de vijf minu- dering), de 32.000,-- le riolering romen), der de be en vele vra- oeten de wo- meer aan te :daan? Wat tegen de t is het van emd. Als je rreken over eel te lang. fractie heeft het stellen olitieke zou wor- men moet n politieke aantal be- jk naar vo- waardigd gehad ten noveerd. rde leden inwezig) heer Schae- t dat bij een d niet meer e gemeente e in de :n het zich rd waarop ouden over lerlei voor- t al zou lat de bewo- oemde be- irdig vinden igen door i gezegd, dat :n bedrage de richting een geheel 32.000,- a jnbaar ook :woners van zo is, geloof er zwaar zwaar had e bedragen men graas den. Dit iverleg over rverhoging bewoners er hadden, lotieven die ten grondslag liggen aan het besluit tot afwijzing van de renovatie. Al met al geloof ik dat er sprake is van een complex van communicatiestoornissen die zijn veroorzaakt door de overheid en mogelijk ook door de directie van de woning stichting Ons Belang en dat er mogelijk ook sprake is van een gebrek aan informatie van de kant van het college aan de wijkraad c.q, de commissie openbare werken. Het betreft hier een nare zaak. Wij zullen, onder verwijzing naar met name vraag 4, graag van het college vernemen wat het standpunt van het college is, wat er kan worden gedaan om de onrust bij de bewoners weg te nemen en welke richting wij moeten in slaan. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij begrijpen na tuurlijk volkomen dat er onrust is ontstaan bij de bewo ners van Ons Belang, omdat het altijd afschuwelijk is als je op een goed moment denkt dat er iets met je wijk zal gjebeuren en dan een tijdje later blijkt, dat hetgeen je hebt gedacht hoogst waarschijnlijk niet zal doorgaan. Op 18 mei 1972 heeft de woningstichting Ons Belang in een brief aan ons geschreven, dat ze eigenlijk van oordeel was dat de woningen geamoveerd zouden moeten worden, omdat volgens een ruwe schatting van de Nationale Wo ningraad op dat moment renovatie gemiddeld f. 22.500,- per woning zou gaan kosten. Als ik hierbij bedenk dat er inmiddels twee en een halfjaar is verstreken, meen ik dat het nu met betrekking tot renovatie genoemde bedrag van f 35.000,- per woning niet eens zo heel vreemd moet worden bekeken. Ik weet niet in hoeverre de door de bewoners getroffen voorzieningen in deze bedragen zijn ingecalculeerd. Er zijn na de genoemde brief besprekingen geweest tus sen het bestuur van de stichting (dat in dezen natuurlijk de gesprekspartner voor de gemeente is) en de directie van de volkshuisvesting. Toen zijn er ook plannen ge weest en is bekeken of er gerenoveerd zou kunnen wor den; de toenmalige wethouder van openbare werken was er een groot voorstander van dat er niet tot amovering, maar tot renovatie zou worden overgegaan. Er is toen ook aan ons gevraagd of wij.bereid zouden zijn om als de wo ningen zouden worden gerenoveerd, de bestaande regels voor doorstroming en woningverbetering toe te passen. Daarop heeft ons gemeentebestuur bij brief van 19 fe bruari 1973 aan het bestuur van de stichting geantwoord, dat wij daar natuurlijk toe bereid waren. Men was toen in onderling overleg tussen de hoofdingenieur-directeur, de gemeente en het stichtingsbestuur tot plannen voor reno vatie gekomen Het stichtingsbestuur werd bijna altijd ge secondeerd door iemand van de nationale woningraad. Daar tussendoor zijn er besprekingen over gevoerd of het mogelijk zou zijn een riolering aan te leggen. Dit is eigen lijk een apart punt, dat niet direct, maar wel zijdelings met de renovatie heeft te maken en waarbij de gemeen te meer direct betrokken is. Wij hebben gezegd dat het technisch mogelijk zou zijn om een riolering aan te leg gen en wij hebben een plan gemaakt voor de aansluiting op de riolering. Wij allen zaten toen op de toer van de re novatie van de wijk Ons Belang. Op een gegeven moment