De gemeenteraad van Soest heeft de grond indertijd
bestemd voor scholenbouw.
Gedeputeerde staten hebben het bestemmingsplan
goedgekeurd.
De school is bestemd voor de regio Soest-Baarn en
men kan derhalve geen plek bedenken die mooier is
dan de onderhavige.
Ik meen dat het verstandig is om in de raad geen
schoolstrijd te gaan ontketenen. Wij dienen zakelijk
te blijven, want de school kan snel worden gebouwd,
wanneer de raad een snelle beslissing neemt.
Ik hoop dat de milieugroeperingen begrip hebben
voor de situatie. Het verdient aanbeveling dat deze
groeperingen om de tafel gaan zitten met de stichting,
opdat de stichting kan aantonen, dat het milieube
derf nogal meevalt. Het mooie stukje milieu zal im
mers precies achter de school vallen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mijnheer de voorzit
ter! Ik wil nog iets over dit onderwerp zeggen, om
dat de heer Van Poppelen nu ook weer het woord
„schoolstrijd" heeft gebruikt en omdat hij heeft ge
zegd dat iedereen vrij is een eigen school te stichten.
De V.V.D.-fractie denkt in de verste verte niet aan
een schoolstrijd. Krachtens ons liberaal beginsel heeft
een ieder vrijheid van onderwijs. Aan dat beginsel
mag onzes inziens op geen enkele wijze worden ge
tornd. Toch hielden wij het voor mogelijk dat er in
één gebouw een samenwerking zou tot stand komen.
Dat streven was dan ook opgenomen in de zeven pun
ten (te zamen dienend als basis-leidraad voor het te
voeren beleid) die aan het begin van deze raadsperio
de zijn overeen gekomen.
Indertijd hebben wij uitdrukkelijk gestreefd naar één
samenwerkingsschool. Wij weten dat, wanneer wij de
grond verkopen voor de school van de genoemde
stichting, er waarschijnlijk geen samenwerkingsschool
zal komen..Daarom zijn wij benieuwd naar het resul
taat van het aangekondigde gesprek. Dat gesprek is in
de raad toegezegd en ik meen dan ook dat het college
daarover in de raad kan berichten. Bestaat er nog hoop
dat de grond uiteindelijk zal kunnen worden gebruikt
voor een school van een bredere opzet met ieders
specifieke onderwijs daarin verankerd?
De op deze grond te bouwen school zal voor zeer
lange tijd de laatste havo-vwo-school in Soest zijn.
Daarom willen wij graag weten of de grond alleen zal
zijn bestemd voor een school van de stichting of dat
de school een veel bredere grondslag zal krijgen.
De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Ook ik heb
geen enkele behoefte aan een herleving van de school
strijd. Er is trouwens alleen sprake van een term die
door het C.D.A. wordt gebruikt. Ik denk in dit ver
band altijd aan de Hoekse en Kabeljaauwse twisten. Er
is helemaal geen sprake van een schoolstrijd. Wij moe
ten gewoon eerlijk zijn. Er is gezegd dat er zal worden
gewerkt aan de totstandkoming van een samenwer
kingsschool voor havo-vwo en dat er een gesprek zal
plaats vinden. Met mevrouw Korthuis meen ik dat,
wanneer die protestants-christelijke school er komt,
verder alles is afgesneden.
De heer Van Poppelen heeft gezegd de plek voor die
school zo ideaal te vinden.
De heer DE WILDE: Is dit al de tweede termijn?
De heer VISSER: Ik werk toevallig ook op een school
waarop kinderen zitten uit Baarn, Soest en Maartens
dijk. Die fietsen dan een stukje verder en dat maakt
niets uit.
De VOORZITTER: Ik meen dat wij nu buiten de or
de gaan, want u bent in eerste termijn al aan het
woord geweest. Ik heb u overigens zelf het woord ge
geven en de fout berust dan ook bij mij. Het college
moet echter nog in eerste termijn antwoorden.
Dames en heren. Mij is ingefluisterd, dat het ministe
rie van onderwijs en wetenschappen instemt met de
koopakte.
De heer DE WILDE: Hoe is het mogelijk! Hebt u
dat zwart op wit
De VOORZITTER: Ik heb die instemming niet zwart
op wit voor mij liggen.
De heer DE WILDE: Ik heb het stuk van de r.k.-
mavo-school van een paar maanden geleden nog eens
opgezocht. De minister heeft geschreven dat hij de
door mij genoemde voorwaarden niet accepteert. Ik
geloof er helemaal niets van dat die voorwaarden nu
wel worden geaccepteerd.
De VOORZITTER: Dan moeten de voorwaarden in
overeenstemming met de aan de r.k.-mavo gestelde
voorwaarden worden gebracht.
De heer DE WILDE: Ik heb in de commissie gevraagd
om met de minister contact op te nemen, opdat wij
niet opnieuw voor het blok zouden komen te staan
van eerst deze stichtingsakte en over een paar maan
den weer een andere stichtingsakte. Ik heb gevraagd
dat werk voor de vaak nu eens na te laten.
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat het school
bestuur contact met de minister van onderwijs en we
tenschappen zou opnemen.
De heer DE WILDE: En hebt u daarvan bericht?
De VOORZITTER: Wij hebben aangenomen dat dat
in orde was.
De heer DE WILDE: Ik zeg u dat u over een paar
maanden weer bij ons moet komen. Er is geen minis
ter die accepteert dat wij de stichting laten opdraaien
voor de overdrachtskosten wanneer wij geen bouwver
gunning geven. Er kan natuurlijk wel een ontbindende
voorwaarde in de koopakte worden opgenomen.
De VOORZITTER: Dan moeten die punten in de
koopakte worden gewijzigd.
De heer DE WILDE: In de verkoopakte van de grond
aan de r.k.-mavo stonden precies dezelfde voorwaar
den. Ik heb gewaarschuwd voor de gevolgen, maar de
burgemeester heeft gezegd dat een en ander wel zou
meevallen. Na een paar maanden kreeg de raad een
wijzigingsvoorstel, waarin precies de wijzigingen ston
den die ik nu ook voorstel. Ik memoreer dat om effi
ciënt werken mogelijk te maken. Ik vraag mij wel
eens af waarom wij in commissies zitten wanneer er
aan onze opmerkingen geen aandacht wordt geschon
ken.
De VOORZITTER: Een en ander betekent dat de zin
„zullende alsdan de kosten van overdracht voor reke
ning van de koopster (de stichting) zijn" uit de ver
koopakte moet worden geschrapt.
De heer VISSER: En die termijn van na één jaar bou
wen?
De VOORZITTER: Daarvoor geldt hetzelfde.
De heer DE WILDE: U maakt nu nl. een raadsbe
sluit op basis waarvan u de notaris aan het werk moet
zetten. De notaris zal natuurlijk vragen of alles koos
jer zit. Dat is logisch. Het college zal een brief moeten
overleggen. Die brief had er moeten zijn voordat de
zaak in de raad kwam. Daarvoor heb ik gewaarschuwd.