den gelegd, zijn vrij gedetailleerd. Daarin staan de re
denen aangegeven op grond waarvan bepaalde plannen
niet zijn goedgekeurd. Wanneer je dat allemaal ook in
bet jaarverslag gaat verwerken, krijg je een onnoeme
lijk groot jaarverslag.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Je zou ook de mensen
duidelijk moeten maken dat al die onderonsjes met de
welstandscommissie eigenlijk slecht zijn.
De VOORZITTER: Wat bedoelt u precies?
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Je moet de mensen
duidelijk maken, dat, wanneer zij zich tot de welstands
commissie wenden, zij meteen een bouwaanvraag moe
ten indienen. Ik geloof dat een heleboel van de door
mij bedoelde op-kosten-jagerij buiten het college
om geschiedt, doordat de mensen denken: Wij moe
ten coüte que coüte het plan bij de welstandscommis
sie rond hebben, want anders krijgen wij van het col
lege de kous op de kop. En dat laatste is toch niet
waar. Bij een bouwaanvraag behoeft toch niet een ge
heel uitgekiend bestek te worden gevoegd? Anders
zou je de mensen inderdaad op kosten jagen.
De VOORZITTER: Wel een uitgewerkte tekening,
De heer VAN EE: Het is niet een uitgewerkte teke
ning. Het gaat om een volledige omschrijving, met een
typische doorsnede.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik wil alleen zeggen:
Financieel maakt het niet uit als de mensen meteen de
bouwaanvraag indienen. En dat scheelt enorm.
De heer VAN POPPELEN: Wanneer een burger iets
wil bouwen dat afwijkt van het gangbare, dan kan hij
toch altijd een soort principeschets indienen en vra
gen: Kan ik in deze lijn verder werken? Dan wordt
hij toch niet op onnodige kosten gejaagd. Een dergelij
ke gang van zaken is toch mogelijk.
Wethouder HOEKSTRA: Dat kan natuurlijk best.
Maar dan gaat de betrokkene wel 25 keer heen en
weer, hoor!
Juist het feit dat men met zeer summiere schetsjes
komt, heeft tot gevolg dat er zo veel wordt afge
keurd. De welstandscommissie zegt dan: Wij kunnen
dit er niet in zien en wij kunnen dat er niet in zien.
Wanneer men een volledige bouwaanvraag indient,
heeft men natuurlijk kosten gemaakt, maar dan moet
die bouwaanvraag binnen twee maanden bij het colle
ge van burgemeester en wethouders liggen. Het colle
ge kan dan wel de welstandscommissie twee maanden
verlenging geven.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Op het ogenblik
komt het voor dat volledige tekeningen worden inge
leverd, die vervolgens tien keer worden herzien, voor
dat er een bouwaanvraag wordt ingediend. En dat is
niet goed.
De VOORZITTER: In de eerste plaats zou ik de be
trokkene willen adviseren, het college om een princi
pe-uitspraak te verzoeken met betrekking tot de vraag,
of hetgeen men wil planologisch mogelijk is. Men
moet nl. ook planologisch bekijken of bepaalde plan
nen voor verwezenlijking vatbaar zijn. En in de twee
de plaats zou ik
De heer DE WILDE: Weten de mensen dat dit moge
lijk is, mevrouw de voorzitter! Weten zij dat de wel
standscommissie niet anders is dan een advieslichaam
en dat uiteindelijk het college beslist De klip van de
welstandscommissie passeert men bijna niet. Men
heeft het gevoel: Wanneer ik geen positief advies van
de welstandscommissie krijg, kom ik nergens, Mag ik
u vragen: Komt het voor dat u een bouwvergunning
afgeeft bij een negatief advies van de welstandscom
missie
De VOORZITTER: Ja, dat gebeurt.
De heer DE WILDE: Mijn complimenten daarvoor!
De VOORZITTER: Dat is meermalen gebeurd. Wij
hebben een keer in Op 't Hoogt daarover geschreven.
Wij willen dat nog wel een keer doen.
Wij adviseren iedereen die een huis wil bouwen, een
bouwaanvraag in te dienen. Er zijn tegenwoordig af
spraken - die moeten ook worden nagekomen -, vol
gens welke zelfs voordat de formele bouwaanvraag in
de welstandscommissie komt, door iemand van de
eerste afdeling wordt nagegaan of het plan planolo
gisch mogelijk is. Wij hebben nl. ook wel eens de el
lende gehad, dat iemand - zonder dat wij het wisten -
vier maanden met de welstandscommissie stoeide,
terwijl het betrokken plan planologisch helemaal niet
voor uitvoering in aanmerking kwam. Dat proberen
wij kort te sluiten door te zeggen: Voordat de
schoonheidscommissie in de zaak duikt, gaan wij na
of het plan om andere redenen misschien niet zou
kunnen worden uitgevoerd.
Wij propageren tegenwoordig: Dien een formele
bouwaanvraag in. Dan moet volgens de voorschriften
het college binnen twee maanden een beslissing ne
men. Het college kan die termijn verlengen. Wanneer
de schoonheidscommissie niet binnen twee maanden
het plan beoordeeld kan hebben, behoort ze het col
lege om uitstel te vragen. In ieder geval moet binnen
twee maal twee maanden over de bouwaanvraag een
beslissing zijn genomen.
De heer VAN AALSTDan blijft echter de moeilijk
heid, dat op grond van artikel 15, lid 3, van de bouw
verordening de bouwaanvraag moet worden inge
diend met de aannemingssom. Ik zou mij kunnen
voorstellen dat de welstandscommissie het plan zoda
nig gaat wijzigen - die mogelijkheid is misschien theo
retisch - dat ook de aannemingssom drastisch gewij
zigd moet worden.
De VOORZITTER: Ik zeg altijd: Het advies van de
welstandscommissie is een advies. Dat komt op een
goed moment bij burgemeester en wethouders. Zijn
er inmiddels via het overleg tussen principaal, archi
tect en welstandscommissie wijzigingen in het plan
aangebracht waarmede iedereen het eens is, dan zeg
gen wij: O.K. Wij moeten ook niet het gevoel hebben,
dat het werk van de welstandscommissie niets te be
tekenen heeft. Wij hebben een heleboel dingen onder
ogen gekregen, waarbij wij hebben gezegd: Dat heen
en weer gepraat heeft geweldig veel voordelen gehad;
daardoor is het plan stukken opgeknapt. Alleen: Wij
willen er graag voor zorgen, dat een en ander niet te
lang duurt. Wij willen voorkomen dat de burger ge
frustreerd raakt door opmerkingen over een raampje
enz., punten die in de praktijk niet zo belangrijk zijn.
Dames en heren! Er ligt nog altijd een amendement
van de heer Van Aalst ter tafel. Wordt dat gehand
haafd
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik
ben er inmiddels wel van overtuigd geworden dat het
moeilijk is de wethouder in de welstandscommissie
op te nemen. Het zou inderdaad een moeilijke zaak
zijn, wanneer die zich zelf zou moeten gaan adviseren.
Ik heb willen trachten het praten in de welstandscom-
326