voor personeel en organisatie uit te spreken. Wij menen dat
de raad via een dergelijke commissie bij de hoofdlijnen van
het personeelsbeleid van de gemeente als niet onbelangrijke
werkgever moet worden betrokken Personeelsbeleid en or
ganisatiebeleid zijn nauw met elkaar verbonden. Zaken als
functieclassificatie en medezeggenschap kunnen in een
commissie ex artikel 63 aan de orde komen
Bij de hoofdstuksgewijze behandeling zal onze fractie ook
ruime aandacht schenken aan de gemeentelijke bossen en
het beheer en onderhoud daarvan. Wij willen in dat verband
bepleiten het openbaar maken van de vergaderingen van de
boscommissie, in het bijzonder wanneer het gaat over de
kwesties van beheer en onderhoud.
Over de reorganisatie van het binnenlands bestuur kan ik
na de discussies van de afgelopen maanden kort zijn. In
gemeentelijke kring is vrij grote eensgezindheid over de op
zet met drie bestuurslagen. Over de verdeling van de over
heidstaak over deze drie bestuurslagen is bij de gemeenten
grote ongerustheid ontstaan
Twee vragen wdl ik over dit onderwerp nog stellen. Kan
het college iets mededelen over de opvattingen van de in
Eemland gelegen gemeenten over de gewestindeling;
Eemland met Harderwijk, Eemland met het Gooi dan wel
Eemland met de Utrechtse en misschien Gelderse Vallei?
Hoe zal het nu verder gaan met Eemland? Zal nu nog ver
der pas op de plaats worden gemaakt in afwachting van de
besluitvorming over de regeringsplannen? Dan wel, gaat
Eemland op eigen initiatief verder? Ik hoop dat Kan
spoedig een voorstel tot wijziging van de thans van kracht
zijnde regeling voor Eemland tegemoet worden gezien?
Krijgt het samenwerkingsorgaan dan rechtspersoonlijkheid,
zodat het ook zelf personeel in dienst kan nemen? Hoe
staat het verder met de totstandkoming van een structuur
plan - bovengemeentelijk - voor Eemland? Is ook iets te
zeggen over al dan niet voortgang met het recreatieproject,
hetzij Eemland dan wel de Utrechtse Heuvelrug? Eemland
zal zich toch niet aan de verplichting kunnen onttrekken de
recreatievraagstukken, volop in Eemland aanwezig, in goede
banen te leiden?
Nu naar het bestuur binnen onze gemeente kijkend stel ik
de vraag hoe het college de communicatie tussen college,
raad van Soest en de wijkraad van Soesterberg waardeert.
Is het mogelijk de zo nu en dan de kop opstekende kort-
sluitinkjes definitief te doen verdwijnen? De wijkraad
heeft zich veel moeite getroost ei achter te komen welke
problemen er in Soesterberg bij de mensen leven, Krijgt dit
rapport met verslagen over de gehouden hoorzittingen ook
van het gemeentebestuur van Soest voldoende aandacht?
Welke betekenis moeten wij hechten aan de mededeling,
dat binnen de wijkraad wordt gezocht naar een enigszins
andere wijze van verkiezing van leden van de wijkraad?
In de Soester Courant van 6 november jL nam ik kennis
van een verslag van een deelnemersvergadering van de sport
stichting. Het verslag spreekt van een andere wijze van ver
gaderen die tot tevredenheid aanleiding geeft. Anderzijds
bestond in die bijeenkomst blijkbaar een groot stuk onbe
hagen over het functioneren van de stichting. Wanneer ik
het goed heb begrepen, willen de deelnemers aan die stich
tingsvergadering spreken over een stuk te ontwikkelen sport
beleid. De stichting meent dat zij een uitvoeringsorgaan is
van de gemeente en dat de vorming van het sportbeleid in
de gemeenteraad thuishoort. Zo is het op mij afgekomen.
Een en ander lijkt mij nogal onbevredigend. Scheiding van
verantwoordelijkheden door het oprichten van een sport
raad - deze zou dan als een soort pressiegroep kunnen gaan
functioneren - zou een weg kunnen zijn. De stichting om
bouwen tot een forum van ontmoeting, waar gemeentebe
stuurders en vertegenwoordigers van sportorganisaties we
zenlijk spreken over nog te voeren sportbeleid, komt mij
aantrekkelijker voor. Wat is de mening van het college ter
zake?
