De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter. Ik
heb nog geen antwoord gehad op mijn verzoek om de
kosten voor dat tweede voetbalveld van f. 1.100,- te
verlagen tot 200,-.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter!
Van verschillende kanten zijn opmerkingen gemaakt
over de situatie in de sportstichting, Ik zit nu een jaar
in de sportstichting en ik weet helemaal niet hoe de
gang van zaken voor die tijd is geweest. Ik geloof dat
er in het afgelopen jaar sprake is geweest van een dui
delijke verandering en ik geloof dan ook, dat wij op
de goede weg zijn.
Wij zullen de bestuurders van de sportverenigingen
moeten gaan beschouwen als mondige mensen die in
het belang van hun verenigingen werk doen. Op die
wijze zullen wij heus wel tot een goed resultaat ko
men.
Ik heb, zij het op een ander gebied, sinds jaren met
verenigingen te maken en ik weet wel dat verenigin
gen, gelet op het beschikbare geld, hun eisen te hoog
stellen.
Terecht heeft mevrouw Greefhorst erop gewezen dat
de bestuurders van verenigingen reeds veel werk heb
ben. Wij moeten tonen bereid te zijn deze mensen op
alle mogelijke manieren te steunen bij hun werk dat
in het belang van onze gemeenschap wordt verricht.
Een klein beetje meer loyaliteit tegenover deze men
sen zal heel verhelderend kunnen werken.
Ik ben helemaal niet ontevreden over de werkwijze
van de sportstichting; ik meen dat er kan worden ge
sproken van een duidelijke verbetering.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
begrepen dat iedereen erg tevreden en erg happy is
met de recreatieve sportbeoefening. Er is sprake van
een methode om meer mensen aan het bewegen te
krijgen en daarom steun ik de recreatieve sportbeoe
fening helemaal. Weet het college hoe de georgani
seerde sportbeoefenaars denken over de niet-georga-
niseerde sportbeoefening? Is er onderling overleg ge
weest? Is er gesproken over oneerlijke concurrentie?
De sportbeoefening in clubverband is immers een
kostbare zaak, want de verenigingscontributies zijn
vrij hoog. De verenigingen moeten nl. onder andere
geld uitgeven voor technische adviseurs die zij in
dienst hebben. Het bedrag dat de ongeorganiseerde
sportbeoefenaars moeten betalen staat natuurlijk niet
geheel in verhouding tot wat de georganiseerde sport
beoefenaars moeten betalen voor hun sport. Door sti
mulering van de ongeorganiseerde sportbeoefening op
grote schaal zou wel eens de schijn kunnen worden
gewekt, dat de ongeorganiseerde sportbeoefenaars
op den duur hun sporten veel goedkoper kunnen be
oefenen dan de georganiseerde sportbeoefenaars.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Het is mij niet helemaal duidelijk wat men nu wel of
niet wil met de atletiekvereniging.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Geble
ken is dat er in de commissie ruimtelijke ordening iets
is gezegd over een definitieve plaats voor de atletiek-
accommodatie. Over de behoefte aan deze accommo
datie zijn wij het naar ik meen duidelijk eens, maar
wat de plaats betreft staat er niets definitiefs vast.
Een atletiekaccommodatie is een kostbare zaak; mede
daarom vindt er interlokaal overleg (met Baarn en
Amersfoort) plaats om te zien in hoeverre het mogelijk
is om te komen tot een combinatie, De besprekingen
zijn aan de gang. Het is beslist niet zo dat er in het
ambtelijk overleg reeds zodanige dingen zijn gebeurd,
dat men nu kan spreken van een soort definitief sta
dium. Eerst moet het vooronderzoek met betrekking
tot de regionalisatie van de atletiekaccommodatie wor
den afgerond. Daarna komt de zaak in de sportstich
ting, terwijl in die tussentijd ook de verenigingen zul
len worden benaderd. Ik meen een en ander reeds in
aanwezigheid van mevrouw Greefhorst in de sport
stichting te hebben medegedeeld Er gebeurt niets
waardoor onduidelijkheden zouden kunnen ontstaan.
Onduidelijkheid wordt alleen geschapen, wanneer de
gedachte wordt gestimuleerd, dat er wel iets vastligt.
Die gedachte moet zeker niet worden gestimuleerd,
want het is gewoon niet zo, Na het ambtelijk overleg
zal er een brief naar de respectieve gemeentebesturen
worden gestuurd. Er zal de gemeenten om een princi
pe-uitspraak worden gevraagd, maar zover zijn wij
nog niet.
De VOORZITTER: Ik wil nog enige verduidelijking
geven, want ik ben als de dood voor misverstanden.
De aanleg van een atletiekaccommodatie brengt hoge
kosten met zich mede. Er is, nadat ons was gebleken
dat er ook in de regio belangstelling is voor een atle
tiekaccommodatie, contact opgenomen met Amers
foort en Baarn. Wij hebben er wel eens over gespro
ken, dat er aan de Bosstraat een atletiekaccommoda
tie zou kunnen komen.
In het ambtelijk overleg hebben Baarn en Amersfoort
ons doen weten misschien wel wat te voelen voor een
gezamenlijke atletiekaccommodatie, maar niet aan de
Bosstraat. De directeur van de sportstichting heeft mij
daarop gevraagd of het, indien nodig, mogelijk zou
zijn om de bestemming sportaccommodatie aan de
Eemstraat iets uit te breiden Deze zaak heb ik in het
college besproken, waarna ik heb medegedeeld, dat ik
deze zaak eerst nader wilde bespreken in de commis
sie ruimtelijke ordening. Vandaar dat ik in de com
missie heb gezegd dat er wordt gepiekerd over een
combinatie van een atletiekbaan met de ijsbaan. In
dat geval zou de bestemming sportaccommodatie aan
de Eemstraat niet behoeven te worden uitgebreid. De
commissie heeft geantwoord dat het huns inziens niet
zo erg zou zijn, wanneer de bestemming sportaccom
modatie aan de Eemstraat wordt uitgebreid, want er
zal hoogstens een klein gebouwtje bijkomen
De heer VAN POPPELEN: Dat heeft de commissie
toch niet gezegd?
De VOORZITTER: In de commissie hebben wij over
deze zaak gesproken De commissie heeft laten blij
ken dat zij er geen moeite mee zou hebben wanneer
de bestemming sportaccommodatie iets zou worden
uitgebreid. Aan de Eemstraat ligt een stuk grond met
de bestemming sportaccommodatie. De grond ernaast
heeft een agrarische bestemming Wanneer er een re
gionale atletiekbaan aan de Eemstraat zou komen,
zijn er twee mogelijkheden. In de eerste plaats zou
kunnen worden besloten de atletiekbaan op het ter
rein van de ijsbaan te realiseren, hetgeen betekent dat
de atletiekbaan 's winters als ijsbaan zal kunnen wor
den gebruikt. De technische en financiële consequen
ties van deze combinatie zullen moeten worden nage
gaan. In de tweede plaats is er de mogelijkheid om de
atletiekbaan te realiseren op het terrein waar nu de
ijsbaan ligt. In dat geval zal de bestemming sportac
commodatie moeten worden uitgebreid om naast de
atletiekbaan ruimte voor de ijsbaan te creëren, In de
380