een slag in de lucht, terwijl geen enkele norm wordt
aangegeven. Ik meen dat als norm heel goed kan wor
den genomen het percentage waarmede de kosten van
de te verrichten diensten zijn gestegen.
Ik vraag mij nog steeds af hoe het nu eigenlijk met de
wachtdiensten van de brandweer zit Er is sprake van
een dienstverlening door de overheid, voortvloeiende
uit bepalingen die uit een oogpunt van brandpreventie
zijn opgesteld. Wat is de rechtsgrond dat degene ten
behoeve van wie die dienst moet worden verleend,
zelf moet betalen? Dat zelf moeten betalen voor die
dienstverlening vind ik een beetje merkwaardig. De
kosten van het brandweerkorpsen het politiekorps
worden door de burgers gezamenlijk betaald en voor
wie die korpsen nu precies werken speelt geen door
slaggevende rol.
Onder V wordt gesproken over de rechten verwijde
ring en bewaren van voertuigen. Die rechten zouden
wat ons betreft meer kunnen worden verhoogd. In
het algemeen gesproken zal het gaan om oude voertui
gen die niets meer waard zijn en die door de laatste
eigenaars worden achtergelaten. Op een gegeven mo
ment moet de overheid die voertuigen weghalen. Ik
meen dat degene die zo'n voertuig achterlaat, ook
maar moet betalen. Er wordt een verhoging van 20%
voorgesteld. Kan dat tarief niet meer worden ver
hoogd?
Ik heb begrepen dat een ontwikkelingsplan destijds
f. 10,- moest kosten. Ik meen dat het voor meer men
sen mogelijk moet zijn om door de gemeente uitgege
ven stukken te krijgen. Het gaat mij te ver om te zeg
gen dat de raadsnotulen en dergelijke stukken koste
loos moeten worden verstrekt (daardoor zouden waar
schijnlijk onoverzienbare financiële consequenties
ontstaan voor de gemeente), maar de P. v.d, A.-frac-
tie stelt wel voor om de in de artikelen 7, 8 en 13 ver
melde tarieven niet te verhogen, ook niet met de 10%
die thans door het college wordt voorgesteld. De stuk
ken dienen zo goedkoop mogelijk voor de burgerij be
schikbaar te zijn.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het
college meent dat de verhoging van de leges voor het
paardrijden acceptabel is. In dit verband kan ik, on
der andere in antwoord op een vraag van de heer De
Wilde, opmerken, dat het college de bedoeling heeft
om de tarieven regelmatig te gaan aanpassen. Daar
om ook hebben wij in de afgelopen jaren reeds meer
malen bepaalde tarieven met een iets hoger percenta
ge verhoogd dan door het ministerie van binnenland
se zaken werd geadviseerd. Wij willen de achterstand
bijstellen om op het goede peil te komen. Wij zijn be
gonnen met het aanpassen van de tarieven. Wij willen
de leges voor het paardrijden geleidelijk verhogen en
niet in één klap; ik vind het een beetje naar om de be
trokkenen nu te confronteren met bijvoorbeeld een
dubbel tarief. Terecht heeft de heer De Wilde er echter
op gewezen dat de tarieven van jaar tot jaar moeten
worden bijgesteld.
De heer Visser heeft gezegd dat de wachtdienst van
de brandweer ook bij hem thuis zou moeten optreden,
wanneer hij meer dan vijftig personen in huis heeft.
Dat is niet waar, want het bepaalde geldt alleen voor
inrichtingen en ik neem aan, dat zijn woning niet on
der een inrichting valt.
De wachtdienst van de brandweer is een vorm van
dienstverlening. Ik kan de heer De Wilde geen ant
woord geven op diens vraag welke rechtsgrond er aan
wezig is om voor die dienstverlening een bedrag in re
kening te brengen.
Met betrekking tot het afhalen van begrotingen en an
dere raadsstukken door de burgerij heeft het college
besloten om de tarieven te halveren, wanneer deze
stukken worden afgehaald; de verzendkosten maken
nl. een vrij groot deel van de totale kosten uit. Bo
vendien zullen wij ervoor zorgen dat bestemmingsplan
nen en daarbij behorende voorschriften ter inzage lig
gen in de openbare bibliotheken (waaronder de depen
dances). Dat zal ook voor de overige in de artikelen 7
en 8 genoemde stukken gelden.
Het recht dat is verschuldigd voor het ledigen van
beer- en zinkputten is een moeilijke zaak. Wij hebben
het tarief voor de bewoners van huizen die niet kun
nen worden aangesloten op de riolering iets willen
aanpassen, omdat de kostprijs oploopt. Het tarief
voor de bewoners van huizen die wel kunnen worden
aangesloten, is reeds vrij hoog. Ik vraag mij af of wij
voor een nog hoger tarief toestemming zullen krijgen.
De heer VAN POPPELEN: Ik heb gevraagd of er
sprake is van een kostendekkend tarief.
Wethouder EBBERS: Dat geloof ik niet
De heer VAN POPPELEN: Dat dacht ik ook niet. Ik
heb begrip voor de mensen wier woning niet kan wor
den aangesloten op de riolering, want zij zitten al in
een moeilijke situatie. Wij vinden dat voor hen de
kosten niet moeten worden opgeschroefd. Er zijn
echter ook mensen wier woning wel kan worden aan
gesloten op de riolering, maar die dat niet willen, Ik
vind dat wij geen gemeenschapsgeld moeten bijleggen
voor het ledigen van de beer- en zinkputten van deze
laatste categorie.
Wethouder EBBERS: Dan zouden wij een aparte be
rekening moeten maken, want de wagen rijdt rond.
Het is dan ook moeilijk om na te gaan of het tarief al
dan niet kostendekkend is voor panden die niet zijn
aangesloten op de riolering, terwijl aansluiting wel
mogelijk is. Een berekening is wel mogelijk, wanneer
de eigenaar van een dergelijk pand opbelt met de me
dedeling dat de put is verstopt. Ik zal deze kwestie in
overleg met collega Hoekstra nader bekijken.
De VOORZITTER: Dames en heren! Voor de rechts
grond van de in artikel 38a genoemde tarieven verwijs
ik naar de brandbeveiligingsverordening (nog niet zo
lang geleden vastgesteld) waarin staat dat het zonder
vergunning van burgemeester en wethouders niet ge
oorloofd is bijeenkomsten te houden waaraan door
meer dan vijftig personen kan worden deel genomen.
Aan die vergunning van het college kunnen voorwaar
den worden verbonden; één van die voorwaarden kan
zijn dat er permanent een brandweerman bij de voor
stelling aanwezig is In dat geval kunnen wij om een
vergoeding vragen.
In de nieuwe brandbeveiligingsverordening zijn veel
stringentere regels gesteld dan vroeger het geval was.
Er zal permanent een brandweerman aanwezig moe
ten zijn, wanneer wij menen dat er potentieel brand
gevaar is. Voor die aanwezigheid moet dan een bedrag
worden betaald.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het
recht voor het verwijderen en bewaren van voertuigen
zal met 20% worden verhoogd. Ik zal eens laten na
gaan wat de kostprijs precies is, waarna wij kunnen
bekijken of tot een andere tariefopstelling moet wor
den gekomen,
304