Eerder gaf ik te kennen nog enige aandacht te willen wijden
aan de vraag hoe de bevolking op een goede manier bij het
ontwikkelen van het ruimtelijk beleid kan worden betrok
ken. Ik hoop zeer dat het college zo langzamerhand met
onze fractie de overtuiging heeft, dat die inspraak bij het
ontwikkelingsplan moet worden verbeterd. Op ons inspraak-
voorstel heeft het college medegedeeld in een nota te zul
len reageren. Naar de mening van het college zou de door
ons bepleite vorm van inspraak op zijn vroegst bij de ko
mende bestemmingsplannen aan de orde zijn. Wij vinden
dat onjuist. Wanneer niet op korte termijn een echte in
spraakprocedure speciaal voor het ontwikkelingsplan op
gang komt, komt de gemeente Soest niet uit het slop waar
in het met zijn ruimtelijk beleid onzes inziens thans zit.
Het ontwikkelingsplan moet qua inspraak van de bevolking
zo worden aangepakt, dat na vaststelling van het ontwik
kelingsplan met een aantal zaken snelle voortgang kan wor
den gemaakt. Neemt men nu niet de tijd met het ontwikke
lingsplan, dan krijgt men straks met de bestemmingsplannen
die op basis van het ontwikkelingsplan moeten worden ge
maakt, het lid van de haastige spoed opnieuw op een zeer
pijnlijke manier op de neus. Daarom adviseren wij ander
maal met klem: neem de tijd voor het ontwikkelingsplan,
schakel de bevolking in volgens moderne methoden en
met behulp van mensen die dit vak van inspraak beroepshal
ve beheersen. Wanneer er werkelijk inspraak in het ontwik
kelingsplan is geweest en wanneer er werkelijk alternatieve
modellen serieus in bespreking zijn geweest, zal daarna de
uitwerking nog voldoende moeite geven. Maar dan is er al
thans een behoorlijk fundament. Een beleidslijn op de
hoofdpunten van de ruimtelijke ordening, waaraan Soest
zo dringend behoefte heeft.
Er zal veel moeten gebeuren. Een raadhuis en een politie
bureau moeten er komen. Dat vraagt een bestemmingsplan.
Zo mogelijk realisering met toepassing van artikel 19 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Voorwaarde voor de
medewerking daaraan is wat onze fractie betreft een kwali
tatief verantwoorde besluitvorming van het ontwikkelings
plan, En beslist geen paniekvoetbal bij de totstandkoming
van dit ontwikkelingsplan. Natuurlijk moeten dan mogelijk
tussentijds enkele knelpunten worden opgelost. Veel te
lang zijn naar onze indruk bestaande bedrijven in hun be
staande mogelijkheden beknot met het oog op de mogelijke
totstandkoming van het winkelcentrum in Zuidereng. Wij
hopen dat het college ons spoedig zal adviseren hoe in het
kader van de brief aan de raad van de firma Wijnands de be
staande knelpunten zo snel en zo goed mogelijk kunnen
worden opgeheven, opdat het voortbestaan daarvan niet
naar het middel van een onverantwoord snelle en onzorg
vuldige besluitvorming ten aanzien van Zuidereng doet grij
pen.
In het kader van het ruimtelijke beleid vinden wij een uit
spraak van de raad dat de commissie ruimtelijke ordening
ingaande 1976 in het openbaar moet vergaderen gewenst.
Bij de vorige begrotingsbehandeling bestond grote eensge
zindheid over dit voornemen. Hoewel het college mede-
d; It dat dit punt in december in de commissie aan de orde
zal komen, menen wij dat de beraadslaging nu lang genoeg
heeft geduurd. Een motie die tot strekking heeft dat de
commissie ruimtelijke ordening ingaande 1 januari 1976 als
regel in het openbaar dient te vergaderen zal ik na mijn
betoog indienen.
Zijn vanwege het college aanvullende mededelingen te doen