met het oog op de woningbouwprojecten Ons Belang in
Soesterberg en St. Joseph Molenstraat in Soest?
Bij de bespreking van het financiële gedeelte moet ik eerst
wel aandacht schenken aan het antwoord op mijn vraag hoe
de uitkomsten zijn van de rekening 1974 en de vermoedelij
ke uitkomsten van 1975, Die gegevens moeten toch bekend
zijn, wil men op een verantwoorde wijze ramen voor 1976.
Het antwoord op mijn vraag is zeer teleurstellend. Daaruit
blijkt dat de rekening over 1973 nog moet worden vastge
steld. De definitieve cijfers over 1973 zijn pas eind septem
ber 1975 bekend geworden. Op dit moment zijn de rekenin
gen van de sportstichting en van het woningbedrijf over
1974 nog niet afgesloten. Er kan dus niets worden gezegd
over de vraag hoe de gemeente in 1974 en 1975 financieel
gevaren is. Ik acht dat een ontoelaatbare toestand. Wat
denken burgemeester en wethouders hieraan te doen en op
welke wijze zullen zij de raad van de effectiviteit van hun
maatregelen op de hoogte houden?
In het overzicht over de jaren 1973 tot en met 1976, opge
nomen als bijlage I in de nota van aanbieding, is mij opge
vallen, dat de gemiddelde index op basis van 1973 is 100 in
1976 is gestegen tot 153. Meer dan gemiddeld zijn gestegen
cultuur en recreatie, sociale zorg en maatschappelijk werk.
Dat zijn ontwikkelingen die ons aanspreken. Aan de in
komstenkant constateren wij een meer dan gemiddelde groei
van de algemene uitkering uit het gemeentefonds van 100
in 1973 naar 165 in 1976 (gemiddelde is 153). De belastin
gen blijven vrij stevig op dit gemiddelde achter. De hoofd
sommen en opcenten personele en grondbelasting gaan naar
134 en de gemeentelijke belastingen en rechten naar index
141. De uitkering van de bedrijven zakt van 100 in 1973
naar 78 in 1976. Het gevolg is klaarblijkelijk, dat de beschik
king over de reserves stijgt in 1973 van 100 naar 598 (bijna
zes maal zoveel) in 1976. Deze ontwikkeling aan de in
komstenkant staat mij minder aan. Ernstiger wordt dit,
wanneer men deze zelfde tendens zich van 1975 naar 1976
ziet voortzetten.
De begroting voor 1976 vertoonde aanvankelijk een tekort
van f. 479.000,-. Eigenlijk zouden de belastingen omhoog
moeten met 10%, hetgeen een meeropbrengst zou opleveren
van f. 338.000,-. Maar nu komt het college ineens tot de
ontdekking, dat de in de concept-begroting berekende kapi-
taallasten niet alle in 1976 te voorschijn zullen komen.
Men vraagt zich dan af: waarom dan toch in die concept
begroting opgenomen? Doordat van die kapitaallasten een
bedrag van F. 230.000,- niet nodig zal zijn, vermindert het
tekort tot een bedrag van f. 249.000,-. De belastingverho
ging zou dan tot dit bedrag kunnen worden beperkt. De ka
pitaallasten die tijdelijk aan de saldireserve worden onttrok
ken, worden later weer teruggestort. In feite is er met een
belastingverhoging van gemiddeld 7,35% dus sprake van een
sluitende begroting, Zo te zien is er dus geen vuiltje aan de
lucht. De belastingdruk, voor zover in handen van de ge
meente (en dat is maar voor een zeer klein deel) wordt zo
veel mogelijk beperkt. En toch een sluitende begroting. En
dat beeld lijkt zich in de jaren 1973-1976 steeds zo te hand
haven. Wie ben ik, dat ik in dit zonnige beeld enige donke
re wolkjes zou willen laten verschijnen? Maar ik vraag mij
wel af of het beeld niet geflatteerd is. En of door het ont
breken van een aantal nog nodige voorzieningen het begro
tingsbeeld er niet té gunstig uitziet. De reserves zijn niet on
aanzienlijk. Het antwoord op vraag 99 licht ons daarover in.
