lawaai maakt, is dat op een bepaalde plaats en betreft het niet het rijden met een geluidswagen. Wanneer u een ander voorbeeld weet, betreft dat een geluidswagen die zonder vergunning heeft gereden en ten opzichte waarvan om een of an dere reden geen procesverbaal is opgemaakt. Ik zou geen andere voorbeelden weten dan het door mijzelf reeds genoemde. Het door de heer Visser ingediende voorstel blijkt vol doende te worden ondersteund om in behandeling te worden genomen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Als stemmotivering met betrekking tot het voorstel van de heer Visser wil ik namens het C.D.A. het vol gende naar voren brengen. Ik kan het verzoek van de actiegroep begrijpen. Ik kan ook uw standpunt be grijpen. Ik geloof dat wij inderdaad omzichtig te werk moeten gaan met het verstrekken van de betrokken vergunningen. Wanneer men aan de ene groep een ver gunning geeft, krijgt men straks een andere groep die men dan de vergunning eigenlijk niet kan weigeren. De heer VISSER: Mijnheer Van Poppelen, dat is al gebeurd. Er wordt nu al gediscrimineerd. Er zijn ver gunningen verleend. In de algemene politieverordening staat ook dat burgemeester en wethouders vergunning kunnen verlenen en uitzonderingen kunnen maken. Waarom dan wel de één en de ander niet? De VOORZITTER: Het woord is nu aan de heer Van Poppelen en niet aan de heer Visser. De heer VAN POPPELEN: Het C.D.A. zal niet voor het voorstel van de heer Visser stemmen. Het C.D.A. geeft u wel in overweging - het heeft daarover het college reeds een brief geschreven - alle groeperingen de kans te geven hun meningen naar voren te brengen. Dit door een aantal voorlichtingsbijeenkomsten over de Zuidereng te beleggen, waar men zijn bezwaren naar voren kan brengen. Dat lijkt mij veel effectiever dan het rijden met een geluidswagen door Soest. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik was niet van plan hier vanavond wat over te zeggen, maar nu de heer Van Poppelen erop is inge gaan, wil ik het volgende naar voren brengen. Onze fractie is uiterst bezorgd over de meningsvorming in Soest met betrekking tot het plan Zuidereng - de goe den, die oprecht tegen dat plan bezwaar hebben, niet te na gesproken. Voorop staat uiteraard dat een ieder te allen tijde het recht heeft - daarom ligt het plan (hetzelfde geldt voor ieder plan) ook gedurende een maand ter visie - zijn gegronde bezwaren tot uitdruk king te brengen. Het is echter ontelbare malen geble ken, dat op het ogenblik in Soest een actie wordt ge voerd, die - zo zou ik haast willen zeggen - grenst aan hysterie. Daarbij tracht men mensen die het plan niet hebben bestudeerd en die niet weten waarover het gaat, te overtuigen om tegen te spreken. Ik ben over die hysterie uitermate bezorgd, omdat een en ander ondemocratisch is. Dat ik hier niet iets uit de mouw schud, wil ik met een paar voorbeelden staven. Zeer veel huisvrouwen worden op de markt aangeklampt met de vraag: Wilt u tegen de Zuidereng stemmen? Een heleboel van die vrouwen weten niet waarom het gaat. Zij krijgen dan te horen: Ja, de Eng wordt volgebouwd Het antwoord is dan: Oh, dan graag Vanmorgen vroeg ik aan iemand: Wordt de Eng volgens het plan dan werkelijk volge bouwd? Het antwoord was: Ik heb het plan met gele zen, maar stel je voor dat het zou gebeuren; ik zal daarom toch maar tekenen. Op woensdag plegen de schoolkinderen oude kranten op te halen Gisteren echter is door heel veel schoolkinderen huis aan huis gebeld met het verzoek handtekeningenlijsten te teke nen, die ze van ik weet niet wie hadden gekregen. Dat je je door een schoolkind een lijst voor de neus laat duwen en dan tekent zonder dat je het plan zelf hebt bestudeerd, vind ik voor onze - zoals het heet - volwas sen en mondig geworden burgerij een wijze van doen die aan het ongelooflijke grenst. De VOORZITTER: En dit is uw stemverklaring? Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ja, De heer Van Poppelen vraagt om een voorlichtingsbijeenkomst. Ik heb voor mij liggen een concept-brief van onze frac tie in die richting. Kennelijk heeft de heer Van Pop pelen een soortgelijke brief reeds verzonden Ook wij willen het college vragen, of het niet goed zou zijn van gemeentewege een duidelijke voorlichtingsbijeen komst te houden, tijdens welke de zaak op een goede wijze uit de doeken wordt gedaan, zodat de nu circu lerende ontzettende waanvoorstellingen uit de wereld worden geholpen. De VOORZITTER: Dames en heren! Wanneer de tijd voor het indienen van bezwaarschriften is verstreken, zullen wij ons uiteraard dienen te bezinnen op de vraag op welke wijze die zullen worden behandeld. Onder „wij" versta ik dan de commissie ruimtelijke ordening, maar ik was ook voornemens hierover het seniorenconvent te raadplegen. Natuurlijk zullen alle bezwaarden de gelegenheid krijgen gehoord te wor den. (Bij de behandeling van het bestemmingsplan „Landelijk Gebied" hebben wij reeds gezegd dat in het vervolg bij alle belangrijke plannen te zullen doen.) Bij zo veel gelijkluidende bezwaarschriften als waarvan hier sprake is, geloof ik dat je dit het beste kan opvangen door een aantal openbare bijeen komsten te organiseren waar iedereen aanwezig kan zijn. Ik wil echter graag met de commissie ruimtelijke ordening en het seniorenconvent nagaan, hoe wij een en ander in de praktijk het beste kunnen regelen en op welk moment dat moet gebeuren. Ik geloof dat wij het niet voor half augustus moeten doen, omdat an ders veel mensen met vakantie zijn. Mag ik hiermede de door de heer Van Poppelen he denavond ingediende brief als beantwoord beschou wen? De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben onze brief tegen de volgende achtergrond geschreven. Je kunt, zoals bij het bestemmingsplan „Landelijk Gebied", eerst alle bezwaarschriften laten binnenkomen om de zaak dan te behandelen. Daar over het plan Zuidereng de gehele Soester burgerij praat, meenden wij dat het verstandig zou zijn niet te lang te wachten met een voorlichtingsavond. Door die op korte termijn te organiseren bereikt men, dat iedereen weet waarover men praat en waarvoor men tekent. En daarbij sluit ik mij aan bij hetgeen mevrouw Korthuis heeft gezegd. De VOORZITTER: Ik wil dit punt dan gaarne in de aanstaande dinsdagavond te houden vergadering van de commissie ruimtelijke ordening nader aan de orde stel len.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 214