:bben was )alin- de Als iemand ons kan uitleggen dat er voor de exploi tanten duidelijk grotere voordelen zijn wanneer wij besluiten tot inpassing door middel van een conserve rende bestemming, laten wij ons graag overtuigen. Maar die voordelen zien wij niet en daarom geven wij de voorkeur aan het overgangsrecht. Het is duidelijk niet onze bedoeling om door niet aan de desbetreffen de bezwaarschriften tegemoet te komen de mogelijk heid van de uitoefening van het bedrijf zoals het op het ogenblik is tegen te gaan. Als je kampeerterreinen inpast door middel van een conserverende bestem ming, zou die mogelijkheid praktisch hetzelfde blij ven. Het handhaven op grond van het overgangsrecht betekent overigens wel, dat er geen mogelijkheden zijn om de kampeermiddelen uit te breiden, zodat het niet helemaal tegemoet komt aan het amendement van de V.V.D.-fractie. De heer DE WILDE: Waarom zei u straks, dat u de kampeerterreinen eigenlijk een vreemd element in het landschap vindt? De VOORZITTER: Ik heb toen speciaal het oog ge had op de huidige verspreide ligging. De kampeerter reinen achter de Korte Duinen liggen in een bijzon der kwetsbaar, mooi gebied. De commissie ruimtelij ke ordening en andere commissies hebben ons ge machtigd om te trachten bepaalde gebiedjes die daar in de buurt liggen, aan te kopen. Dat is eigenlijk ge beurd met het doel om dat gebied zo veilig mogelijk te stellen. Daar past dit eigenlijk in. Dames en heren. Wij vinden duidelijk dat de uitvoe ringsmaatregelen waarvan naar ik meen de heer De Wilde vindt dat ze bij het bestemmingsplan Landelijk Gebied horen, niet bij dit bestemmingsplan behoren. Het bestemmingsplan legt de bestemmingen vast en wat je daarna ter uitvoering van die bestemmingen doet is onzes inziens een andere zaak. Zo is bijvoor beeld het voeren van een actieve grondpolitiek een uitvoering die je niet in het bestemmingsplan kunt re gelen. Ik ben het wel eens met de stelling dat wij ge weldig goed op onze natuur moeten passen en dat wij bijvoorbeeld ten aanzien van ons bosonderhoud be paalde beslissingen moeten nemen. Vandaar dat de boscommissie voor een aantal zaken bijzonder belang rijk is. Wij hebben ook al afgesproken, dat wij in de eerstvolgende boscommissievergadering een aantal zaken aan de orde moeten stellen. Ik moet overigens eerlijkheidshalve zeggen, dat wij mede op verzoek van sommige leden van de boscommissie deze commissie even een beetje hebben stilgezet, omdat de leden van deze commissie het met zaken als die welke hier van avond aan de orde zijn, al zo geweldig druk hadden. De heer DE WILDE: Ik ging in op de opmerking in het plan zelf waarin staat, dat er initiatieven moeten worden bevorderd om de kwaliteitstoename van het landelijk gebied te bevorderen. Ik zou willen zeggen: Als het nu niet kan, kan het misschien een opgave zijn voor het college samen met de boscommissie, zo als u dat nu zegt. De VOORZITTER: Ja, duidelijk, maar dat vind ik een uitvoering van een bestemmingsplan. De heer DE WILDE: Dan is het mij ook wel, maar het moet wel gebeuren. De VOORZITTER: Ja, dat zeg ik ook duidelijk. Het moet inderdaad gebeuren. Als je bepaalde bestemmin gen hebt, moet je er ook voor zorgen dat ze zo goed mogelijk verwerkelijkt worden. Als wij ergens de be stemming bosgebied leggen, moeten wij ook duidelijk proberen om dat gebied op een bepaalde manier zo mooi mogelijk te doen zijn. En dan ben ik het hele maal eens met de opmerking over de vogelkers die toch wel een beetje meer mag worden bestreden. Maar wij hebben ook altijd te maken met wat wij financieel kunnen en wat haalbaar is in onze bossen. Ik meen dat wij bij de begrotingsbehandeling zelfs hebben ge zegd, dat wij het fijn zouden vinden wat meer heide te hebben. Maar ik dacht dat als wij geen kans zien om de overwoekering die er is, er meteen uit te pluk ken of om schapen te gaan houden, onze heideveld- jes er niet zo goed uit zouden komen. De hoogspanningsleiding is duidelijk op de kaart aan gegeven, omdat er bij bouw een bepaalde afstand ten opzichte van de leiding in acht moet worden geno men. Dergelijke leidingen moeten op de kaart worden aangegeven ingevolge een voorschrift van het Be sluit Ruimtelijke Ordening. Ten aanzien van de vraag waarom de Langeindse Ma ten niet de bestemming agrarische doeleinden C, doch de bestemming agrarische doeleinden B hebben gekregen De heer VAN POPPELEN: Mag ik daar straks op te rugkomen, mevrouw de voorzitter? De VOORZITTER: Goed, dan laat ik deze vraag nu even liggen. Dames en heren. Met betrekking tot zijn opmerking dat er ten aanzien van beslissingen van burgemeester en wethouders gelukkig altijd nog beroep op de ge meenteraad mogelijk is, moet ik de heer Van Poppe- len teleurstellen. Als burgemeester en wethouders in dit geval gebruik zouden maken van hun wijzigings bevoegdheid of vrijstellingsbevoegdheid, is een derge lijk beroep nl. niet mogelijk. Daar komen gedeputeer de staten aan te pas en als wij het niet met gedepu teerde staten eens zijn, kunnen wij in beroep gaan. De gemeenteraad komt er formeel niet aan te pas, in spraak van de gemeenteraad is in dit geval helaas niet toegestaan, maar wij hebben afgesproken dat de raad er via de commissie ruimtelijke ordening wel altijd bij zal worden betrokken. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Visser dat onze kaarten niet deugen en dat een bepaald quadrant niet overeenkomt met iets anders, wijs ik erop, dat op pag. 8 van deel III netjes de percelen zijn aangegeven en op de eerste bladzijde alleen maar een aanduiding in vierkantjes is weergegeven. Ieder weekend wordt duidelijk dat heel veel mensen het Soesterhoogt een geweldig fijne recreatieplaats vinden. Het is er tegenwoordig op de zondagen ge weldig vol. Ik ben het er wel met de heer Visser over eens, dat het nog veel rustieker zou kunnen zijn dan het op het ogenblik is, maar het gekke is dat de sfeer zoals die daar momenteel is, velen aantrekt. Er staan daar, hoewel dat verboden is, ook velen in de berm geparkeerd om naar het starten en landen van de straaljagers te kijken. Al met al is het Soesterhoogt een succes, waar het dan ook door komt. Ik vind dat als de mensen daar genoegen aan beleven, de heer Vis ser niet moet proberen hun dat genoegen te ontne men. De heer VISSER: Maar dat geldt dan toch ook voor de verblijfsrecreatie. Als u zegt dat de verblijfsree! ea- tiemogelijkheden maar moeten verdwijnen, omdat anders onze nazaten zich later zullen afvragen hoe wij de verspreid gelegen kampeerterreintjes hebben 59

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 60