BERG: Dat staat er gewoon fout: Hoogland hoort er niet meer bij. Hoofdstuk IV, volksgezondheid, wordt zonder hoofde lijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk III, Openbare veiligheid. Politie. De heer SMIT: Mevrouw de voorzitter! Onze fractie is, gezien in het licht van de personeelssterkte en de omvang van het gebied dat het korps gemeentepolitie onder zijn toezicht heeft (niet alleen doorsneden door twee belangrijke verkeersaders, maar ook samengesteld uit een aantal woonkernen) tevreden over de inzet van de gemeentepolitie. De financiële middelen die de politie ter beschikking staan dienen binnen het kader van de mogelijkheden een zo optimaal mogelijk functioneren van deze tak van dienst te waarborgen, bij voorkeur met de door het rijk beschikbaar gestelde doeluitkering, waarbij primaire taak stelling dient te zijn het waarborgen van de veiligheid en de rechtszekerheid van de burger. Dat dit laatste niet altijd kan worden bereikt ligt onzes inziens niet aan de inzet van de korpsleden, maar heeft onzes inziens diepere oorzaken. Deze liggen met name in de mentaliteitsver andering in onze samenleving. De mentaliteit neemt, waar het orde en regel betreft, helaas nog steeds toe in negatieve zin. Wij tillen zwaar aan het instituut van de wijkagent. De mededeling van het college ter zake in de nota van aan bieding wordt door onze fractie betreurd. Ten behoeve van dit instituut werd voor de aanschaf van portofoons al eens een extra krediet verleend, terwijl nu blijkt, dat het instituut van de wijkagent niet eens bestaat; misschien alleen op papier. Gelet op de ervaringen elders menen wij te mogen constateren, dat de aanwezigheid van de wijkagent: a, een gunstige en preventieve invloed kan hebben; b. ertoe kan leiden, dat vernielingen etc. in een wijk drastisch worden beperkt. Klaarwater, Smitsveen, Overhees en 't Hart zouden bij uitstek wijken zijn waar een wijkagent in een dringende behoefte kan voorzien. Zeker in Soesterberg zou een dergelijke vertrouwensfiguur behoren te functioneren; de wijkagent zal daar dan ook met voorrang moeten worden aangesteld. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter' Ik sluit mij aan bij hetgeen de heer Smit heeft gezegd over de wijkagent. Ook wij hebben waardering voor hetgeen de politie binnen de gemeente doet. Het instituut van de wijkagent staat thans op een laag pitje, terwijl vorig jaar werd aangekondigd, dat dit in stituut steeds meer vorm kreeg. Er komt nu echter van het instituut van de wijkagent helemaal niets terecht. Een oplossing van de personeelsbezetting van de politie kan wellicht worden bereikt door aanstelling van zoge naamde hulpagenten. Ik verwacht dat het college deze suggestie in overweging wil nemen. Veel kleine en in feite niets zeggende ergernissen (bijvoorbeeld betrek king hebbend op kinderspeelplaatsen en het dwars door plantsoenen heen wandelen) zouden in een rustig ge sprek met de hulpagent van de wijk kunnen worden behandeld. De politie is gewoon te duur om zich met dergelijke zaken bezig te houden. Zal de stafauto een Mercedes worden die alleen voor de politiestaf of voor burgemeester en wethouders beschik baar zal zijn? Ik heb vernomen dat de auto desgewenst - en indien mogelijk - voor raadsleden ter beschikking zou staan. Kan worden toegezegd dat ook raadsleden bij uitzondering van de stafauto gebruik kunnen maken? De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Als er over de politie wordt gesproken, gebeurt dit bijna altijd in het kader van handhaving van recht en orde, van mis daadonderdrukking en tegen de achtergrond van al dan niet vermeende stijging van de criminaliteit. Veel belang rijker vinden wij progressieven de hulp aan mensen die in sociale nood verkeren. Vooral oudere politiemensen staan hun medeburgers veelvuldig ter zijde in noodsitu aties. Ik refereer hierbij aan een interview met de heer Snijder onder de kop „Je moet de burger in zijn waarde laten". De jonge politieman heeft bij dit taakonderdeel weinig houvast aan wetsartikelen. Ook de opleiding en werving is vrij eenzijdig. In het politieblad „Politie-perspectieven" kwam ik maar weinig artikelen tegen over de rayonagent. Het Groningse experiment en een reactie van de Rotterdamse commissaris sprongen er wel uit. Het aantal opleidingsuren dat aan persoonlijke vorming wordt besteed, staat in schril contrast tot het aantal lesuren voor de zuiver vaktechnische vorming. Adver tenties waarin het gaat over het spannende politiewerk en het mannenwerk (er wordt meteen gesproken over een bepaalde lichaamslengte en liefst niet brildragend) zullen niet die sollicitanten trekken, die voor de hulp verlenende taak nodig zijn. Verbaliserend optreden is meetbaar. Je kunt al doende als jonge politieman aan je chef tonen dat je goed werkt. Waarom zou je je druk maken om een hulpvragende in een crisissituatie met wie je misschien wel een uur moet praten, terwijl hiervan niets of nauwelijks iets op papier komt. Ouderen die weinig uitzicht meer hebben op pro motiekansen en een grote mate van levenservaring heb ben, uiten zich in dat vak makkelijker als mens dan als wetshandhavende ambtenaar. Wat Soest betreft voel ik mij genomen. Altijd heb ik ge dacht dat het instituut wijkagent in oprichting was. De burgemeester heeft tijdens de begrotingsbehandeling ronduit toegegeven, dat de wijkagent in Soest niet be staat. De VOORZITTER: Waar hebt u die opmerking gehoord? De heer VISSER: Bij hét begrotingsonderzoek. Mevrouw de voorzitter. Ondanks alle beloften dus van de vorige korpschef, De autosurveillance - het doelloos rondrijden van twee a drie auto's overdag - is iets waar door burgers en politiemensen vreemden voor elkaar blijven. De agent moet meer op straat worden gezet, spreekuur houden, een vertrouwde figuur worden bij burenruzies, inlichtingen verstrekken, kleine diefstallen behandelen, geluidshinder en overlast constateren en klachten aanhoren. De agent moet altijd bereikbaar zijn, visitekaartjes uitdelend en alles weten van huisvesting, sociale wetgeving, stadsontwikkeling, hondenbelasting, bouw- en woningtoezicht, voortdurend in contact staan met een info-centrum via zijn motorola. Meer oom, min der agent. De heer STORIMANS: Is dat niet sinterklaas? De heer VISSER: Hetgeen ik naar voren breng kan men de laatste tijd in elk vakblad lezen. Mevrouw de voorzitter. Ik wil ook niet meer pleiten voor een geüniformeerde wijkagent, maar voor een als burger geklede rayonagent. Per 1 november dit jaar is in Den Haag het aantal rayon agenten uitgebreid tot 28. Hoofd van de speciale sectie ondersteuning sociale politietaken, de heer Koops, meent

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 419