voorlichting door de schoolartsendienst. De commissie heeft een brief gezonden aan de schoolartsendienst. Wij zullen moeten afwachten wat er wordt geantwoord, maar ik heb er een zeer zwaar hoofd in. Een werkgroep heeft in 1974 met betrekking tot de districtsgezondheidsdienst een rapport gestuurd naar het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Eemland. Het dagelijks bestuur van het samenwerkings orgaan is er tot nu toe niet in geslaagd het rapport zelfs maar op de agenda van het algemeen bestuur te plaatsen. Misschien kunnen wij via u, mevrouw de voorzitter, nog eens druk uitoefenen op het dagelijks bestuur van Eemland, opdat eindelijk ernst wordt ge maakt met de behandeling van dat rapport. Vanzelfspre kend is ons college een warm voorstander van een d.g.d.; wij zullen alle steun verlenen aan het in het leven roepen van die dienst. Mevrouw Van Gelder, die onder meer heeft gepleit voor een integratie van de eerste-lijnstaken, zij eraan herin nerd, dat er op 16 december a.s. een vergadering is van de commissie volksgezondheid. Voor deze vergadering staat de door mevrouw Van Gelder bedoelde problema tiek als eerste punt op de agenda. Het medisch centrum in Soesterberg is een particulier initiatief waarbij verschillende groeperingen - onder andere een van de huisartsen - zijn betrokken. Wanneer er van die kant geen behoefte bestaat aan verdere expe rimenten, kunnen wij wel heel vriendelijk om experi menten vragen, maar wij kunnen geen vuist maken ten einde te bereiken dat daar straks iets van de grond komt. Misschien kan mevrouw Van Gelder daarvoor mogelijk heden aandragen in de volgende vergadering van de commissie maatschappelijk werk. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Er is inder daad sprake van particulier initiatief en het is mogelijk dat wordt uitgesproken, dat er bij die werkgroep geen behoefte is aan verdere experimenten. Ik heb gevraagd of mijn suggestie van vorig jaar is meegegeven aan de werkgroep, maar ik had, gelet op het feit dat er sprake is van een particulier initiatief, moeten vragen of mijn suggestie is doorgegeven aan die werkgroep. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Uw suggestie is in ieder geval ter sprake geweest. Wanneer de werkgroep die suggestie niet wil oppikken, zie ik verder geen mogelijkheid voor het college om een zekere dwang uit te oefenen. Mevrouw de voorzitter. Met de heer Lange menen wij dat de medische opvang van onze rijksgenoten een zeer droeve zaak was, maar het heeft in ieder geval niet aan het college van Soest gelegen dat de zaken niet voldoen de van de grond zijn gekomen. Iedere keer zijn onze plannen in Den Haag vastgelopen, waardoor adequate oplossingen achterwege zijn gebleven. Inmiddels heeft er een vergadering plaatsgevonden waaraan is deelge- nomendoor een kinderarts, de gemeentelijke artsen van Baarn en Soest, een afvaardiging van de colleges van Baarn en Soest, de directeuren van de sociale dienst en de huidige huisarts van het Witte Huis. Dit gezelschap heeft geprobeerd om in ieder geval een minimumeisen programma van de grond te krijgen. Het is de bedoeling dat de gemeenten Baarn en Soest dit programma zeer binnenkort met het ministerie van C.R.M. doorspreken. Meer kunnen wij niet doen, tenzij wij zelf proberen een aantal medische voorzieningen van de grond te krijgen. Dat zal echter veel geld kosten, terwijl het ook niet on ze zaak is. De heer LANGE: Ik heb geen kritiek willen leveren; ik heb slechts willen signaleren het onvermogen van een goede opvang. Ik weet dat de wethouder bij de centrale instanties de deur heeft platgelopen over deze zaak. Er is gezegd dat men al blij was dat de mensen een dak bo ven het hoofd hadden; men is nog niet toegekomen aan het denken over een geneeskundige opvang en een bege leiding. Ik geloof dat wij, wanneer de grootste golf in derdaad voorbij is en wanneer er van de repatriëring ook niet veel terechtkomt (dat is best mogelijk), de grootste zorgen achter de rug hebben Ik geloof dat het verstan dig is, dat er contact wordt onderhouden met het staatstoezicht, wanneer een programma van eisen wordt opgesteld. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN BERG: In ieder geval is deze zaak volgende week weer onderwerp van gesprek. Mevrouw de voorzitter. Wij kunnen geen enkele dwang op tandartsen uitoefenen. Er zijn ons klachten van ziekenfondspatiënten ter ore gekomen die niet door de tandartsen als patiënt worden aangenomen. Er zijn echter ook ziekenfondspatiënten die, nadat zij een tand arts hadden gevonden, van het ziekenfonds de mede deling kregen, dat dit fonds niet akkoord ging, omdat de tandarts reeds een volle praktijk had. Overleg blijft geboden. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Is er naar aanleiding van de klachten over de tandartsen al eens geprobeerd om contact met de tandartsen zelf op te ne men? Ik weet dat het voor tandartsen vaak een ondoen lijke zaak is om patiënten in de praktijk op te nemen. Er zijn ook tandartsen die zeggen aan een x aantal patiënten genoeg te hebben; zij hebben geen tijd en geen zin om meer te werken. Het komt heel vaak voor dat patiënten die blijk hebben gegeven absoluut geen enkele aandacht te willen schen ken aan het onderhoud van hun gebit, worden verwij derd uit de praktijk. Ik ken een aantal gevallen waarbij dit is gebeurd. Wanneer die mensen gaan klagen, is er niets meer aan te doen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouwde voorzitter! Ook ik meen dat het aanbeveling verdient met de betrokkenen rond de tafel te gaan zitten om het probleem door te spreken. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik weet niet of er reeds in een eerder stadium contact met de tandartsen is geweest... De VOORZITTER: In het verleden niet. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN BERG: ...maar op 16 december is er ook een tandarts aanwezig en dan zullen wij ook deze kwestie kunnen be spreken. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat er nog geen antwoord is ge geven op de opmerking van de heer Lange, dat vrouwen zijn uitgesloten van deelname aan het onderzoek van de longen. Ik heb gehoord dat dat niet alleen een kwestie van mankracht zou zijn. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN BERG: Een tekort aan mankracht is het enige argument dat ons is gegeven. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Moet ik uit de tekst bij volgnummer 4,12 concluderen dat de scho len in Hoogland (thans gemeente Amersfoort) nog wor den gecontroleerd door de schoolartsendienst? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- 417

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 418