houder voegt eraan toe dat er nu maatregelen zijn ge
nomen voor het schooljaar dat augustus 1975 is be
gonnen en zegt dan „wat ons betreft, vragen wij ons
af, of het niet te veel onrust zou veroorzaken of een
extra belasting voor het onderwijzend personeel zou
betekenen, wanneer wij tijdens dat schooljaar nog weer
zouden ingrijpen"
Welnu, mevrouw de voorzitter, dan begrijp ik het niet
goed meer, Of de zaak moet haastje-repje voor elkaar
worden gebracht en wanneer Bredero dan het enige
bedrijf is dat in staat is de school in februari 1976 op
te leveren, geef ik mij gewonnen, óf de stelling van
wethouder Plomp is juist dat het veel onrust geeft in
de scholen Dan had echter mets aan de onderhandse
aanbesteding in de weg gestaan, want dan was het ze
ker mogelijk geweest om in mei/juni 1976 de school
op te leveren voor ieder van de aannemers
Ik meen dan ook dat het college ons er nog van dient
te overtuigen dat Bredero per se moet worden inge
schakeld om de school in februari 1976 opgeleverd te
krijgen, terwijl het voorts de bedoeling is om alle ge
nomen noodmaatregelen dan ook op te heffen Ik kan
mij dit laatste voorstellen, maai het is niet helemaal
in overeenstemming met hetgeen wethouder Plomp m
het interview heeft gezegd.
Mevrouw KORTHUIS ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Onze fractie is voorstandster dat hebben wij bij
verschillende gelegenheden benadrukt - van een open
bare aanbesteding met voorselectie, In de vele geval
len dat deze procedure niet werd gevolgd, hebben wij
daar steeds aanmerkingen op gemaakt. In het onder
havige geval hebben wij echter zwaar laten wegen dat
het verlenen van de opdracht aan Bredero de snelste
methode was om de kinderen zo snel mogelijk in hun
eigen school te krijgen. Voor deze ene keer zijn wij
hiermee dan ook akkoord gegaan en daar staan wij
nog steeds achter
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De
heer Visser heeft opgemerkt dat het lang heeft ge
duurd voordat er iets werd gedaan met het krediet dat
de raad al in november 1974 had verleend Ja, inder
daad, maar zo lang duurt dat nu eenmaal. Na de kre
dietverlening door de raad moet men plannen gaan
maken en vooral als het om een school gaat, moeten
die plannen een lange weg gaan, Ze zijn trouwens
eerst nog een keer afgekeurd door de bouwkundige
hoofdinspectie, waarna allerlei veranderingen moesten
worden aangebracht. Dat neemt natuurlijk enige tijd
in beslag Op de dag dat de commissies hebben verga
derd, was de zaak precies rond.
Wat betreft de opmerkingen van de heer Visser over
de Soester bedrijven, wijs ik erop dat ik niet heb ge
zegd dat bedrijven die de school snel kunnen bouwen,
niet in Soest aanwezig zouden zijn. Wel heb ik gezegd
dat het in dit geval de voorkeur verdient dat de school
wordt gebouwd door een groot bedrijf De naam
„Soest" heb ik daarbij helemaal niet genoemd, De
heer Visser moet mij dus geen woorden in de mond
leggen die ik helemaal niet heb uitgesproken
Wanneer de heer De Wilde mij nog vraagt waarom nu
juist Bredero is gekozen, wijs ik erop dat de twee com
missies unaniem voor Bredero hebben gekozen. Het
college was nog helemaal niet van plan om op die ver
gadering tot een dergelijke beslissing te komen, maar
de commissies hebben dit advies meegegeven aan de
beide wethouders die aanwezig waren
De heer DE WILDE: Ik heb gevraagd of ook ter spra
ke is gekomen of ei nog andere bedrijven waren die
ook kans zouden zien om de school in februari 1976
op te leveren,
Wethouder HOEKSTRA: Dat wisten wij op dat ogen
blik met en de commissieleden wisten dat toen ook
niet De datum „februari 1976" hebben wij ook nu
pas gehoord van Bredero In de commissies is gespro
ken over „rond Pasen", hetgeen ook in het verslag te
rug te vinden is.
De heer DE WILDE: Maar de enige rechtvaardiging
voor het geven van een onderhandse opdracht aan een
bouwbedrijf zou zijn dat er specifieke argumenten
voor dat ene bouwbedrijf zijn Wanneer u zich met
ervan hebt overtuigd dat die specifieke argumenten er
zijn geweest, is de beslissing naar mijn indruk niet zo
zorgvuldig geweest als gewenst zou zijn
Wethouder HOEKSTRA: In de commissievergadering
zijn vier bouwbedrijven genoemd en volgens de com
missies was er bij Bredero de meeste kans dat de
school snel zou worden opgeleverd.
De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Ik veron
derstel dat de commissies hebben gesteld dat het col
lege Bredero zou moeten benaderen, omdat men in
Bredero het bedrijf zag dat het project het snelste zou
kunnen uitvoeren, zonder dat men daarbij direct
dacht aan februari 1976 Bredero is daarop terugge
komen met de mededeling dat 7 februari 1976 haal
baar zou zijn Welnu, daar moet men gewoon blij
mee zijn.
De heer DE WILDE: Nu, dat kan ik niet onderschrij
ven, mevrouw de voorzitter Wanneer men de andere
bedrijven niet heeft gevraagd, heeft men niet voldoen
de rechtvaardig gehandeld.
Wethoudei HOEKSTRA: Het is gegaan op de wijze
zoals ik heb geschetst, mevrouw de voorzitter; ik heb
daar niets meer aan toe te voegen
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
inderdaad in een interview in de Amersfoortse Cou
rant gezegd dat Soester bedrijven ingeschakeld zou
den moeten worden. Daar blijf ik uiteraard bij In
eerste instantie is ook een Soester architect uitgeko
zen Vervolgens is et de bespreking in de commissies
geweest, waaruit naar voren is gekomen hoe het colle
ge verder zou moeten gaan Daarbij werd ook naar
voren gebracht dat, wie de school ook zou bouwen,
altijd Soester onderaannemers aan bod zouden kun
nen komen
Dit is mijn antwoord op de gesignaleerde discrepan
tie, mevrouw de voorzitter.
De heer DE WILDE: Neen, het gaat mij erom dat u
hebt gesteld in het interview dat de noodmaatrege
len misschien wel het hele jaar duren, terwijl het col
lege nu als argument om één aannemer te kiezen, aan
voert dat de zaak haastje-repje klaar moet zijn. Eén
van tweeën; als het college of de wethouder van me
ning is dat men snel de noodmaatregelen moet beëin
digen, kan ik het begrijpen, maar dat klopt dan niet
met de uitspraak van de wethouder in het interview
dat dit onrust geeft in de scholen. Ik heb trouwens
schriftelijke vragen hierover gesteld.
Wethouder PLOMP: Op die schriftelijke vragen kunt
u zeer spoedig het antwoord verwachten, mijnheer De
Wilde,
Mevrouw KORTHUIS-ELlON: Mevrouw de voorzit
ter! In de commissie is gesteld dat het onrust geeft
als de kinderen nog maar een korte tijd van het school-
270