voor f. 16.000,— met gratis „werkkrachten" een mo
nument op te knappen. Ik blijf volhouden dat het een
historisch monument is, want uw verhaaltje dat de
zaak omvalt als wij er met ons allen even tegenaan du
wen, wil ik nog wel eens zien in de praktijk. Dit histo
risch monument kan behouden blijven voor
f. 16.000,— op een plaats waar het thuishoort; het
college wil de zaak echter voor 40.000,- verplaat
sen naar een soort kermistoestand!
Ik ben ook verbaasd over het betoog van de heer De
Wilde die vanavond een lans gaat breken voor het be
trekken van de bevolking bij de planologie van hun
buurt en de gemeente. De heer De Wilde weet kenne
lijk helemaal niet hoe gevoelig zo'n oude schaapskooi
ligt voor de buurt waar opa en vader nog in hebben
gewerkt. Het is toch te gek dat een raadslid zo maar
oordeelt over de vraag wat er in de buurt moet gaan
gebeuren, terwijl er totaal geen inspraak is geweest van
die buurt? Ik sta daar verbaasd over en ga niet ak
koord met de antwoordbrief die het college ons heeft
voorgelegd.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik had
u bij wijze van interruptie nog in eerste termijn een
vraag willen stellen die ik al eerder had gesteld, maar
die nog niet was beantwoord. De heer Visser begon
echter zo driftig in tweede termijn, dat dit niet meer
lukte. U hebt nl. nog niet geantwoord op mijn vraag
of er in Soest schaapskooien op de monumentenlijst
staan.
De VOORZITTER: Die zijn er niet.
De heer DE WILDE: Dan wordt het tijd om dat eens
te proberen, als er nog een gave schaapskooi in Soest
is.
De heer VAN POPPELEN: Ik wijserap dat de boerde
rij van Kuyer op de monumentenlijst staat. Staat de
erbij behorende schaapskooi dan niet op die lijst?
De heer DE WILDE: In ieder geval kan ik mij nauwe
lijks voorstellen dat geen enkele gave schaapskooi in
Soest op de monumentenlijst staat.
De VOORZITTER: Ik wil het graag eens nagaan.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Als de boerderij die de heer Van Poppelen
heeft genoemd, op de monumentenlijst staat, hoort
daar ook het erf bij en dus ook de schaapskooi die op
het erf staat.
De heer DE WILDE: In ieder geval moeten wij ons
hiervan overtuigen, mevrouw de voorzitter, want ik
vind dit een belangrijke zaak.
De VOORZITTER: Ja, dat zullen wij doen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! De heer
Visser heeft mij uitgedaagd en de zaak in de sentimen
tele sfeer getrokken, wat hij overigens best mag doen.
Ik ben ook ter plaatse gaan kijken, mede omdat deze
zaak rond de verkiezingen speelde en ik er toen veel
over in de krant las. Ik ben toen een- en andermaal
gaan kijken, ook naar de entourage, ten einde te trach
ten, begeesterd te raken in de goede zin van het
woord. Dat is mij echter niet gelukt. Welnu, dan mag
ik vanavond, als wij een beslissing moeten nemen op
dit punt, toch het standpunt innemen dat ik heb in
genomen? Dat is volkomen serieus afgewogen en tot
nu toe heb ik niet gemerkt dat dit tegen de volkswil
ingaat. Er is hier een aantal mensen die zich hiervoor
interesseren en zich ook willen inspannen op dit punt,
maar anderzijds hebben wij ook de verantwoordelijk
heid om in deze zaak een beslissing te nemen.
Mijn fractie gaat dan ook akkoord met de antwoord
brief. Ik hoop echter wel dat er een vervolg op zal
komen.
Met betrekking tot het ingekomen stuk wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld, onder aantekening dat de
heer Visser geacht wenst te worden ertegen te heb
ben gestemd.
f. Brief d.d. 17 juli 1975 van de familie W.A. van
Logtenstein, P. v.d. Breemerweg 1 te Soest inzake
handhaving van een stacaravan.
Dit stuk wordt ter afdoening in handen gesteld van
burgemeester en wethouders.
g. Brief d.d. 17 juli 1975 van de heer G.M. Wragge te
Soest inzake recht van overpad ten behoeve van enige
percelen van de heer W. Dorrestein, gelegen aan het
2e Heeserlaantje.
Dit stuk wordt om advies in handen gesteld van bur
gemeester en wethouders.
h. Brief d.d. 4 juli 1975 van de heer G. Beijen te
Soest inzake de portefeuilleverdeling in het college
van burgemeester en wethouders, met voorstel mede
te delen, dat dit onderwerp tot de competentie van
burgemeester en wethouders behoort.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Bij de an
dere ingekomen stukken was er steeds wel een con
cept-antwoordbrief, bij dit stuk echter niet. Alleen is
medegedeeld wat het college ongeveer denkt te gaan
antwoorden Ik heb daarom ook maar mijn eigen
brief geschreven; het college mag de tekst straks zo
overnemen. Die brief luidt:
„Geachte heer Beijen,
Hoe gaat het met u? Met ons gaat het goed. Zoals u
waarschijnlijk wel weet, was de fractieleider van Pro
gressief Soest de enige in de gemeenteraad van Soest
die in een stemverklaring bij de laatste wethouders
verkiezing op 12 juni letterlijk heeft gezegd:
„Het is van wezenlijk belang dat de portefeuille
ruimtelijke ordening beheerd wordt door een partij
gebonden wethouder, zodat we weten van wie een
bepaald beleid afkomstig is, aan wie we een bepaald
beleid te danken hebben. Wanneer een burgemeester
dat doet, heb je politiek gesproken er geen enkele vat
op en dat is geen goede zaak.".
Visser heeft toen ook nog gesteld, doelend op de
voorzitter, te menen dat Soest planologisch gezien
voortvarend, efficiënt, ter zake kundig, vlot en ijve
rig zijn karakter gaat verliezen. En over een aantal ja
ren is Soest Soest niet meer. Welnu, geachte brief
schrijver, hij stond alleen, waarschijnlijk omdat de
grote partijen in deze raad te skiterig zijn (zo zeggen
ze dat bij ons op Soest) om de verantwoordelijkheid
van deze portefeuille te dragen.
Over de werkwijze van de commissie ruimtelijke or
dening zullen we u maar niet lastig vallen. Onlangs
heeft bovengenoemd raadslid een seance van dit ge
zelschap op de publieke tribune bijgewoond. Welnu,
het wordt tijd dat deze commissie in het openbaar
gaat vergaderen. Het is boeiend om aan te zien hoe
eigenlijk maar één lid, wiens naam ik nu niet wilde
noemen, de voorzitter tegenspel biedt.
Ook zullen we nu niet uitweiden over de manipula
ties ten aanzien van het benoemen van nieuwe leden
en vooral het weren van leden. Het is toch eigenlijk
een groot schandaal dat de oppositie in deze raad