uitspraak staat nog steeds het gehele college. Wij menen dat
in het beleidsstuk van het college zal moeten worden aange
geven, wanneer een minderheid in het college een andere
opvatting heeft dan de meerderheid. Het is ook mogelijk dat
een of meer wethouders door het debat in de raad van me
ning veranderen. Ook dan zal in het algemeen een stemver
klaring behoren te volgen. Het zal duidelijk zijn dat die stem
verklaring wel eens achterwege kan blijven, wanneer het om
niet zulke grote zaken gaat.
Door de heer Van Poppelen is gesproken over de strakke of
niet strakke teugels die soms in de raad worden aangehaald.
Daarbij heeft hij gewezen op de vroeger gemaakte afspraak,
dat de raadsvergadering om uiterlijk 22.30 uur zal worden
gesloten, Ik hoop dat de raadsleden deze opmerking ter har
te zullen nemen. Een voorzitter kan wel af en toe de teugels
aantrekken, maar de voorzitter is niet in staat om de ma
nier van spreken van de raadsleden te veranderen. Wij heb
ben in ons reglement van orde alleen de bepaling dat nie
mand langer dan een kwartier achtereen mag praten.
De heer De Wilde heeft in het begin van zijn betoog gewezen
op de moeilijke toestand in ons land. Hij heeft zich afge
vraagd of wij ons niet een beetje zouden moeten beperken,
wanneer er dingen gebeuren zoals die op het ogenblik in ons
land gebeuren. Met de door hem naar aanleiding van die op
geworpen vraag getrokken conclusie ben ik het volkomen
eens. Wij staan er voor om de zaken in onze eigen kleine ge
meenschap goed op een rijtje te hebben. Wij dienen het be
stuur van onze gemeente op een verantwoorde wijze uit te
oefenen. Wij moeten althans een poging doen om het leef
klimaat in de gemeente Soest zo aangenaam mogelijk te ma
ken.
Er is gesproken over de wijze waarop de begroting wordt
behandeld. Ik geloof dat het nuttig is om binnenkort in het
seniorenconvent nog eens te overleggen over de ervaringen
met deze wijze van begrotingsbehandeling. Ik meen dat er
weinig bezwaar tegen zou zijn, wanneer wij de begroting
volgend jaar toch weer op een iets andere manier behande
len, bijvoorbeeld door de vergaderingen van de begrotings
commissies wel openbaar te maken. Ook ik betreur het dat
het nl. een wat rommelige indruk heeft gemaakt, maar dat
was onder andere een gevolg van het feit, dat wij nogal een
gebrek aan ruimte hebben. Ik vrees echter dat wij dat ruim
tegebrek ook volgend jaar nog zullen kennen.
Ik verdiep mij nooit meer in krantekoppen, want daaruit
kan wel eens een verkeerde indruk ontstaan met betrekking
tot allerlei aspecten die al dan niet in de verschillende poli
tieke sozen aan de orde worden gesteld. Persoonlijk vraag
ik mij wel eens af of er niet te veel politieke sozen zijn,
waardoor verwarring kan ontstaan.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! In de betogen
van de verschillende woordvoerders is nadrukkelijk naar vo
ren gekomen de behoefte (die wij ook in het college duidelijk
voelen) aan een cijfermatige opstelling van hetgeen wij op
dit moment al allemaal hebben besteed. De heer De Wilde
heeft erop gewezen, dat de reserves van de gemeente niet on
aanzienlijk zijn, maar hij heeft ook gezegd dat de omvang
van die reserves bij realisatie van de gemeentelijke plannen
wel eens zou kunnen tegenvallen. Ik koester die zelfde
angst een beetje. Ik hoop dat wij in januari a.s. een veel
duidelijker inzicht kunnen krijgen in hetgeen wij al hebben
geihvesteerd en wat de consequenties zijn van in het verle
den reeds genomen beslissingen. In dit verband dient er een
koppeling met het ontwikkelingsplan plaats te vinden. Het
is ook altijd de bedoeling geweest om het ontwikkelings
plan te voorzien van een financiële paragraaf. Die paragraaf
vormt een essentieel sluitstuk van het ontwikkelingsplan,
want uit die financiële paragraaf zal moeten blijken in hoe
verre wij moeten betalen voor de luxe van het landelijke
leven waarover mevrouw Korthuis nadrukkelijk heeft ge
sproken. Door gezamenlijk overleg zullen wij deze zaak
moeten oplossen.
