De heer VAN AALST: Vooral naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van Poppelen wijs ik er nog wel op, mevrouw de voorzitter, dat ik niet heb gevraagd om toezeggingen aan de werkgroep, maar wél om enige waardering voor die werkgroep. De VOORZITTER: Maar ik wil nog geen waardering uitspreken voor mensen die nog niet hebben laten zien wat zij kunnen doen. Naar mij blijkt stemt de raad overigens in met de sug gestie van de heer Van Ee om in de antwoordbrief op te nemen dat nog geen toezeggingen kunnen worden gedaan omdat de raad hierover nog beslissingen moet nemen. Vervolgens wordt met betrekking tot het ingekomen stuk zonder hoofdelijke stemming besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. e. Brief d.d. 21 mei 1975 van de heer G. Pothoven in zake het slopen van de schaapskooi aan de Ferdinand Huycklaan met voorstel te antwoorden conform de ter inzage gelegde concept-antwoordbrief. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het gaat hier om een trieste zaak, één van de nare gevolgen van het feit dat de commissie voor ruimtelijke ordening in beslotenheid vergadert. Wat zich daarbij achter de deu ren afspeelt, weet niemand, ook de heer Pothoven niet. Verleden jaar was er een soortgelijke situatie, toen de raad bijna besloot om de schaapskooi af te breken; de heer Pothoven kwam er toen juist op tijd achter en kon het nog verhinderen. In de concept-antwoordbrief staan een paar vreemde zaken. Met de zin over de adviezen ben ik niet zo ge lukkig; ik heb die adviezen ook min of meer gemist, tenzij het college hiermee doelt op een gesprek dat eens heeft plaats gevonden met de heer Pothoven. Verdere adviezen ontbreken echter ten enen male. Vervolgens is er dan de nog niet doorzichtige stede- bouwkundige regeling in Kortend. In het beroepschrift aan de Kroon dat aan het eind van de agenda zal wor den behandeld, staat letterlijk dat het gebied Kort end zo teer is dat er nooit gebouwd zal worden. De schaapskooi zal er dan zeker bijzonder mooi staan. Bo vendien vind ik het raar dat nu ineens die schaaps kooi afgebroken zou moeten worden, terwijl het col lege zélf zegt dat het allemaal nog niet zo doorzichtig is. Het zou logischer geweest zijn om te stellen dat de schaapskooi weg moet als het allemaal wél doorzichtig zou zijn geweest. De zin over de hoge kosten die een beletsel zouden vormen, is niet juist. De heer Pothoven heeft aangebo den om de schaapskooi, samen met een aantal andere bewoners, te herstellen en heeft aan de gemeente al leen gevraagd om een vergoeding voor de kosten van het materiaal. In een brief van mei 1974 heeft het college de heer Pothoven ook toegezegd, dat er een prijsopgaaf zou worden gevraagd bij de directeur van gemeentewerken voor het behoud van de schaapskooi. Die prijsopgaaf heeft wel bij de stukken gelegen, maar verder weet niemand er iets van, ook de heer Potho ven niet. Ik wil hier dan ook wel zeggen dat het ver plaatsen f. 40.000,- zal kosten, het herstellen f. 20.000,- volgens de begroting van gemeentewerken, terwijl de heer Pothoven het voor nog veel minder geld kan doen. Ik begrijp dan ook niet waarom de heer Pothoven niet de kans krijgt om de schaapskooi op de huidige plaats te behouden. Wat het verplaatsen van de schaapskooi betreft, heb ik de notulen bij mij van een vergadering van verleden jaar, waarin over deze zaak is gesproken. De betrok ken wethouder, mevrouw Walter, heeft toen letterlijk gezegd dat het ergens anders opnieuw opbouwen van de schaapskooi geen zin had, omdat er helemaal geen goede dingen meer aan die oude schaapskooi zaten, behalve dan misschien een oude bint, maar verder al leen maar oud materiaal dat nauwelijks meer bruik baar was. De heer Van Ee had het toen blijkbaar al door, want die heeft toen gezegd, dat men het bouw sel maar rustig moest laten staan en een onderzoek zou moeten instellen; er zou, aldus de heer Van Ee, een behoorlijk rapport over moeten komen. Dat rap port heb ik echter ook nog nooit gezien. Mijn poli tieke vriend de heer Joosten heeft toen al gezegd, dat het beschermd dorpsgezicht maar eens wat uitgebreid moest worden achter de oude kerk, omdat er wat ver der weg nog veel meer interessante zaken staan. Ik kan de verzekering geven dat het een mooi plekje wordt als de schaapskooi op de huidige plaats blijft staan. Wij moeten niet alles achter de oude kerk gaan zetten, waar het binnenkort kennelijk een kermistoe- stand wordt met kaartjesverkoop om de oudheden van Soest te mogen bewonderen. Trouwens, ik heb een aantekening gelezen in de amb telijke stukken die in de leeskamer ter inzage hebben gelegen, waarin ook de naam van de heer Van Ee wordt genoemd. Ik zal daarover graag meer ophelde ring van het college krijgen. Het college zegt nu dat het het materiaal zal opslaan en eventueel de schaaps kooi nog eens in oude stijl zal herbouwen aan de rand van het oude Soest. Ik vraag mij dan af, in hoeverre aan de heer Van Ee al toezeggingen zijn gedaan en in hoeverre al contracten zijn afgesloten. Kan het colle ge mij daar een eerlijk en duidelijk antwoord op ge ven? Kortom, mevrouw de voorzitter: ik sta helemaal niet achter de antwoordbrief. Ik ben van mening dat de heer Pothoven niet netjes is behandeld. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Het onderwerp zit voor de heer Visser blijkbaar vol senti ment, want ik begrijp dat de antwoorden die het col lege straks zal geven, gesplitst moeten worden in ge wone antwoorden en eerlijke antwoorden. De notu len van de raadsvergaderingen van verleden jaar die rond de verkiezingen werden gehouden, waren trou wens ook niet ontbloot van emoties. Wat de openbaarheid van de vergaderingen van de commissie voor ruimtelijke ordening betreft, ben ik het helemaal met de heer Visser eens. Het was waar schijnlijk beter geweest als de heer Pothoven aanwe zig had kunnen zijn op een vergadering van deze com missie en het niet „via-via" had moeten horen. Ik hoop ook dat de commissie voor ruimtelijke orde ning binnenkort in het openbaar zal gaan vergaderen. Nu gaat het hier om een eigendom van de gemeente. Hoe komt het dat de schaapskooi zich in zo'n erbar melijke staat bevindt? Ik weet wel dat dit niets op lost, maar ik zal er toch graag een antwoord op ho ren. Heeft de gemeente daar nooit iets aan gedaan? Nog even en de schaapskooi zal eenvoudig omvallen. Juist omdat de onderhoudsplicht voor monumenten in de wet ontbreekt, doet zich soms de schandelijke toestand in dit land voor dat men het monument ver waarloost, omdat dit de enige kans is om het gebouw ooit nog eens van de monumentenlijst af te krijgen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 238