De VOORZITTER: Dit is geen monument. De heer DE WILDE: Neen, dat weet ik, maar ik neem toch aan dat dit gebouw zich eens in een gave staat heeft bevonden. Wat heeft het gemeentebestuur gedaan om die schaapskooi in een redelijke staat van onder houd te houden? Ik word hierbij overigens niet gehin derd door enige kennis van zaken omtrent de historie. Als de gemeente zelf zich al niet veel van het onder houd aantrekt, waarom zal dan een ander voor wie het om economische redenen misschien nog moeilijker is om onderhoud te laten verrichten, dit nog wél doen? Wij zijn overigens tot de conclusie gekomen, mevrouw de voorzitter, dat de schaapskooi moet worden afge broken, hoe dan ook. Ook als men de schaapskooi wil herstellen, zal men haar eerst tot de grond toe moeten afbreken. Het gaat dus om de keuze tussen weer opbou wen op de huidige plaats, of op een andere plaats. De heer VISSER: Hoe komt u aan die wijsheid, mijn heer De Wilde? Er is toch nooit een rapport over ver schenen? U hebt zojuist gezegd dat u niet zoveel ken nis van zaken heeft en nu beweert u zo maar dat de schaapskooi tot de grond moet worden afgebroken en dat er geen ontkomen aan is. Waar haalt u dat van daan? De heer DE WILDE: Ik heb alleen gezegd dat ik van de voorgeschiedenis niets weet. U moet wel goed luis teren, mijnheer Visser. Er zijn wel rapporten van de directeur van gemeentewerken en daarin wordt niet gesproken over f. 20.000,--, maar over f, 40.000,- en nog andere bedragen. Trouwens, zo veel kennis be hoeft men ook weer niet te hebben, omdat iedereen gewoon kan zien dat de schaapskooi zal moeten wor den afgebroken. Men moet toch proberen dit soort za ken nuchter te benaderen. Mevrouw de voorzitter! Het gaat dus om de keuze, waar de schaapskooi weer moet worden opgebouwd. Welnu, ik wil ronduit zeggen dat ik de huidige plaats niet gelukkig vind; de schaapskooi staat nu veel te dicht op een aantal huizen. Als wij nu toch die schaaps kooi moeten afbreken, kunnen wij ook een betere, passende plaats voor de herbouw zoeken. Nu ben ik op dit punt overigens niet zo gerust. Ik heb nl. de indruk dat men wel met goede voornemens be zield is, maar dat het de vraag is of men écht van plan is die goede voornemens uit te voeren. Ik wil het colle ge dan ook met klem vragen of het wérkelijk van plan is te zijner tijd voorstellen aan de gemeenteraad te doen omtrent het verstrekken van kredieten, met be hulp waarvan de oude schaapskooi weer in oude stijl kan worden opgebouwd Staan er hier in Soest trouwens schaapskooien op de monumentenlijst? Zo ja, hoe is de staat van onder houd van die schaapskooien dan? Schaapskooien be horen nl. typisch tot het beeld van deze omgeving en daar moeten wij toch wijs mee omspringen. Ik hoop, mevrouw de voorzitter, dat u ons nu gerust kunt stellen dat wij niet alleen het besluit nemen van avond om de schaapskooi af te breken, maar dat het ook echt de bedoeling is om de schaapskooi te herbou wen op een plaats die wij nog nader moeten trachten te vinden en om daarvoor ook de nodige gelden uit te trekken. De VOORZITTER: Dames en heren! Wat de kosten betreft, waarover de heer Visser heeft gesproken, kan ik zeggen dat de kosten van het materiaal waarom de heer Pothoven heeft verzocht, op ongeveer £.16 000,— waren begroot; het ging daarbij om aanbiedingen tot 1 april jl. Wat de planologische aspecten betreft, is het juist dat er nog geen beslissingen zijn genomen inzake Kortend. Wij weten dus nog niet wat daar in de toekomst zal gaan gebeuren. De heer Visser heeft daarnaast nog om uitleg van ambtelijke adviezen gevraagd. Het is niet de gewoon te dat ambtelijke adviezen worden besproken in de raad, omdat de ambtenaren zich hier niet kunnen ver weren en ook niet kunnen uitleggen hoe hun advie zen tot stand zijn gekomen. De heer Visser bedoelt echter, naar ik aanneem, ook geen ambtelijke advie zen, maar een rapport over gesprekken die hebben plaats gevonden met een wethouder die helaas niet meer in ons midden is, en met wethouder Ebbers. Daarin komt ook de naam „Van Ee" voor, maar dat is niet het raadslid Van Ee, maar iemand uit de Ker- kebuurt die aan restauraties nogal wat doet. Ik weet dat er met déze Van Ee eens overleg is gepleegd over de vraag of voor de te restaureren schaapskooi mis schien een plaats zou kunnen worden gevonden in het beschermd dorpsgezicht. Verder is er niets besproken met deze Van Ee, De vraag van de heer Visser of er verder afspraken zijn gemaakt met deze Van Ee, kan ik dan ook volmondig ontkennend beantwoorden. Op de vraag van de heer De Wilde, waarom de schaapskooi zich in zo'n erbarmelijke staat bevindt, moet ik antwoorden dat ik dit niet weet. Ik heb al naar enkele wethouders en de secretaris aan mijn lin kerhand gekeken, maar daar is het antwoord ook niet vandaan gekomen. Verleden jaar, inderdaad dicht bij de verkiezingen, is de zaak van de schaapskooi, ook wel eens het „koehok" genoemd, hier ook ter sprake geweest. Ik ben van te voren gaan kijken, maar ik reed er zonder meer langs omdat ik dacht, dat dit ze ker niet de schaapskooi kon zijn, Later bleek het toch die schaapskooi te zijn. ik weet echter niet hoe het komt dat zij zich in zo'n erbarmelijke staat be vindt Die toestand is inderdaad erbarmelijk, want als wij met ons allen een duwtje zouden geven, zou de schaapskooi er niet meer staan. Ik heb al gezegd dat de schaapskooi niet op de monu mentenlijst staat. Ik ben het voorts volstrekt eens met de heer De Wilde, dat dit gebouwtje moet wor den afgebroken. Voorts heeft de heer De Wilde gevraagd toe te zeggen dat wij ons uiterste best zullen doen om met een voorstel in de raad te komen voor herbouw van de schaapskooi. Wij hebben hierover al kort gesproken in de commissie voor ruimtelijke ordening, maar nog geen enkele beslissing genomen. De gemeente bezit verder geen schaapskooien, noch in goede, noch in slechte staat van onderhoud. Wellicht is er elders nog een schaapskooi die in particulier bezit is en die de moeite waard is om opgeknapt te worden, maar dat zal dan nog nader moeten worden bezien. Overigens begrijp ik dat het voor de heer Pothoven en zijn medestanders een grote teleurstelling zal zijn dat de raad tot het besluit komt om de schaapskooi af te breken. Ik wil mijn waardering uitspreken voor de vasthoudendheid waarmee de heer Pothoven getracht heeft een doel te bereiken dat naar het inzicht van het college niet bereikt kan worden, omdat de omstandig heden daarvoor nu eenmaal niet aanwezig zijn. De heer DE WILDE: Mag ik nog even vragen, mevrouw de voorzitter, of De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik sta stom verbaasd over uw antwoord. Er ligt nu een aanbod om 238

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 239