In het verslag van de begrotingscommissies (antwoord 64) stelt het college dat er raad zal worden gevraagd aan de schoolartsendienst Baarn en omstreken en aan het hoofdenconvent. Ik hoop dat de adviezen reeds binnen zijn en dat deze adviezen afwijzend zullen zijn. Tevens merkt het college in zijn antwoord op dat er is gevraagd om alternatieven. Ik meen dat er legio alter natieven zijn te bedenken die gezonder (en waar schijnlijk ook goedkoper) zijn dan melk, vooral wan neer wij afstappen van het subsidiëren van voedings middelen op scholen. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik kan niet veel zeggen over de schoolmelkverstrekking; ik meen dat er eerder sprake is van een volksgezondheids- kwestie. De kosten van 1975 zijn hoger dan die van 1976, om dat er in 1975 kaarten moesten worden gedrukt. Dat is natuurlijk een weinig medisch aspect. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Op woensdag 17 de cember a.s. zal deze kwestie aan de orde worden ge steld in de commissie voor volksgezondheid. Op dat moment kan de heer Lange zelf over deze kwestie meepraten. De heer LANGE: U wacht intussen wel af wat de schoolartsendienst Baarn en omstreken zal advise ren? De VOORZITTER: Natuurlijk. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Uit het gestelde bij volgnummer_8.60.40 blijkt dat er in 1974 meer is uitgegeven dan er in 1976 wordt uitgetrok ken. Komt dat wel goed? De dienst 1974 vermeldt een bedrag van f. 2.174,40, terwijl voor 1976 een be drag van f. 2.000,- wordt geraamd. Moet bij de subsidie voor de kosten, verbonden aan het geven van godsdienstonderwijs niet een zekere in dexering worden toegepast? Er is nl. sprake van een bijdrage aan de kerken in de salarissen van de mensen die godsdienstvorming op de openbare scholen geven. Ik acht het catechisatie-onderwijs op de openbare scholen - mede met het oog op de bevordering van het openbaar onderwijs - van zeer grote betekenis. Door het catechisatie-onderwijs kunnen ouders die mis schien bezwaren hebben tegen een openbare school zonder godsdienstonderwijs, voor het openbaar onder wijs worden gewonnen. Ik verzoek het college enige aandacht te schenken aan dit punt. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het eens met de heer De Wilde dat deze subsidiëring bepaalde belangen dient. Het subsidiebedrag is verhoogd voor 1976, omdat in gevolge de nieuwe verordening ook humanistische vorming kan worden gegeven. Daarom was verhoging van het subsidiebedrag noodzakelijk. De heer DE WILDE: Maar het bedrag is lager dan in 1974. Dat is mijn probleem. Wethouder EBBERS: Weliswaar is de rekening 1974 nog niet helemaal klaar, maar wij kunnen wel reeds zien wat wij voor deze post hebben uitgegeven. Aan de hand van de uitgave in 1974 is de post voor 1976 geraamd. De heer DE WILDE: Ik verzoek het college om te be zien of dat subsidiebedrag niet regelmatig moet wor den opgetrokken. De VOORZITTER: Wij kunnen bekijken of het no dig is het normbedrag te verhogen. Hoofdstuk VIII, onderwijs, cultuur en recreatie, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk VII, Eigendommen, niet voor de open bare dienst bestemd. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Bij de beoordeling van de uitgaven voor de in standhouding en het onderhoud van ons gemeentelijk bosbezit blijkt dat voor 1976 een bedrag van f. 166.000,- is begroot. Dit bedrag is, gezien de opper vlakte van het bosbezit, gering te noemen, te meer, indien wij beseffen dat 15% van het bedrag is geraamd voor recreatieve voorzieningen (onderhoud borden, het ledigen van papierbakken etc.), terwijl 25% van het bedrag is bestemd voor de post algemene kosten (waarin de beheerskosten en een deel van de salarissen van het personeel van de Heidemij zijn begrepen).Er blijft dus in wezen slechts f. 100.000,- over voor het wezenlijke bosonderhoud en herbeplantingen. Het zou van weinig begrip getuigen wanneer men zou ver onderstellen dat voor dit bedrag een optimaal bosbe heer kan worden uitgevoerd. Wij zullen in de komen de jaren dan ook duidelijk tot een verbetering moe ten komen. Zoals bekend heeft het gemeentebestuur in de jaren zestig het bosbeheer en het onderhoud op contractba sis opgedragen aan de Heidemij. Het contract is tot nu toe steeds verlengd. Naast genoemd onderhoud worden er nogal wat an dere werkzaamheden verricht door de plantsoenen dienst c.q. gemeentewerken. Deze werkzaamheden hebben hoofdzakelijk betrekking op de in onze bos sen uitgezette wandelroutes, ruiterpaarden en de trim baan. Een aantal werkzaamheden wordt derhalve door derden uitgevoerd, terwijl andere werkzaamhe den worden uitgevoerd door gemeentelijke diensten. Het was dan ook logisch dat in de boscommissie de vraag naar voren kwam of het niet wenselijk was het gehele bosbeheer integraal door de gemeente te laten uitvoeren. Het bosbeheer zou dan kunnen worden on dergebracht bij de plantsoenendienst of de dienst ge meentewerken, waardoor wellicht tot een beter alge meen beheer kan worden gekomen. Vorenbedoelde gedachte is naar voren gekomen zon der te willen veronderstellen, dat de door de Heide mij uitgevoerde werkzaamheden kwalitatief onvol doende zijn. Wij verwachten echter dat door die inte gratie een kwantitatieve verbetering mogelijk is. In de eerstvolgende vergadering van de boscommissie zal mijn fractie voorstellen te streven naar het in eigen beheer nemen van ons bosbezit; zo mogelijk zullen wij een advies aan het college doen toekomen. Zoals reeds gezegd is het voor 1976 begrote bedrag gering, vooral wanneer wij beseffen dat er dringend moet worden gewerkt aan de bestrijding van de vogel kers (wanneer deze bestrijding achterwege blijft zal verdringing van de normale beplanting het gevolg kunnen zijn), aan een verbetering van de fiets- en wandelpaden (deze paden zijn in een redelijk slechte staat) en aan het indammen van de zandverstuivingen bij de Lange Duinen. De fractie verzoekt het college dan ook om in 1976 extra kredieten ter goedkeuring aan de raad voor te leggen, waardoor genoemde werk zaamheden kunnen worden uitgevoerd; hetzij in eigen beheer, hetzij door derden. In verband hiermede zien wij met belangstelling uit naar het door het college in antwoord 10 toegezegde advies van de directeur van gemeentewerken. 405

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 406