heer Van Poppelen zou willen, wij op particulier terrein zouden terechtkomen. Dan kan de raad vanavond beslui ten de in het voorstel genoemde grond niet te verkopen. Als dat gebeurt, zal de P.U.E.M. waarschijnlijk morgen op pad gaan om te bekijken waar er dan misschien bij een particulier in Soest nog wat te kopen zal zijn. De heer Visser wil het station niet aan de Zoom, maar wil dat er ten zuiden van het sportcomplex in de rich ting van de De Beaufortlaan een plek voor wordt gevon den. Zo wordt het natuurlijk wel duidelijk, dat er zich lang zamerhand drie stromingen in de raad bewegen, nl. een stroming die het station niet aan de Zoom, maar ten noorden daarvan gevestigd wil zien, een stroming die het station niet aan de Zoom, maar ten zuiden daarvan gevestigd wil zien en een stroming die bereid zou zijn om het voorstel te aanvaarden met een zekere machti ging aan burgemeester en wethouders om in overleg met de commissie ruimtelijke ordening te bekijken waar men langs het sportterrein het station het beste zou kunnen inpassen, mede rekening houdende met de plaatsing van de gebouwen die daar voor de sport nog zullen moeten komen. Met de visie van de laatste stro ming heeft het college geen enkele moeite. Ik meen dat de desbetreffende gang van zaken praktisch heel goed uitvoerbaar zou zijn, waarbij de commissie ruimtelijke ordening en desgewenst een andere commissie volledige inspraak zouden kunnen hebben. Het college stelt er toch wel prijs op, dat er vanavond over de verkoop van een aantal vierkante meters ge meentegrond aan de P.U.E.M. een beslissing wordt ge nomen, met de aantekening dat wij dan in goed overleg met de exacte plaats nog een beetje heen en weer kun nen gaan schuiven. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Er is nu gespeeld met het spreekwoord: De pot verwijt de ketel dat hij zwart is. Ik geloof dat dat niet terecht is. Er zijn in de commissie ruimtelijke ordening inderdaad bepaalde toezeggingen gedaan, maar in de vorige verga dering hebben de heer De Wilde en ik ook gesteld, dat wij in een democratische wereld leven en dat het volko men terecht is, dat wanneer wij met een zaak naar de fractie teruggaan De VOORZITTER: Maar daar ging het niet om. De heer VAN POPPELEN? Mag ik even uitspreken? De VOORZITTER: Ja zeker. De heer VAN POPPELEN: Wanneer wij een in een commissie behandeld voorstel in de fractie bespreken en de fractie vindt, dat realisering van het voorstel planolo gisch onaanvaardbaar is, dan hebben wij volledig het recht om op het in de commissie ingenomen standpunt terug te komen. De VOORZITTER: Ja, dat mag. De heer VAN POPPELEN: Ik ben het niet helemaal met u eens, mevrouw de voorzitter, als u stelt dat de gemeen te buiten het sportterrein geen grond heeft. Ik neem op goed gezag van u en wethouder De Haan aan, dat er een paar meter buiten het sportterrein geen gemeentegrond ligt, maar wij hebben voorgesteld dat het college in de omgeving ten noorden van de door het college voorgestel de plaats gaat zoeken en dat gaat iets verder dan enkele meters biiten het sportterrein. Ik dacht dat daar nog wel gronden te vinden zijn die eigendom van de gemeen te zijn. Wanneer dat niet het geval is, maar daar wel een voor de vestiging van het station geschikt stuk grond te vinden is dat in particuliere handen is, dan zou ik er geen bezwaar tegen hebben als de gemeente die grond kocht. Ik zou er ook geen bezwaar tegen hebben als de P.U.E.M. die grond van de desbetreffende particulier kocht. Met betrekking tot de stelling dat het verstrekken van de benodigde bouwvergunning een kwestie van het colle ge is en de raad zich zelf dan buiten spel zou zetten, wijs ik erop dat ik het verstandig van het college zou vinden als het dan alvorens de bouwvergunning te verstrekken de commissie ruimtelijke ordening zou horen. Ik zou willen voorstellen dat de leden van de commissie ruimtelijke ordening aan hun fractie de volmacht vragen om met het college binnen een straal van een kilometer ten noorden van de door het college voorgestelde plaats een plek voor de vestiging van het station te zoeken. Ik meen dat wij aldus met goede wil van de kant van het college, de P.U.E.M. en de raad snel tot een oplossing zouden kunnen komen. Wij moeten toch een keer ver der. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Er wordt de hele avond gepraat over sportterreinen, terwijl er op de plaats in kwestie helemaal geen sportterreinen liggen. Er moeten nog zeer vele instanties en mensen in Soest over worden geraadpleegd of het zin heeft om daar een atletiekbaan neer te leggen die misschien veel beter ergens anders kan worden gesitueerd. Ik vind het eigen lijk wel zeer bezwaarlijk om van rechtsonder naar links boven te schuiven op een sportterrein dat er nog hele maal niet is en ten aanzien waarvan deze raad zich er ook nog niet over heeft uitgesproken of het daar ooit zal komen. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij volledig aan bij de opmerking van de heer Van Poppelen ten aanzien van de stelling dat als de P.U.E.M. een stuk grond voor de vestiging van het station koopt en burge meester en wethouders de benodigde bouwvergunning geven, de raad zich zelf buiten spel zet. De stelling is formeel wel juist, maar er is behalve een formele bena dering natuurlijk ook nog een materiële benadering. Wij hebben veel met elkaar gepraat over de onderhavige zaak. Wij mogen aannemen dat ieder vanuit zijn gezichtspunt probeert om de zaak zo goed mogelijk te behartigen. Ik vind dat, wanneer wij het dan op een gegeven moment niet met elkaar eens zijn, hetgeen nu eenmaal in de spel regels is begrepen, wij als het even kan met elkaar moe ten proberen om een goed einde te halen, in die zin dat het transformatorstation op een plek komt waar de P.U.E.M. uiteindelijk niet ontevreden over is en die ook aanvaardbaar is voor het college en de raad. Als de P.U.E.M. hoort dat de vestiging op de door haar gewenste plek aan de Zoom niet doorgaat, weet ze dat tenminste. Ik geloof dat ze het inderdaad moet weten. Ik kan mij heel goed voorstellen dat ze niet eerder prak- kezeert over andere plaatsen. Want ze is nog steeds met de gemeente in onderhandeling over de meerbedoelde plek aan de Zoom. 36

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 37