Wordt de waarborg waarover in vraag en antwoord 53 wordt gesproken, eventueel met rente terugbetaald? De VOORZITTER: Ik hoorde fluisteren, dat dezelfde soort zaken ook reeds aan de orde is geweest bij de behandeling van het woningbedrijf, maar de door de heer Van den Brakel ter sprake gebrachte punten passen ook in dit hoofdstuk. De zaken van het woningbedrijf en de paragraaf volkshuisvesting lopen natuurlijk een klein beetje door elkaar heen. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! In de nota van aanbieding staan de bestemmingsplannen opgesomd waartegen Kroonberoep aanhangig is gemaakt. Hoe staat het met het Kroonberoep tegen het plan Soester- eng-Weg over de Eng? Hoe stellen burgemeester en wet houders zich de behandeling van dit beroep in de Raad van State voor? Wordt het plan verdedigd, terwijl vast staat dat het zo nooit zal worden uitgevoerd Waarom loopt het Kroonberoep tegen het plan Kerkebuurt zo lang? Het loopt namelijk sinds 1968. Wat zijn hier de knelpunten? Met betrekking tot het bestemmings plan industrieterrein Soesterberg vragen wij ons af of niet een zodanig beleid moet worden gevoerd, dat niet op een beslissing van de Kroon wordt vooruitgelopen. Met andere woorden: Wordt de woonbuurt daar wel zo goed mogelijk in stand gehouden? In het antwoord op de vraag welke bestemmingsplannen zijn opgeschort in afwachting van het ontwikkelingsplan noemt het col lege onder meer de plannen 't Hart en Soesterberg-Kom. Deze gebieden lijken ons weinig met de totstandkoming van het ontwikkelingsplan te maken te hebben. Waarom is de voorbereiding van deze plannen opgeschort? Op het antwoord op vraag 19 (wanneer is aanpassing van de zgn. verouderde bestemmingsplannen te verwach ten? blijkt ons, dat een en ander wel erg lang gaat du ren. Oordeelt het college de in uitzicht gestelde periode niet te lang? Welke moeilijkheden kunnen hierdoor ontstaan? Het standpunt dat het college maandag j.1. ten aanzien van Ons Belang heeft ingenomen juichen wij toe. Ook wij menen dat in de gegeven omstandigheden nieuwbouw de beste oplossing blijkt. Het lijkt ons verstandig, wanneer het college tracht in het gesprek met de bewonerscom missie de bewoners voor deze gedachte te winnen. Wat de Molenstraat betreft menen wij dat bij plannen voor nieuwbouw niet uitsluitend aan dezelfde plek moet worden gedacht. Deze kwestie moet in een breder verband worden gezien, echter wel in dezelfde omge ving waar de huidige bebouwing staat. In mijn laatste opmerking wil ik nog kort iets over de inspraak zeggen. Maandag j.1. is gesteld, dat een van de indrukken van de „praatavond" op 26 november j.1. was, dat iedereen het eens was over de te volgen proce dure. Ik was die avond ook aanwezig en mijn indruk was toch wat anders. Mijn indruk was meer, dat men de door het college naar voren gebrachte procedure bij gebrek aan beter accepteerde dan dat men het ermee eens was. In dit verband wil ik dan ook nogmaals de zor gen onderstrepen die onze fractie heeft met betrekking tot het beleid op dit punt. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Sinds gisteren ben ik de heer Visser nog een antwoord schuldig en ik wil thans van de gelegenheid gebruik ma ken om hem te antwoorden. Hij heeft zich afgevraagd wat het C.D.A. doet voor de woonwagenbewoners. Tijdens de algemene beschouwin gen heb ik reeds ruimschoots aandacht besteed aan de problematiek van de buitenlandse werknemers, terwijl ik aangaande de woonwagenbewoners heb gezegd, dat dat ook medemensen zijn en dat wij verplicht zijn te zorgen voor een goede huisvesting van deze mensen en dat wij voor hun huisvesting medeverantwoordelijk zijn. Tijdens de algemene beschouwingen heb ik gezegd, dat de Grote Melmweg volgens mijn fractie nauwelijks aan vaardbaar is voor de vestiging van een woonwagenkamp. Wij vinden dat er in onze gemeente een bepaald beleid moet worden gevoerd. Het terrein aan de Grote Melm weg heeft als bestemming kleine bedrijven. Wij zijn jaren bezig geweest om een terrein aan te wijzen met die be stemming en nu menen wij, dat daarvan niet moet wor den afgeweken. Ook de woonwagenbewoners hebben recht op privacy. Het Het terrein aan de Grote Melmweg is gelegen langs de vrij hoog gelegen spoorlijn Baarn-Utrecht. Vanuit de trein zal men bovenop de woonwagens kijken en dat is voor die mensen niet prettig. De Grote Melmweg is ook een vrij drukke recreatieweg. De weg is vrij smal. Voorkomen moet worden dat de Grote Melmweg wordt geblokkeerd. Heel belangrijk is ook wat de woonwagenbewoners zelf van deze zaak vinden. Zij hebben graag de beschikking over veel ruimte, zodat zij ruimte hebben om te „knut selen". Wij dienen er dan ook voor te zorgen, dat deze mensen voldoende ruimte toegewezen krijgen. Ik meen ook dat de omgeving duidelijk in beschouwing moet worden genomen. Ik zou dat niet hebben gezegd, wanneer ik niet was benaderd door een bepaalde grote groepering en door verschillende buurtbewoners. De heer DE WILDE: Weet de heer Van Poppelen ook wat dan wel moet? De heer VAN POPPELEN: Ik was een antwoord schul dig op een door de heer Visser gestelde vraag. Die vraag heb ik nu beantwoord. De oplossing van deze zaak moeten wij maar eens be spreken in de commissie ruimtelijke ordening; nu ga ik op dit punt niet verder in. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Er is bij de algemene beschouwingen al veel gesproken over de ruimtelijke ordening. Mijn fractie heeft zich toen be perkt tot de algemene financiële beschouwingen. Ik vraag nu, op het gevaar af dat er herhalingen zullen op treden, aandacht van onze zijde voor de ruimtelijke or dening. Bij de structurering van de inspraakprocedures in beleids voorbereiding door het college moet mijns inziens wor den gewaakt voor een al te letterlijke interpretatie van het gezegde „vox populi, vox Dei". De hoogste wijsheid komt niet altijd aan het licht door de grootste gemene deler te nemen van een aantal persoonlijke oordelen die overwegend noch door onfeilbaarheid, noch door deskundigheid worden gekenmerkt. Afgezien van het mogelijke gevaar dat het beleid door inspraak inboet aan slagvaardigheid, vrees ik dat inspraak alleen dan ge rechtvaardigd is, wanneer de inspraak stoelt op bekend heid met alle facetten van planning en voorbereiding die mede bepalend zijn geweest voor de vorm van het concept-beleidsvoorstel zoals het uiteindelijk ter toet sing wordt gepresenteerd. Consequent voortredenerend blijft als enige zinvolle vorm van inspraak over een frequentie toetsing met de meningen uit de burgerij van een gefaseerde opbouw van de planning. Kleine, overzichtelijke en afgeronde moot jes informatie dienen dan na behandeling in de commis sies op begrijpelijke wijze te worden aangeboden. Korte

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 413