meentebestuur moet bevorderen. Stel dat wij geen op bouwwerker kunnen aanstellen. In dat geval meen ik dat wij voor dat bedrag van f. 30.000,- iemand moe ten aantrekken (eventueel part-time) om het belangrij ke overleg tussen bewoners en gemeentebestuur te be vorderen. Ik herinner er in dit verband aan, dat de C.D.A.-fractie heeft gevraagd om een communicatie deskundige aan te trekken. Wij moeten dat bedrag van f. 30.000,— niet zo maar laten liggen, want er is veel behoefte aan communicatie tussen de burgerij en het gemeentebestuur. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! De post voor de op bouwwerker staat op onze begroting, omdat wij een officiële aanvraag bij de minister hebben ingediend; deze opbouwwerker zal dan in dienst komen bij de P.U.S.W. Op het moment dat wij op eigen houtje een part-timer zouden gaan inhuren, vervalt elke moge lijkheid tot subsidiëring en begeleiding van de zijde van de P.U.S.W. Ook die begeleiding is belangrijk. In de rijksbegroting voor het komende jaar is er plaats voor vijf nieuwe opbouwwerkers in Nederland. De be trokken staatssecretaris geeft de voorkeur aan het toe wijzen van die opbouwwerkers aan wijken met kans arme groepen. Soest zal dan ook waarschijnlijk weinig kans maken. Wij hebben de minister dringend ver zocht om ons in ieder geval te horen. In principe is er een afspraak gemaakt. Wij moeten natuurlijk wel een bedrag voor die opbouwwerker op de begroting zet ten, want anders is er sprake van een farce. Hoofdstuk IX, Sociale zorg en maatschappelijk werk, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Hierna wordt gepauzeerd. Nadat de vergadering is hervat stelt de VOORZITTER aan de orde: Hoofdstuk VIII, Onderwijs, cultuur en recreatie. Par. 7, Cultuur en recreatie. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik vind dat wij in Soest met de cultuur op de goe de weg zijn. Vooral de laatste jaren wordt door het college een bijzonder goede en daadwerkelijke aan dacht besteed aan de cultuur. Naar mijn smaak is ook de commissie culturele zaken op de goede weg. De commissie heeft zich in het begin ontzettend veel met brainstormen beziggehouden. Het werk van deze commissie is wel eens een vage business genoemd. Dat was natuurlijk een gevolg van de samenstelling van de commissie culturele zaken. De andere commissies van bijstand hebben een wethouder als voorzitter, hetgeen tot gevolg heeft, dat zij complete collegevoorstellen op tafel krijgen, waardoor zij zich met een concreet stuk werk kunnen bezighouden. De commissie cultu rele zaken moet over het algemeen zelf bedenken wat zij wil gaan doen en waarmede zij zich wil bezig houden. Het komt maar een enkele keer voor dat de commissie zich dient bezig te houden met een subsi die-aanvraag waarover dan een concrete beslissing kan worden genomen. Inmiddels zijn allerlei concrete zaken in beweging. Volgende week komt het jaarverslag van de commissie culturele zaken uit. Daaruit zal blijken dat er belang rijke verbindingen zijn gelegd naar allerlei verenigin gen en commissies. In de commissie culturele zaken is een meerderheid van niet-raadsleden aanwezig. Voor de cultuur is het van primair belang dat er aan de basis een aanzet wordt gegeven. Dat gebeurt in de commissie via de burger leden. Ik herinner eraan dat de stuurgroep maatschappelijk werk eigenlijk een aanzet heeft gekregen in de com missie culturele zaken, terwijl ook de kunstzinnige vorming een aanzet heeft gekregen door deze commis sie. Er is een schitterend samenspel tussen gemeente bestuur en burgerij ontstaan, want de wijze waarop het college een en ander heeft opgevangen stemt al leen maar tot bijzondere voldoening. Mevrouw Van Gelder zal straks enige opmerkingen maken over de muziekschool; reeds bij voorbaat sluit ik mij aan bij wat zij gaat zeggen. Het college schrijft op bladzijde 9 van de nota van aanbieding onder meer: „Gezien deze ontwikkeling vragen wij ons af of het niet wenselijk is het St. Josephgebouw als een defini tief sociaal/cultureel centrum te bestemmen, waarin Artishock als hoofdgebruiker kan blijven functione ren." Ik vind dat Artishock zich bijzonder goed ontwikkelt. Er zijn bijzonder plezierige contacten. Vooral de di recteur van Artishock is bezig in wijde kring in Soest vertrouwen te winnen. Dat is zeer verheugend. Wanneer wordt gesteld dat het St. Josephgebouw het Soester sociaal/cultureel centrum moet worden, rijst bij velen de vraag of Artishock (door het college als hoofdgebruiker genoemd) de sfeer zal aangeven voor het Soester sociaal-cultureel centrum. Ik zie de betrokken wethouder neen knikken, maar het lijkt mij goed dat het college zijn ideeën terzake uiteen zet. Wij hebben al verschillende keren gevraagd naar een bouwkundig rapport over Artishock. Zakken de fun deringen en de muren nu wel of niet in elkaar? Is er een rapport waarin dat zwart op wit staat? De VOORZITTER: Ik dacht dat dat er al jaren was. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter. Is er al iets bekend over de regeling voor het ge bruik van het St. Josephgebouw? Krijgen wij die re geling ook te zien? Ik heb begrepen dat er nu op de secretarie twee men sen werken waarvan er één full-time met onderwijs is belast en de ander part-time met onderwijs en part time met cultuur. Ik heb vernomen dat er meer mankracht moet komen voor het onderwijs en meer mankracht voor de cultuur. Is er alleen sprake van een kwestie van mankracht of zal de cultureel ambte naar ook moeten gaan uitdenken wat er aan cultuur nog meer moet gebeuren en wat er moet worden ge stimuleerd? Indien dat laatste het geval is, is het be langrijk dat er een taakomschrijving voor de cultu reel ambtenaar komt, want de betrokken ambtenaar zal niet een man moeten zijn die ons de cultuur gaat voorschrijven. Wil het college wat meer van zijn ideeën terzake weergeven? Is het college van plan de commissie culturele zaken in de profilering van die man te laten meedenken? Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw de voorzitter! De C.D.A.-fractie is het geheel eens met de opmerking van mevrouw Korthuis, dat de taak van de gemeente op het gebied van cultuur vooral ligt in het stimuleren en het coördineren van wat er uit de bevolking komt. Daarom vinden wij het ook een goede zaak dat er in de commissie culturele zaken sprake is van een goede samenwerking.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 388