Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG:
Mevrouw de voorzitter. Het college van burgemeester en
wethouders en het voltallige personeel van de G.S.D. menen,
dat het op dit moment (zolang er geen duidelijke herstruc
turering in het werk van de dienst is tot stand gekomen en
zolang alle personeelszaken nog een beetje warrig zijn door
het afschuwelijke personeelstekort bij de dienst) niet belang
rijk is om over het al dan niet opheffen van de dienst te pra
ten. Zodra de genoemde zaken op een wat langere termijn
zijn geregeld, zal er weer kunnen worden gedacht aan het al
dan niet opheffen van de G.S.D.
Controle van pensions van buitenlandse werknemers vindt
plaats. Donderdag zal ik kunnen vertellen hoe vaak er is ge
controleerd; in ieder geval is er zeer regelmatig gecontro
leerd. De uitslag van de controles is zeer negatief. Een besluit
van het college om een bepaald pension te sluiten betekent
meteen, dat een aantal mensen op straat komt te staan.
Voor buitenlandse werknemers gelden geen andere regels
dan voor de burgers van Soest. Voorwaarde is echter dat de
buitenlandse werknemer in Soest werkzaam is. (Dat is een
regionale afspraak). Alleenstaanden willen graag in grote
groepen samenwonen, maar de Nederlandse huisvestingssi
tuatie is niet ingericht op het onderdak brengen van grote
groepen. Inmiddels is er een initiatief genomen door de
werkgroep buitenlandse werknemers en de commissie maat
schappelijk werk. Men beraadt zich over het aandragen van
alternatieven voor de huisvesting van grote groepen alleen
staanden.
Het college heeft op zich zelf geen moeite met het vervaar
digen van een subsidieverordening en een subsidienota. De
ze kwestie zal donderdag nog eens kunnen worden bespro
ken, want zij hangt sterk samen met het eindrapport van de
stuurgroep welzijn. Over de uitwerking van een en ander kan
donderdag worden gesproken bij de behandeling van de
hoofdstukken VII en IX.
Door de heer De Wilde is voorgesteld weer subsidie te verle
nen aan de P.U.S.W. Het college heeft daarmede geen enkele
moeite, maar tijdens de begrotingsbehandeling 1972 heeft
de raad de subsidie afgestemd. Het college heeft er geen en
kel bezwaar tegen om die subsidie weer op te voeren, wan
neer de raad dat wenst.
Ik wil mijn teleurstelling uitspreken over de houding van de
heer Visser. Hij zegt dat uit de nota van aanbieding en uit de
begroting blijkt, dat wij Artishock slechts gedogen. Dat is
een pertinente onwaarheid. Het tegendeel is het geval. Wij
hebben een zeer positieve houding aangenomen tegenover
Artishock en dat blijkt uit de begroting. De heer Visser
spreekt over het sociaal-cultureel centrum Artishock. Dat
centrum is ons niet bekend. Ons is nooit voorgesteld de
naam St. Josephgebouw te veranderen. Wij menen dat Arti
shock zeer waardevol werk doet in de culturele sfeer. Arti
shock is hoofdbewoner van het gebouw St. Joseph. Wij den
ken aan een gemeentelijk sociaal-cultureel centrum en daar
over willen wij graag donderdag a.s. met de raad discussiëren.
De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zijn thans aan het
einde van de eerste ronde.
Van de fractie van de P. v.d. A. heb ik de volgende motie -
ondertekend door de heren De Wilde, Van den Brakel en
Goote en mevrouw Van Gelder-Cornelissen - in handen ge
kregen:
,,De raad van de gemeente Soest in vergadering bijeen ter
bespreking van de begroting 1976,
stelt vast,
dat reeds enkele malen over het voornemen tot het open
baar maken van de vergaderingen van de Commissie Ruimte
lijke Ordening is gesproken,
meent,
dat in die beraadslaging in voldoende mate het voor en tegen
van deze openbaarheid is afgewogen,
acht
de werkzaamheden van de Commissie Ruimtelijke Ordening
van groot publiek belang,
spreekt uit,
dat ingaande januari 1976 de Commissie Ruimtelijke Orde
ning als regel in het openbaar dient te vergaderen."
Deze motie kan bij de verdere beraadslagingen worden be
trokken.
Vorig jaar is afgesproken dat wij bij de hoofdstuksgewijze
behandeling niet ieder jaar met hetzelfde hoofdstuk begin
nen. Ik stel nu voor om achteraan te beginnen bij hoofdstuk
X (economische zaken). Ik meen dat wij daardoor een eer
lijke verdeling krijgen; daardoor wordt voorkomen dat
ieder jaar dezelfde hoofdstukken achteraan komen.
In onze beantwoording hebben wij natuurlijk een aantal
punten overgeslagen. De heer Van Poppelen heeft bijvoor
beeld gesproken over de knelpunten in het verkeer. Ik kan
zijn gedachtengang terzake helemaal onderschrijven en er
is dan ook sprake van een uitermate belangrijke zaak. Deze
kwestie hangt echter nauw samen met de vaststelling van de
grote lijnen van het ontwikkelingsplan.
Er zijn nog wel meer dingen die wij vanavond niet hebben
beantwoord, maar daarop zullen wij ongetwijfeld worden
geattendeerd bij de replieken.
Woensdagavond beginnen wij weer om 19.00 uur en donder
dagmorgen om 08.30 uur.
De algemene beschouwingen worden geschorst.
De VOORZITTER sluit hierna, te 23.07 uur, de vergade
ring.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Soest d.d. 19 februari 1976.
De secretaris,
De voorzitter;
351