er! In
toneel-
iet ver
ter be
te is
edrijf is
5e ge-
edrijf de
Daarna kwam de toneelvereniging „Het Soester Ap
plaus" met een verzoek bij het gemeentebestuur. Er
werd een begroting overgelegd. Er werd een subsidie
verleend van f. 400,—. Aan de hand van een nieuwe
begroting en ontwikkelde activiteiten werd aangetoond,
dat een hogere subsidie nodig was, waarna de subsidie
werd verhoogd tot f. 600,-.
Wanneer wij in de gemeente over een subsidieveror
dening zouden beschikken, zou het gevolg kunnen
zijn, dat wij een vereniging te weinig geven of een an
dere vereniging (die geen subsidie nodig heeft) te
veel. Nu wordt er incidenteel beslist. Gebleken is dat
Utile Dulci niet meer subsidie nodig heeft dan het
bedrag dat nodig is voor het huren van de kelder
ruimte.
De VOORZITTER: Het is een hoge uitzondering dat
het antwoord niet door de leden van het college zelf
werd gegeven.
De heer VAN AALST'. Mevrouw de voorzitter! In de
toelichting bij volgnummer 8.70.76 wordt gesproken
over „Als dit overleg een gunstig resultaat heeft". Ik
heb het vermoeden dat het ministerie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk de subsidiekraan
heeft dichtgedraaid, waardoor de Stichting Jeugdwerk
Soesterberg min of meer het kind van de rekening
wordt. Kan het college wat optimistischer geluiden
laten horen ten aanzien van deze stichting in verband
met het bouwen van het nieuwe clubgebouw?
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Er vindt
overleg plaats met het ministerie van cultuur, recreatie
en maatschappelijk werk. De tekening van het gebouw
en het investeringsplan zijn binnen. Deze beide zaken
moeten worden bestudeerd en daarna worden door
gepraat. Er zal wellicht een gesprek met het ministerie
moeten volgen, wanneer het ministerie anders beslist
dan wij willen.
Het is een landelijk bekend verschijnsel dat bepaalde
stichtingen in moeilijkheden komen door het dicht
draaien van de subsidiekraan bij het ministerie van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk. Wij zullen
voor zover dat mogelijk is proberen voor Soesterberg
een gunstig resultaat te boeken. Wij zullen de zaak er
zeker niet bij laten zitten, wanneer blijkt dat het mi
nisterie de aanvraag niet wil honoreren. Honderd pro
cent zekerheid met betrekking tot de afloop kunnen
wij pas in een later stadium geven. Wij blijven wel
aandringen.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! Uiteraard juich ik de onder volgnummer 8.70.80
vermelde subsidieverlening aan de vrouwenadvies
commissie voor de woningbouw van harte toe. Ik weet
dat de betrokken dames veel tijd en werk hebben be
steed om zich behoorlijk in te werken. Adviezen kun
je opvolgen en je kunt ze naast je neerleggen. Wordt
er wel eens een advies van genoemde commissie opge
volgd
Ik meen dat de Federatie vrouwelijke vrijwillige hulp
verlening in de provincie Utrecht inmiddels een ande
re naam heeft.
De VOORZITTER: Dat klopt.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik kan mevrouw
Oranje niet direct een antwoord geven op haar vraag
met betrekking tot de vrouwenadviescommissie voor
de woningbouw, omdat ik eerst bij de dienst gemeen
tewerken zou moeten nagaan wat er met de adviezen
gebeurt.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik
meen dat deze commissie is gehoord met betrekking
tot de woningbouw in Overhees, onder andere over de
plaats van wasmachines en dergelijke. Er is een be
hoorlijk advies gegeven en naar ik meen zijn verschil
lende punten uit dat advies opgevolgd.
De VOORZITTER: De naamsverandering van de fe
deratie zullen wij het volgend jaar vermelden.
De beraadslaging wordt geschorst.
De VOORZITTER schorst hierna de vergadering tot
des middags 13.37 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering en stelt
aan de orde voortzetting van de hoofdstuksgewijze
behandeling van de begroting der inkomsten en uitga
ven voor het jaar 1976.
Voortgezet wordt de behandeling van:
Hoofdstuk VIII, Onderwijs, cultuur en recreatie.
Onderwijs.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil bij
mijn beschouwing over het onderwijs aansluiten bij
hetgeen door onze fractievoorzitter maandag jl. te
berde is gebracht; op een aantal punten wil ik wat
dieper ingaan.
Maandag jl. is de duidelijke mening naar voren ge
bracht dat er op het gebied van het onderwijs grote
mogelijkheden liggen voor het gemeentelijk beleid.
Naar onze mening is de marge voor het gemeentelijk
beleid groter dan het college naar onze indruk aanwe
zig acht. Wij hopen dat die marge, zoals maandag jl.
ook door het college is gesteld, in de toekomst zal
worden vergroot. Maar ook nu al is het zeer noodza
kelijk dat een duidelijk en uitgesproken beleid op
het gebied van onderwijs gevoerd gaat worden. Door
het college is gesteld dat er een totaalbeleid en een
evenwichtig beleid nodig zijn. Wij zijn het daarmede
eens. De vraag dient te worden gesteld of er reeds nu
een dergelijk beleid wordt gevoerd en of dit concreet
blijkt uit de nota van aanbieding en het verslag van
de begrotingscommissies. Vanuit deze gedachte heb
ik deze beide stukken gelezen en ik moet tot mijn
spijt zeggen dat ik maar nauwelijks tekenen van een
dergelijk beleid kan herkennen. Enkele voorbeelden:
Ik constateer dat de integratie van kleuter- en basis
onderwijs in de nota van aanbieding wordt genoemd.
Op mijn vraag, gesteld in de commissie, naar de maat
regelen om tot deze beoogde integratie te komen,
geeft het college geen concreet antwoord. De school
begeleidingsdienst wordt daarbij naar mijn mening
een beetje als kapstok gebruikt. Overigens ben ik
blij met het antwoord van het college dat het in de
bedoeling ligt dat de regionalisatie van de schoolad
viesdienst per 1 augustus 1976 eindelijk een feit zal
zijn.
Hetzelfde constateer ik bij het punt van de ouder
participatie. Ook daaraan wordt, naar onze mening,
door het college te weinig concreet inhoud gegeven.
Een andere zaak in dit verband is de lagere en kleu
terschool in Overhees. Deze komt veel te laat klaar
naar de mening van onze fractie. Daarbij zien wij het
trieste verschijnsel dat er vier richtingen onder één
dak zullen worden gehuisvest, maar dat van een sa
menwerkingsschool van alle betrokken richtingen
geen sprake is.
Wat de eventueel te stichten school voor kinderen
met leer- en opvoedingsmoeilijkheden betreft meen
ik, dat de discussie wel erg veel tijd vergt zonder dat
397