in meerderheid, dat eenvoudig de normale procedure verder moet worden gevolgd. Daarover zou volgens het college gesproken moeten worden in de commissie voor ruimtelijke ordening, waarbij er nog wel de prak tische moeilijkheid is dat er 3800 bezwaarschriften zijn ingediend, zodat waarschijnlijk toch een aantal avonden nodig zou zijn voor het horen van de be zwaarden. De moeilijkheid voor mij is, dat er nu, na een uit spraak van de raad vanavond, die wel vast staat, niets zal gebeuren ten aanzien van de bezwaarden. Wij kun nen alleen een berichtje sturen dat de zaak wordt aangehouden en dat men over een jaar of iets derge lijks nog wel eens zal worden opgeroepen om gehoord te worden. Dat lijkt mij ook niet zo'n beste procedu re. Daarom pleit de grootst mogelijke meerderheid van het college ervoor dat wij doorgaan met de proce dure en de bezwaarden gaan horen, waaruit misschien duidelijk naar voren zal komen dat de structuur van Soest helder is en dat het plan Zuidereng toch aan vaard zal moeten worden. Ik zie nu de heer Visser moeilijk kijken, maar het is ook maar een veronder stelling. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik wijs erop dat vrijwel alle bezwaarden stellen dat éérst het ontwikkelingsplan moet worden behandeld en vervol gens pas een beslissing moet worden genomen over de voortgang van het plan Zuidereng. Wat is dan nog de zin van het horen van de bezwaarden? Wij hebben vanavond niet over de inhoud van het plan Zuidereng gesproken, maar alleen over de procedure. Wij zijn het helemaal eens met hetgeen vrijwel alle bezwaarden stellen, nl. dat éérst het ontwikkelingsplan moet wor den behandeld. Wanneer de raad hiertoe vanavond ook besluit, betekent dit dat pas na behandeling van het ontwikkelingsplan de overige bezwaren tegen het plan Zuidereng aan bod komen. Dat lijkt mij volstrekt duidelijk en bepaald niet onelegant. De VOORZITTER: Inderdaad staat in vele bezwaar schriften dat éérst het ontwikkelingsplan moet wor den behandeld en vervolgens pas het plan Zuidereng. Er zijn echter ook nog een aantal zelfstandig geformu leerde bezwaarschriften met allerlei op- en aanmerkin gen en het college staat in meerderheid op het stand punt dat wij in ieder geval die mensen nu moeten gaan horen en dan zien, hoe wij verder kunnen komen Wij hebben geen ogenblik de illusie gehad dat de raad hier over ook zo zou denken, maar mij is uitdrukkelijk om het standpunt van het college gevraagd en daarop heb ik antwoord gegeven. Overigens heb ik uit de woorden van de heer Van Poppelen begrepen dat hij wel iets begon te voelen voor dat meerderheidsstandpunt van het college. De heer VAN POPPELEN: Ik heb gesteld dat wij er geen bezwaar tegen hebben als de bezwaarden worden gehoord, omdat er dan misschien goede zaken naar vo ren komen die wij nog kunnen inpassen in het ont wikkelingsplan. De heer DE WILDE: Dat is een andere zaak. De heer VAN POPPELEN: Neen, dat is geen andere zaak De heer DE WILDE: Maar het college heeft toch een ander voorstel gedaan, nl. om de bezwaarschriften te gaan behandelen en de normale procedure rond een bestemmingsplan verder voort te zetten. Uw gedach ten, mijnheer Van Poppelen, zijn dan in dit geval niet in overeenstemming met die van het college. De VOORZITTER: Vervolgens wil ik nog kort terug komen op de avond van 12 juni jl. De heer De Wilde heeft nl. min of meer gesteld dat hij die avond voor het eerst werd geconfronteerd met de mogelijkheid van een artikel 19-procedure, gekoppeld aan het nieuwe raadhuis. Ik merk op dat een aantal leden hiervan al eerder op de hoogte was. In de raadhuis commissie hebben wij ons nog eerst afgevraagd, of de bijeenkomst op 12 juni jl. besloten zou moeten zijn of openbaar zou moeten worden. Bij nader inzien was het misschien toch beter geweest om de bijeen komst besloten te houden, maar in ieder geval kwam een en ander voor althans een aantal raadsleden niet uit de lucht vallen. Mevrouw Korthuis heeft medegedeeld dat haar frac tie van plan was om een aantal wijzigingen voor te stellen die echter waarschijnlijk veel te ver zouden gaan. Ik vind het jammer dat deze wijzigingsvoorstel len nu niet aan bod komen, omdat wij dan toch wel licht binnen het plan een plaats voor het raadhuis hadden kunnen vinden. Maar goed, dat is verder alle maal nakaarten. Tot zover, dames en heren, een toelichting op hetgeen er in het college leefde, hoewel het college eerst niet van plan was om hierover mededelingen te doen. Daarom hebben wij in de nota ook alleen een chro nologische opsomming van de feiten gegeven, zonder ons daarover verder uit te spreken. Overigens is daar bij wel naar voren gekomen dat steeds iedereen in Soest het gevoel heeft gehad dat het hart van Soest op de Zuidereng moest komen. Dat staat thans echter blijkbaar ter discussie. De heer VAN EE: Wat wilt u nu gaan doen met die bezwaarschriften De VOORZITTER: Voorlopig doe ik niets; de raad heeft ook nog geen besluit genomen. De heer VAN EE: Het lijkt mij wel duidelijk wat de raad zal gaan besluiten. De VOORZITTER: Dat besluit zal dan toch eerst nog geformuleerd moeten worden en de raad moet daarin dan maar aangeven wat er verder moet gebeuren met de bezwaarschriften. Dat is verder allemaal aan de raad. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil u graag helpen met het formuleren van een uitspraak van de raad en dien daartoe de volgende motie in: „De raad, in vergadering bijeen op 21 augustus, gelezen stuk nr. 3 van de agenda van deze vergadering, spreekt uit dat behandeling van het ontwikkelingsplan voorrang dient te hebben boven behandeling van het bestemmingsplan Zuidereng, nodigt burgemeester en wethouders uit, de bezwaar den deze beslissing mee te delen onder toevoeging dat op hun bezwaarschriften teruggekomen zal wor den na de behandeling van het ontwikkelingsplan in de raad.". De VOORZITTER: Ik constateer dat deze motie vol doende wordt ondersteund. De heer VISSER: Dit komt wel bijzonder onver wacht, mevrouw de voorzitter. Kunt u de vergadering misschien even schorsen voor overleg? Wat bedoelt de heer De Wilde trouwens met „ontwikkelings plan"? Is dat het ontwikkelingsplan 1974 of het structuurplan 1976 of wat dan ook? De heer DE WILDE: De heer Visser heeft er blijkbaar belang bij om nu chaos te scheppen, mevrouw de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 252