Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! In het
algemeen wordt de sleutel 40-40-20 gehanteerd, maar
dat hoeft natuurlijk niet. Die sleutel wordt over het al
gemeen gehanteerd bij grotere plannen in de sfeer van
de ruimtelijke ordening.
De VOORZITTER: De door de heer Ebbers genoem
de sleutel geeft de verdeling aan in woningwet-, pre
mie- en vrije-sectorwoningen. Dat is echter een andere
sleutel dan de heer Lange mijns inziens bedoelt. De
door de heer Lange bedoelde sleutel zal moeten wor
den gevonden uit het rapport waaruit de heer Ebbers
maandag heeft geciteerd en dat binnenkort door de
raadsleden zal kunnen worden besproken. Dat rapport
bevat de wensen van de woningzoekenden.
Wethouder EBBERS: Dat is een andere sleutel. Er
heeft een uitvoerig onderzoek plaats gevonden naar
de woningbehoefte en naar de categorieën woningen
(bejaardenwoningen, woningen voor alleenstaanden
etc.). Uit dat rapport kan de door de heer Lange be
doelde sleutel te voorschijn komen.
De heer VAN AALST: Het college is derhalve ook
niet bereid om de premiehuurwoningen die een jaar
of drie geleden aan de bewoners te koop zijn aange
boden, te verkopen? Er is toen een limiet van 25
woningen vastgesteld, Die proef zal niet worden her
haald
Wethouder EBBERS: Neen,
De VOORZITTER: Neen, want ons is gebleken dat
de vraag naar huurwoningen erg groot is. Wellicht
zouden wij de bewoners van de betrokken premie
huurwoningen een groot plezier doen, wanneer wij
die woningen te koop aanbieden, maar het is niet ver
antwoord om die woningen aan het bestand van de
huurwoningen te onttrekken.
De heer VAN EE: Die woningen werden destijds on
der meer te koop aangeboden om met de winst op die
woningen woningwetwoningen te bouwen. Dat was
onze opzet. Er was echter te weinig interesse bij de
bewoners. Wij hadden de limiet op 25 woningen vast
gesteld.
Wethouder EBBERS: Er waren geen 25 belangstellen
den.
De heer VAN EE: Er waren er naar ik meen achttien
of negentien. Toen hebben wij vastgesteld dat verkoop
niet zinvol was. Op dat punt is de verkoop gestrand.
De VOORZITTER: Er is nog een heel ander argument
waarmede wij thans - in tegenstelling tot een paar jaar
geleden - rekening moeten houden. Met ons allen (de
een wat meer dan de ander) zijn wij bang geworden
dat er te veel wordt gebouwd, De hogere overheid kijkt
bij het verlenen van nieuwe vergunningen ontzaglijk
goed naar de woningvoorraad. Ook te verkopen huur
woningen horen bij ons woningbestand. Bij het vast
stellen van de bestaande woningvoorraad trekt niemand
er zich iets van aan of er sprake is van huur- of koop
woningen.
De heer VAN AALST: Maar de regering stimuleert
het afstoten van oude woningen en bovendien wordt
het eigen woningbezit aantrekkelijk gemaakt door het
verlenen van een extra subsidie.
De VOORZITTER: Dat gebeurt in sommige oude
stadswijken om ervoor te zorgen, dat de binnenstad
van een stad niet leegloopt.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Indertijd heb ik mij nogal ingezet voor de verkoop
van die huurwoningen en ik heb mij er dan ook met
hand en tand tegen verzet, dat de verkoop geen door
gang zou vinden. In het laatste jaar heb ik kunnen
vaststellen, dat er in een aantal gevallen sprake was
van een zeer goede doorstroming. Nu stelt het college
zonder meer dat er aan verkoop van huurwoningen
niet wordt gedacht. Ik geloof dat het goed is dat wij
binnenkort een opgave krijgen van wat er in de afge
lopen driejaar van de doorstroming is terechtgeko
men.
Wethouder EBBERS: Toen ik de huisvestingsporte
feuille kreeg heb ik gezegd, dat ik in het bijzonder zou
willen weten welke de effecten zijn geweest van de
doorstroming. Gelet op de capaciteit van de afdeling
huisvesting en gelet op de geweldige problemen die
nog steeds om een oplossing vragen, heeft men die cij
fers nog niet kunnen produceren. Ook ik zou graag
willen weten wat het doorstromingseffect is van het
bouwen van 500 woningen in Overhees. Wellicht kan
in de komende maanden een uitvoerig onderzoek
plaats vinden.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Uit de
staat van woningen van het gemeentelijk woningbe
drijf blijkt, dat de gemeente een groot aantal mensen
kan helpen die nooit en te nimmer aan een koopwo
ning toekomen.
De VOORZITTER: Daarom gaat het ons juist; dat is
het punt.
De heer DE WILDE: Ik vind dan ook dat wij grote
voorzichtigheid in acht moeten nemen. Wij zijn be
paald niet principieel tegen het bevorderen van eigen
woningbezit, maar wij vinden het voor de gemeente
een kostelijke zaak om zo'n groot woningbezit te heb
ben.
Wethouder HOEKSTRA: Wanneer wij die huurwonin
gen nu zouden verkopen, zouden wij nieuwe wonin
gen moeten gaan bouwen en die nieuwe woningen
zouden een veel hogere huurprijs krijgen. Op dit mo
ment zijn wij dan ook erg blij met die huurwoningen.
De heer VERHEUS: Mevrouwde voorzitter! Onder
volgnummer 11 (pagina 40) is sprake van garages. Ge
bleken is dat er op garages nog wel eens verlies wordt
geleden, omdat zij alleen gedurende de wintermaan
den worden gehuurd. De overige maanden staan die
garages leeg. Het college heeft gesuggereerd om de
garages in het vervolg voor minstens een jaar te ver
huren. Is dat een definitief standpunt van het colle
ge?
Wethouder HOEKSTRA: Wanneer wij de garages
voor een heel jaar kunnen verhuren, doen wij dat na
tuurlijk ogenblikkelijk.
De begroting van het woningbedrijf wordt zonder
hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
3. het Bedrijf Gemeentewerken.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! In de
nota van aanbieding wordt gesteld, dat de verhoging
van het omslagpercentage van 10 naar 11 hoofdzake
lijk het gevolg is van de geringere hoeveelheid kapi-
taalswerken voor derden. Ik neem de juistheid van de
ze stelling aan. Tijdens de algemene beschouwingen is
ook gezegd, dat ook door het functioneren van de
S.S.W. een aantal kapitaalswerken wegvalt. Ik meen
dat het bij de S.S.W. „geplaatste" personeel gewoon
op basis van gewerkte uren tegen het standaarduur
loon in rekening wordt gebracht. Dat geldt dan na
tuurlijk niet voor de mensen die niet bij de S.S.W.
zijn geplaatst.
364