Door mevrouw Korthuis is onder meer gesproken over de
investeringsmogelijkheden op kapitaalwerken. Ook dit is
een zaak die pas in het kader van het ontwikkelingsplan en
de daarbij behorende financiële paragraaf kan worden be
zien.
Door de V.V.D.-fractie is nadrukkelijk aangedrongen op
een snelle invoering van de onroerend-goedbelasting. Er
werd zelfs voorgesteld om een ambtelijke commissie in te
stellen, opdat de verschillende aspecten van deze zaak kun
nen worden bekeken. Ik geloof niet dat het noodzakelijk
is een dergelijke commissie te benoemen. De afdeling finan
cieel beheer is voldoende capabel om de zaak uit te dokte
ren en om ons een antwoord te geven op de vragen die me
vrouw Korthuis in dit verband heeft gesteld. Het is op dit
moment niet nodig om speciale deskundigen aan te trek
ken. Dat is misschien wel nodig bij de uitvoering, maar dat
is een zaak die wij te zijner tijd met de raad zullen moeten
bekijken.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Kunnen wij binnen zes
maanden antwoord krijgen op de door mij gestelde vragen?
Wethouder EBBERS: Daarvoor zullen wij ons best doen,
want de onroerend-goedbelasting moet in 1979 ingaan. Er
moet nogal wat werk worden verricht. Ook bij uitbesteding
moet er door de gemeente een flink brok werk worden ver
richt. Op vrij korte termijn zullen wij tot een uitspraak
moeten komen.
Wat de voorlichting over de onroerend-goedbelasting betreft
herinner ik eraan, dat er een aantal maanden geleden reeds
een vrij duidelijk stuk heeft gestaan in „Op 't Hoogt". Het
heeft mij gespeten dat de belangstelling voor de destijds ge
houden informele raadsvergadering gering was. Het gaat om
een vrij ingrijpende zaak. De raad zal voor de berekening
van de onroerend-goedbelasting moeten kiezen tussen de
verkoopwaarde en de oppervlaktegrondslag. Met het oog
op de rechtszekerheid van de burgerij is het van belang dat
iedereen duidelijk op de hoogte is van de voor- en nadelen
van beide mogelijkheden. Wellicht moet dat stuk nog eens
in „Op 't Hoogt" worden geplaatst. Wellicht moet het nog
op bepaalde punten worden verduidelijkt.
Ik meen niet dat de door mevrouw Korthuis genoemde cij
fers over de opbrengsten uit gasverkoop helemaal juist wa
ren. Ik kan andere cijfers produceren, maar ik kan dat mis
schien beter doen, wanneer de begroting van het gasbedrijf
aan de orde is.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: De door mij genoemde cij
fers zijn afkomstig uit de begroting.
Wethouder EBBERS: Maar u hebt ze verkeerd geïnterpre
teerd. Dat zal ik u nog wel duidelijk maken.
Mevrouw de voorzitter. In het algemeen gaan wij er vanuit,
dat iemand die allang wacht op een woning, het eerst in
aanmerking komt voor een woning. Er is veel vraag naar
eengezinswoningen. Reeds enige tijd geleden heb ik gezegd,
dat wij de exacte woningbehoefte in Soest aan een nadere
studie zouden onderwerpen. Deze studie is gisteren afge
rond. Ik heb de kersverse cijfers juist op tafel gekregen. Uit
die cijfers blijkt dat het aantal woningzoekenden nog steeds
vrij groot is, nl. 1800. Er zal, wanneer aan de vraag van
sommige woningzoekenden wordt voldaan, weer een aanbod
van andere woningen ontstaan. Dat is logisch, want er zijn
mensen die naar een eengezinswoning vragen, waardoor er
hoogbouwwoningen vrijkomen. Er is een reële vraag van
1000 woningen. Ik neem aan dat men dit cijfer eerst op zich