Daarnaast is een initiatiefvoorstel ingekomen van de
heren Goote en De Wilde. Verzocht is dit voorstel
eveneens tegelijk met agendapunt 3 te behandelen,
maar het komt mij voor dat dit voorstel daar eigenlijk
niet thuishoort. Het gaat bij agendapunt 3 nl. om een
ontwerp-bestemmingsplan dat al ter visie heeft gelegen.
Normaliter zou de raad helemaal niet zijn uitgenodigd
om hierover te spreken, want de normale procedure is
dat het ontwerp-bestemmingsplan na de ter visie leg
ging gereed wordt gemaakt voor behandeling in de
raad. Ik meen dat de zaak van de inspraakprocedures,
waarover het initiatiefvoorstel handelt, als apart agen
dapunt moet worden behandeld en stel de raad dan
ook voor dit initiatiefvoorstel als agendapunt 23 te
behandelen.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
straks bij de behandeling van agendapunt 3 toch
graag ingaan op het initiatiefvoorstel van de heren
Goote en De Wilde, omdat het naar mijn smaak toch
wel sterk erbij hoort. Ik hoop niet dat u mij dan zult
afhameren.
De VOORZITTER: Ik meen dat wij dit wel kunnen
bezien als u bezig bent met uw betoog. Ik zal overi
gens niet iemand afhameren die als zijn mening te
kennen geeft dat de inspraakprocedure bij het plan
Zuidereng niet goed is geweest. Dat is iets anders dan
de behandeling van het initiatiefvoorstel zelf.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming over
eenkomstig de voorstellen van de voorzitter besloten.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ten slotte wil
len wij nog een punt aan de agenda toevoegen, nl. een
voorstel van burgemeester en wethouders om het oude
gebouw van de Nederlandse Middenstandsbank te hu
ren, ten einde aan het ruimtegebrek van het gemeente
lijke apparaat enig soelaas te bieden. Dit voorstel wil
len wij mondeling aan de raad voorleggen. Wij hebben
er al wel over gesproken in het seniorenconvent, maar
wij hebben geen kans meer gezien om hierover nog
een stuk te produceren.
161 Standpuntbepaling ten aanzien van de procedure met
betrekking tot het ontwerp-bestemmingsplan Zuider
eng.
De VOORZITTER: Hierbij is tevens aan de orde een
brief van de heer H J.L. Eshuis c.s. d.d. 23 juni jl. Alle
leden hebben een afschrift van deze brief op hun ta
fels gevonden.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De nota
„uithuilen en opnieuw beginnen" die thans voor ons
ligt, heeft weinig indruk op mij gemaakt Eén ding
was mij na het lezen van dit geschiedkundig overzicht
wel duidelijk: na 15 jaar gekeutel achter gesloten
deuren met een zogenaamd cityplan dat mijns inziens
tonnen geld heeft gekost, heeft de bevolking van Soest
binnen vier weken a raison van een paar honderd gul
den affiches het hele plan Zuidereng definitief verwe
zen naar het vrieskastje van de bekende ijskast, in de
stille hoop dat het er nooit meer uitkomt. Dit is een
historische gebeurtenis.
Wanneer u, mevrouw de voorzitter, in het laatste vers
van deze kronieken vraagt naar ons standpunt, dan
kunt u waarschijnlijk mijn mening en die van nog
4,000 progressieve inwoners van Soest wel raden. Éérst
het ontwikkelingsplan behandelen, waarbij de hoogste
prioriteit gegeven moet worden aan een goed gehan
teerde inspraakprocedure voor de bevolking om voor
taan te voorkomen wat nu gebeurd is. Dat daarna het
plan Zuidereng nog ter sprake komt, gelooft alleen de
heer De Wilde nog maar, als ik hem ten minste goed
heb begrepen in café Soestdijk. Het wordt tijd dat wij
de heren stedebouwkundigen, urban designers, bureau
craten OD 205 en overige dure externe adviseurs een
schop onder hun derrière geven en de Soesters die zo
nauw betrokken zijn bij hun dierbare gemeentegrond,
in casu de lieflijke, altijd boeiende en agrarisch zo
kostbare Eng - dat las ik de vorige week in de Amers-
foortse Courant - wat meer betrekken bij de planolo
gische plannen binnen deze gemeente.
Ik heb hier een aantal foto's bij mij die ik u zal ge
ven, mevrouw de voorzitter. Ik neem het u wel kwa
lijk dat u in een interview in de Amersfoortse Courant
hebt gezegd, dat er veel mooiere dingen zijn dan de
Eng. De foto's zijn van de hele Eng en ik zal ze straks
graag terugkrijgen, maar nu mag u ze bekijken, me
vrouw de voorzitter.
Dit meer betrekken van de Soesters moet dan niet ge
beuren door middel van een autoritaire, ingewikkelde
en voorbarige planologische inspraakcommissie die de
P. v.d. A.-fractie voorstelt. Laat de commissie ruimte
lijke ordening zichzelf eerst maar eens reorganiseren
en de werkwijze volgen die in het initiatiefvoorstel van
mijn beide VARAvriendenis geschetst. Laat het ge
meentebestuur voorts zelf maar eens de fasen van in
spraak hanteren die in datzelfde initiatiefvoorstel zo
keurig op een rijtje zijn gezet De mondige burgers
van Soest hoeven niet gestimuleerd en geactiveerd te
worden. Laat iedere politieke partij zijn eigen achter
ban maar opjutten. Daarvan heb ik bij de P. v.d. A.
maar weinig gemerkt.
In het voorstel De Wilde/Goote zitten te veel zwakke
plekken. Laten wij eerst maar eens beginnen met het
openbaar maken van de commissie voor ruimtelijke
ordening en alle partijen in deze gemeenteraad, ook
de enig overgebleven oppositiepartij, de kans geven in
deze zo belangrijke commissie te participeren. Zolang
dat niet gebeurd is, geloof ik niet in de eerlijke en
goede bedoelingen van dit gezelschap en weet je
nooit, welke raadsleden jarenlang aan een bepaald be
stemmingsplan sleutelen om het vervolgens mooi te
laten zakken onder de druk van de bevolking zoals nu
gebeurd is met enkele V.V.D.- en C.D.A.-vertegen-
woordigers. Dit stille verwijt las ik trouwens tussen de
regels door ook in de nota van het college. Is dat juist?
Mag ik daar straks een antwoord op hebben?
Het is opvallend, mevrouw de voorzitter, dat in de
annalen van vijf bladzijden waarover wij het nu heb
ben, pas op blz. 4 in de vierde alinea het woord „bevol
king" voor de eerste keer voorkomt. Een beetje lach
wekkend zijn ook de eufemistische uitdrukkingen „in
formatie-avond" en „discussie-avond" in de nota.
Staat u mij toe, echter hardop te lachen bij de under
statements als „aan de orde geweest", „van gedach
ten gewisseld" en „met de bevolking gesproken". Ik
heb deze avonden die hier worden bedoeld, bijge
woond, maar het enige dat mij ervan is bijgebleven,
zijn de slecht voorbereide en niet aan te horen expli
caties van de betrokken deskundigen, de gevleugelde
woorden van de voorzitter tot het publiek gericht
„U hebt het voor het zeggen" en de nooit geëvalueer
de discussies met de zaal. Een mondelinge cursus
„Wat is inspraak" van de werkgroep 2000 is voor het
gemeentebestuur hartelijk aan te bevelen. In ons poli
tiek café Proest zal binnenkort een voorlichtingsavond
over dit thema worden georganiseerd, waarvoor ik nu
reeds u allen dringend uitnodig.
242