heeft de huurderscommissie een keer aan ons gevraagd of ze een afschrift kon krijgen van het bestaande bestemmingsplan. Wij hebben daarop geantwoord: Op het ogenblik is er alleen nog maar het oude uitbreidingsplan Amersfoortsestraat. Op 25 juni 1974 is er in het Dorpshuis in Soesterberg een vergadering van de bewoners van het bewonerscom plex Ons Belang geweest. Daar stonden wij helemaal bui ten; wel hebben wij toen doen weten dat mevrouw Wal- ter en de heer Ebbers namens het college aanwezig zou den zijn. Op die vergadering is staatssecretaris Van Dam aanwezig geweest en als ik de desbetreffende krantebe- richten goed heb begrepen, heeft hij toen ook nog over renovatie gesproken. In september 1974 hebben wij, om heel andere dingen, besprekingen gehad met de hoofdingenieur-directeur van de volkshuisvesting, Daarbij is ons gebleken dat de ge- luidshindernormen waar men bij nieuwbouw in gebie den met geluidshinder onder moet blijven, door de mi nister van volksgezondheid en milieuhygiëne, mevrouw Vorrink, veel en veel scherper zijn gemaakt. (Dit is niet afhankelijk geweest van één bezoek van iemand juist op een moment waarop alle straaljagers opstegen). Wat in dit opzicht voor nieuwbouw geldt, geldt volgens de re gels ook voor renovatie. Dit betekent dat er geen subsi die zou worden gegeven voor de renovatie van Ons Be lang. Wij hebben daarover gesproken in een tripartiet gesprek van de hoofdingenieur-directeur, het stichtings bestuur en het gemeentebestuur Omdat de hoofdinge nieur-directeur daarna zou informeren wat precies de fi nanciële consequenties zouden zijn als er eventueel niet zou worden gerenoveerd, maar elders nieuwbouw zou plaatsvinden, is het tripartiete gesprek enige tijd later voortgezet. In het voortgezette gesprek heeft de hoofd ingenieur-directeur gezegd, dat hij binnen korte tijd een brief van staatssecretaris Schaefer zou krijgen waarin hem mededelingen zouden worden gedaan, dat hij die mede delingen zou moeten overbrengen aan het gemeentebe stuur van Soest, dat ze vervolgens zou moeten overbren gen aan de stichting Ons Belang. Ik stel er prijs op de brief voor te lezen: „Met betrekking tot de in de besprekingen van 23 okto ber en 4 december 1974 gestelde vraag of financiële me dewerking van het Rijk kan worden verkregen voor het renoveren van bovenvermeld complex dan wel het ver plaatsen van de woningen naar een ander gedeelte van Soesterberg, deel ik Uw college het volgende mede Aanvankelijk - in 1972 - is mijnerzijds medewerking toe gezegd voor renovatie. Sindsdien heeft het aspect van geluidshinder in de omgeving van vliegvelden sterke aan dacht gekregen. Uit een rapport over de geluidshinder van het vliegveld Soesterberg blijkt, dat de woningen zijn gelegen in een zone van 55 Kosteneenheden geluidshin der. Volgens de opvattingen van het Ministerie van Volks gezondheid en Milieuhygiëne moet woningbouw hier ontoelaatbaar worden geacht. Dit geldt uiteraard ook voor renovatie van een complex als dit met hoge kosten gepaard gaat, zoals deze voor het onderhavige complex voorlopig zijn geraamd. Een extra post vormt nog de aanleg van een openbaar riool naar de meest nabije aankoppelingsmogelijkheid. Overigens moet ook de ge- isoleerde ligging van de wijk als een nadeel worden be schouwd. Na een bezoek dat met Staatssecretaris J. L.N Schaefer aan het complex werd gebracht heeft deze mij dan ook gemachtigd U mede te delen, dat ook hij van mening is dat gestreefd moet worden naar verplaatsing van het complex, zoals dit mogelijk blijkt te zijn, in plaats van het te renoveren Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de onderschei dene regelingen die bij stadsvernieuwing gelden en zoals deze in de bespreking van 4 december 1974 reeds zijn aangehaald 25

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 26