k Durft u dat te voorspellen? Voor de gehele verkeers afwikkeling in de toekomst is het van uitermate groot belang, dat de Dalweg wordt doorgetrokken- De VOORZITTER: Het college staat te springen om te kunnen beginnen, maar het is nog niet duidelijk hoe de schadevergoeding zal kunnen worden geregeld. Over de wijze waarop de beëindiging zal plaatsvinden willen wij toch nog graag eerst even confereren. Wethouder HOEKSTRA: Wij willen in ieder geval klaar zijn en daarom komen de tekeningen binnenkort aan de orde. Mevrouw de voorzitter. Met betrekking tot de voetgan- gersoversteek in rijksweg 223 hebben wij in de commissie openbare werken beloofd een onderzoek te zullen in stellen naar de werkelijke kosten Deze zaak is bij rijks waterstaat aangekaart. Wij moeten van rijkswaterstaat toestemming hebben om die oversteek over de rijks weg aan te leggen en bovendien willen wij van rijkswa terstaat weten hoe hoog de kosten precies zijn. Wij hebben een afspraak gemaakt om met de busonder neming en de rijksverkeersinspectie te spreken over het openbaar vervoer in Soesterberg. Daarover is vroeger al eens zonder resultaat gesproken. Rijksweg 28 zou een afrit krijgen en de bus zou dan over de Kampweg kun nen rijden. Die afrit komt er echter niet. Tijdens een nieuw gesprek zal worden bekeken wat de mogelijkhe den zijn. Voor de planning van de scholenbouw moet de heer Van den Brakel bij mijn collega Plomp zijn, maar wan neer de heer Van den Brakel op de aanbesteding doelt... De heer VAN DEN BRAKEL: Ik heb het oog op de to tale gemeenschapsvoorzieningen. Ik meen dat er een prioriteitenlijstje moet worden opgesteld dat aangeeft welke gemeenschapsvoorzieningen wij in de toekomst nodig hebben. Dan is het misschien mogelijk om in een vroeger stadium over die voorzieningen te spreken. Met die scholen hebben wij het meegemaakt, dat wij feite lijk geen tijd meer hebben om de zaak uit de doeken te doen, waardoor het niet mogelijk is alle consequenties te overzien. Wij kunnen ons, wanneer dergelijke zaken eerder bekend zijn, misschien in een eerder stadium met zulke zaken bezighouden. De VOORZITTER: Ik meen dat uit de inventarisatie en alle modellen met betrekking tot het ontwikkelings plan reeds een indruk kan worden verkregen van wat er onder andere aan de orde moet komen ten aanzien van de secundaire voorzieningen, wanneer wij een voorkeurs model voor de ontwikkeling van Soest hebben vastge steld. Er zal worden uitgegaan van een bepaalde bevol kingsprognose; met behulp van ons vierkantsysteem zal dan kunnen worden vastgesteld hoeveel kinderen er in een bepaald jaar zullen zijn. Dat heeft tot gevolg dat bij de planning van een nieuwe woonwijk meteen kan worden bekeken of in die nieuwe wijk een school nodig is of dat de kinderen voor wat het naar school gaan be treft in een andere wijk kunnen worden opgevangen. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter. De lozingsverordening is klaar; zij is het college gepasseerd. Deze verordening zal nu naar de juridische commissie gaan. Ik weet niet precies wat de heer Van den Brakel heeft gezegd over de stacaravans. De heer VAN DEN BRAKEL: Wij juichen het van harte toe, dat het college met een voorstel zal komen om voor schriften vast te stellen inzake de bouw van recreatie verblijven. De VOORZITTER: Wij moeten aan die verordening nog beginnen, maar wij zijn wel voornemens om die verordening in de loop van 1976 aan te bieden. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! In het verslag van de begrotingscommissies wordt in vraag 90 gesproken over de stank in het zandgat te Soesterberg. Het college antwoordt geen enkele bevoegdheid hierom trent te bezitten, zodat de gemeente niets kan doen. De stank is echter enorm en ik heb zelfs de indruk, dat die stank de laatste tijd weer toeneemt. Is het niet raadzaam om de inspectie voor de volksge zondheid te verzoeken ter plaatse een kijkje te gaan ne men? Ook zou het waterleidingbedrijf kunnen worden verzocht ter plaatse te gaan kijken, want het grondwater komt in contact met de viezigheid die daar boven komt drijven. De VOORZITTER: Wij hebben dit probleem juist dins dag j.1. in het college besproken. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben besloten om, wanneer de gemeente Zeist niet vlug reageert, de inspectie voor de volksgezondheid in te schakelen. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Het heeft mij verbaasd dat vraag 90 op zo'n laconieke wijze door het college is afgedaan. Destijds is de ontgrondingsvergunning in de raad bespro ken, Met verve is toen door het college naar voren ge bracht, dat alles in het werk zou worden gesteld om in die vergunning zodanige bepalingen in te bouwen, dat het storten van grof huisvuil onmiddellijk zou worden gevolgd door het afdekken van het vuil. Dat is een fabel, want er komt in de praktijk totaal niets van terecht. Ik heb het twijfelachtige genoegen om 150 m van dat zand gat af te wonen. Ongeveer vier weken geleden hebben wij met alle ramen dicht moeten slapen, want de stank was ondraaglijk. Ik meen dat er wat moet worden gedaan. Wij zullen het gemeentebestuur van Zeist op deze situatie moeten attenderen... De VOORZITTER: Dat doen wij ook. De heer VERHEUS: Wij kunnen ook gedeputeerde staten op de situatie attenderen, want dit college heeft de vergunning afgegeven. Dit college heeft in overleg met de desbetreffende exploitant ook de bepalingen vastgesteld. Het staat echter als een paal boven water, dat er niet de hand wordt gehouden aan die bepalingen. Er wordt sinds jaren gesproken over een omlegging van het openbaar vervoer in Soesterberg. Gezegd is dat het maken van een lus één ton zou kosten (er is zelfs over drie ton gesproken). De busonderneming heeft de juist heid van het benodigde bedrag echter nooit hard gemaakt door het op papier te zetten. De raad heeft nog nooit een brief gezien waarin één van beide bedragen wordt bevestigd. Ik vind het dan ook minimaal noodzakelijk, dat de cijfers van die omlegging zwart op wit worden ge zet. Het lijkt mij een absurde zaak dat een vervoerson derneming voor een omleiding van 200 m een bedrag van f. 100.000,-- a f. 300.000,- in rekening meent te moeten brengen. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Toendertijd is gezegd dat deze omleiding één bus extra zou kosten; vandaar dat hogere bedrag. Ik meen zonder meer te kunnen toezeggen, dat die cijfers op papier zullen komen; zij zullen ter inzage worden gelegd in de raadsportefeuille. 409

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 410