het systeem al gekozen, De keuze van het systeem staat in de planning veel verder naar achteren. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter Ik ben het eens met hetgeen wethouder Ebbers heeft gezegd over de vrije meningsuiting en de in dat kader gekozen beheersvorm, maar er is vooral ook sprake van een kwestie van techniek. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik steun het voorstel van de heer Van Poppelen om thans alleen een krediet te voteren en om akkoord te gaan met ad 1 De overige punten kunnen tijdens een andere raads vergadering worden behandeld, De VOORZITTER: Dames en heren! Ik meen dat de heer Van Poppelen een juist voorstel heeft gedaan. Ik heb begrepen dat de in het voorstel genoemde punten een soort adstructie zijn van de gehele toestand; ik heb die punten niet als afzonderlijke voorstellen ge zien Ik heb begrepen dat thans voorligt een voorstel om in principe te besluiten tot de aanleg van een centra le antenne-inrichting en een voorstel tot het verlenen van een krediet voor een bepaald doel, De punten zijn vermeld ter adstructie van hetgeen nog moet gebeuren. Ik verzoek de raad om akkoord te gaan met het voor stel tot de aanleg van een centrale antenne-inrichting. Is de raad bereid een bedrag van f. 10.000,— te vote renDe raad behoeft dan niets te besluiten met be trekking tot de overige punten, want deze zullen wor den terugverwezen naar de commissies. De heer OLDENBOOM: Ik heb nog een vraag gesteld. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Met nadruk pleiten wij er in het voorstel voor om het be heer onder te brengen bij het gemeentelijk gasbedrijf, omdat er sprake is van een voorziening van openbaar nut. Ook ten tijde van de centrale financiering is steeds gebleken dat de nutsbedrijven nooit financie ringsproblemen hebben gehad Ik ben dan ook niet bevreesd voor de door de heer Stam verwachte moei lijkheden, te meer niet, omdat wij al een aanzet heb ben gemaakt Wij hebben immers in Overhees al een aanzet voor een centraal antennesysteem. De financie ringsmiddelen zullen mijns inziens dan ook geen moeilijkheden opleveren. Het te voteren bedrag is niet alleen bestemd om de kosten van het meten te dekken, maar ook voor de in te stellen enquete. De heer STAM: Is er met betrekking tot de enquete contact geweest met de woningbouwverenigingen? Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Er is geen contact geweest met de woningbouwverenigin gen. Het enquêteformulier is niet tevens aanvraagformulier. Het is de bedoeling om een pure enquete te houden. Uit de enquete zal moeten blijken hoe groot de belang stelling voor een centrale antenne-inrichting zal zijn. De heer VAN AALST: Twijfelt het college nog aan die belangstelling na de brief van de heer Engelse, verzoe ken van bewonerscommissies etc. Wethouder EBBERS: Ik twijfel nergens aan, maar wij moeten met het oog op de financieringsmogelijkheid een bepaalde aansluitingsdichtheid hebben. Ik geloof niet dat de raad tot de aanleg van een centrale antenne- inrichting zal besluiten, wanneer er op 12.500 wonin gen 5000 liefhebbers zijn, Wij hebben die enquete no dig om te constateren hoe groot de daadwerkelijke be langstelling is. De VOORZITTER: Ik geef thans alleen nog het woord aan de heren Visser en Oldenboom, De heer VAN AALST: Ik wil even interrumperen De heer VISSER: Het begint, mevrouw de voorzitter, een beetje chaotisch te worden, maar ik heb begrepen dat de tekst van de enquete ook eerst in de commis sies zal worden besproken en dat ook de wijkraad zal kunnen meepraten in de commissies. Hoe zal het mee praten van de wijkraad worden geregeld? De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! On der ad 7 stelt het college: „Voor het uitwerken van een totaalplan is het hoogst noodzakelijk dat bekend is vanaf welke plaats in de gemeente de kabels vertrekken. Die plaats moet zoda nig worden gekozen, dat de ontvangst van de signalen zo optimaal mogelijk is. Hiervoor dienen metingen te worden verricht. De kosten daarvan worden geraamd op een bedrag dat ligt tussen f. 5.000,- en f. 10.000,-. Wanneer de raad hiermede akkoord gaat, mag dat be drag niet worden besteed voor het houden van een en quete. De raad voteert dan immers een krediet voor het meten. Ik heb geen bezwaar tegen het houden van een enquete en ik heb ook geen bezwaar tegen meten, maar ik vrees dat de zaken verkeerd lopen, wanneer de enquete wordt betaald uit het te voteren bedrag. De VOORZITTER: Dat betekent dat de formulering van ad 7 iets anders moet luiden. Het bedrag is nodig voor het meten en het enqueteren. Wethouder EBBERS: Die formulering zal inderdaad moeten worden aangepast, want dan hebben wij in ieder geval de financiën om een enquete te houden. De VOORZITTER: In overleg met de wijkraad zelf zal worden vastgesteld op welke wijze en in welke fre quentie de wijkraad zal worden betrokken bij de be sprekingen in de commissies. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De voorzitter stelt hierna aan de orde van de ingeko men stukken: f. Brief d.d. 28 mei 1975 van de heer P.F.W. Engelse, Plasweg 38 te Soest, namens vele bewoners in Soest (-Zuid), waarin verzocht wordt een tijdstip aan te ge ven waarop kan worden overgegaan tot aansluiting van de woning op een centrale antenne-inrichting. Besloten wordt overeenkpms.tig de ter inzage gelegde ontwerp-brief te antwoorden. Voorstel tot aankoop van grond, gelegen aan/nabij de: a. Zandlaan van de Erven mevrouw M. de Jong-v.d. Bremer. De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Bij de behandeling van dit voorstel in de commissie ruimte lijke ordening heb ik gevraagd de argumenten te noe men die een aankoop als de onderhavige motiveren. In het besluitenlijstje van de commissievergadering heb ik de argumenten kunnen lezen. Mij is gebleken dat de in de commissie gegeven motivering veel uitge breider is dan in het raadsvoorstel staat. Waarom is het raadsvoorstel zo beknopt gehouden? De VOORZITTER: Dames en heren! Ik kan mij voorstellen dat een tijdens een commissievergadering gegeven motivering wel eens wat langer is dan de mo tivering die in een raadsvoorstel wordt vermeld. In het voorstel merkt het college op: 10 10

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 11