Maar als er nu werkelijk op wat korte termijn sprake zal zijn
van een nieuw raadhuis en een nieuw politiebureau (beide
broodnodige zaken zoals wij weten) is onze begroting dan
rijp om de daaruit voortvloeiende meerlasten op te vangen?
Zouden wij dan toch niet beter de gemeentelijke belastingen
kunnen opvoeren met het door de regering gewenste per
centage? Wij zouden dan geen geld overhouden, wanneer
wij een bedrag voor een raadhuis op de begroting zouden
opvoeren. Het eerste jaar een ton bijvoorbeeld en zo telken-
jare een ton meer. Dat zijn bedragen die straks bij de bouw
kunnen worden aangewend voor de financiering. Met het
bijkomende voordeel, dat de begroting rijp is gemaakt voor
de kapitaallasten die de bouw van het raadhuis ongetwijfeld
met zich medebrengt.
En als wij nu eens op korte termijn zouden willen overgaan
tot het stichten van een overdekt zwembad? Dat zou in
een gemeente van deze omvang toch bepaald geen luxe zijn.
Daarop zou mijn financieringsverhaal van het raadhuis op
analoge wijze kunnen worden toegepast. De nuchterheid
van het bekijken van die overdadig aandoende reserves wil
ik nog even verder aanscherpen, ik vrees dat, wanneer er
werkelijk op grote schaal het een en ander tot stand moet
worden gebracht (nadat daarover in een in zo groot moge
lijke harmonie tot stand gebracht ontwikkelingsplan over
eenstemming is bereikt), op dat moment de omvang van de
reserves zal tegenvallen. Hoe denkt het college hierover?
Het is uit vorenstaande beschouwingen de logische conclu
sie, dat ik niet het minste bezwaar heb dat rente wordt bij
geschreven bij de reserves, waar die rente wordt gemaakt.
Ik heb er moeite mee dat de rente welke moet worden bij
geschreven op de gronden in het Engpark nu niet meer ten
laste van het grondbedrijf wordt bijgeschreven, maar ten
laste van de algemene dienst. Ik heb de suggestie gedaan
deze grond in het Engpark om niet over te dragen aan de al
gemene dienst (daar hoort deze grond thuis) en de rente
van het kapitaal, benodigd destijds om de aankoop van de
ze grond te financieren, ten laste te brengen van het grond
bedrijf. Het antwoord op mijn vraag onder nummer 98
vind ik nogal ongenuanceerd.
De VOORZITTER: U hebt uw tijd al wel heel erg opge
snoept!
De heer DE WILDE: Nog een paar zinnen en dan ben ik
klaar. Mevrouw de voorzitter. Ik heb niet de indruk dat
ten opzichte van het grondbedrijf in alle opzichten ten op
zichte van verkoopprijzen een voldoende slagvaardig beleid
wordt gevoerd. Een overzicht van de complexen als een
soort balanssituatie zou ieder jaar aan de raad moeten wor
den voorgelegd, opdat de raad ieder jaar voor de complexen
de verkoopprijzen zou kunnen vaststellen. Het grondbedrijf
dient de algemene dienst zo min mogelijk te belasten. Dat
had ik graag in het antwoord op mijn vraag iets meer uitge
werkt willen zien.
Mijn fractie zal ook het komende jaar vanuit haar uitgangs
punten waar mogelijk het beleid steunen. Democratisering,
geestelijke vrijheid, bijzondere zorg voor de zwakken in on
ze samenleving, grote aandacht voor mens en milieu zijn
enkele van die uitgangspunten.
Wij wensen college en ambtelijke medewerkers alle succes
bij het belangrijke werk dat ook in 1976 ten bate van de
Soester gemeenschap moet worden gedaan.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Progressief Soest
vindt het verstandig dat het college ons voorstelt het nade
lige saldo van het complex Engpark ten laste te doen ko
men van de algemene dienst. Door deze handelwijze heeft
het college in feite de club „Vrienden van de Eng" opge
richt, waarvan alle burgers in Soest lid zijn geworden, om
dat zij nu verplicht zijn met elkaar een bedrag van
f. 177.000,- contributie te betalen uit de algemene midde
len, zijnde de lasten van rente over de boekwaarde. Akkoord.
Ik stel het college voor om zo spoedig mogelijk een leden
vergadering van al deze burgers bijeen te roepen, teneinde
339