halfverhard veld is ook een noodoplossing, omdat men nu eenmaal toch graag wil trainen en de weers gesteldheid in Nederland maakt dat men ook niet al te veel eisen kan stellen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 169 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vo orb ereidingsb e sluit) De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Het college stelt voor, enkele voorbereidingsbesluiten te laten vervallen, met als motivering dat de bestem mingsplannen voor de desbetreffende gebieden toch niet binnen een jaar tot stand zullen komen. Mag ik daaruit concluderen dat de bestemmingsplannen voor de gebieden waarvoor nu wél weer voorbereidingsbe sluiten zullen worden genomen, wél binnen een jaar tot stand zullen komen? Daarnaast verzoek ik u om voortaan bij dergelijke voorbereidingsbesluiten aan te geven, voor de hoeveel ste keer het voorbereidingsbesluit opnieuw wordt ge nomen. Ik vrees nl. dat er hier een zeker automatisme is ontstaan, maar ik ben er geen voorstander van dat voortdurend via voorbereidingsbesluiten ontwikkelin gen worden geconserveerd. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik vrees zelf dat er nog wel de nodige keren voorberei dingsbesluiten zullen moeten worden genomen, tenzij het college snel oplossingen kan aangeven voor de des betreffende gebieden. Hoe denkt het college hierover, waarbij ik met name denk aan het gebied Lange Brink- weg, Kerkpad en omgeving? De heer VAN AALSTMevrouw de voorzitter! Bent u van plan om voor het bestemmingsplan voor de be bouwde kom van Soesterberg en de Amersfoortse- straat eens een poging te doen de visie van de wijkraad te vragen? De VOORZITTER: Uit het feit dat wij hebben voor gesteld om enkele voorbereidingsbesluiten niet meer te verlengen, blijkt al dat ook het college op het standpunt staat dat wij niet van jaar tot jaar de voor bereidingsbesluiten steeds maar zonder meer moeten verlengen. Een voorbereidingsbesluit wordt immers genomen om ontwikkelingen tegen te kunnen houden in de tijd dat men bezig is, een nieuwe visie op het des betreffende gebied te ontwikkelen. Ik zeg de heer De Wilde toe dat wij voortaan zullen vermelden voor de hoeveelste keer een voorbereidingsbesluit wordt ver lengd. Wat betreft de vraag of wij voor de in het voorstel genoemde gebieden wel zullen toekomen aan een be stemmingsplan binnen een jaar, kan ik antwoorden dat voor met name het door de heer Van Poppelen genoemde gebied - dat is dus eigenlijk Soest-Midden - dit jaar zeker een bestemmingsplan gereed zal komen. Of dit ook kan gelden voor het gebied, vermeld on der punt b van het ontwerp-besluit - een strook grond ten noorden van de Korte Brinkweg -, weet ik niet; ik zal dat nog nagaan. Met het plan voor de bebouwde kom van Soesterberg zijn wij bezig en het plan voor gronden ter weerszijden van de Albert Cuyp- laan bestrijkt slechts een klein gebied. Wat het laatste gebied betreft - gronden ten noorden en ten zuiden van de Banningstraat te Soesterberg - moet bedacht worden dat dit afhankelijk is van bepaalde zaken. Al met al meen ik dat wij in de loop van dit jaar een heel eind zullen komen met de opstelling van bestem mingsplannen voor de in het ontwerp-besluit genoem de gebieden. De heer VAN POPPELEN: Ik wens u daarbij veel sterkte toe, mevrouw de voorzitter, maar ik verwacht toch dat u volgend jaar de voorbereidingsbesluiten weer zult moeten verlengen De VOORZITTER: Dat zal in ieder geval niet voor het gebied onder punt c van het ontwerp-besluit gel den en dat is het grootste gebied. Bij punt e gaat het om een klein bestemmingsplan dat mede verband houdt met de uitbreiding van Groot Engendaal; daar over is al in de commissie voor ruimtelijke ordening gesproken. Het gebied onder f betreft ook een klein gebied dat op zich zelf niet zo moeilijk zal zijn, ter wijl het gebied onder punt a zal worden begrepen in het bestemmingsplan Soest-Midden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, 170 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanschaf van meubilair voor een leslokaal en het inrichten van de hoofdenkamer tevens berging van de openbare lagere school te Soesterberg. 171 Voorstel tot het verlenen van medewerking als be doeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de Vereniging „De School met den Bijbel" te Soest voor de aanschaf van leesmateriaal in verband met nieuwe leesvormen ten behoeve van de Groen van Prinstererschool, de Minister de Visser- school en de Savornin Lohmanschool. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 172 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad f. 7 331,20 als bijdrage in de kosten voor de aanleg van een zinkput te Soesterberg. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Uiter aard juicht onze fractie dit voorstel van harte toe, want het betekent zeker een grote verbetering. In de brief van Ons Belang komt echter wel de zin voor dat de voorziening maar voor vijfjaar zal gelden, omdat de huizen dan zullen worden afgebroken. Zal dat in derdaad gebeuren en is er misschien al overleg ge voerd voor vervangende grond? Zijn er al toezeggin gen gedaan - of althans uitspraken gedaan die Ons Be lang als toezeggingen interpreteert - op dit punt? Ik vraag dit omdat Ons Belang al zo pertinent stelt dat de huizen over vijfjaar zullen worden afgebroken De VOORZITTER: Er zijn verschillende contacten geweest met de bewoners, waarna is afgesproken dat er een verder contact zou plaats vinden met de be woners en het bestuur van de stichting Ons Belang. Dat contact is blijkbaar nogal lang uitgebleven. Wij hebben daarop eens geïnformeerd en nog kort gele den hebben wethouder Ebbers en ik een gesprek ge had met de bewonerscommissie van Ons Belang. Daarbij is ons de vraag gesteld hoe de houding van de gemeente zal zijn ten opzichte van nieuwbouw. Er zijn echter verschillende instanties en personen hier bij betrokken, nl. de bewoners, het bestuur van de stichting Ons Belang, het ministerie van volkshuisves ting en de gemeente Wat de gemeente betreft ging het om de vraag of de gemeente, als tot nieuwbouw zou worden besloten, bereid en in staat zou zijn grond aan te wijzen voor vervangende nieuwbouw. Daarop hebben wij bevestigend geantwoord, waaraan wij heb ben toegevoegd dat wij bereid waren een bestem mingsplan in procedure te brengen voor de gronden die wij aanduiden met Banningstraat-Zuid; normaliter 258

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 259