Wat de bomen betreft, heb ik met collega Hoekstra
afgesproken dat hij contact zou opnemen met de
plantsoenendienst teneinde na te gaan of de bomen
onder toezicht zouden kunnen worden weggehaald,
waarvoor dan wellicht een advertentie zou kunnen
worden gezet.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
Wat de toegangsweg betreft, wijs ik erop dat de door
de heer Verheus genoemde bocht geen rol speelt. Er
is ruimte genoeg om de weg rechtdoor naar beneden
te laten lopen.
De heer VERHEUS: Neen, ik bedoel niet een bocht
in het toegangspad, maar de bocht in onder andere de
Christiaan Huygenslaan.
Wethouder HOEKSTRA: Dat wordt natuurlijk alle
maal nog uitvoerig bezien.
Wat de bomen betreft, kan ik zeggen dat ik daarover
juist vandaag een gesprek heb gehad. Het is thans een
moeilijke tijd om bomen te verpoten. Het hangt dus
af van het tijdstip waarop met de werkzaamheden
moet worden begonnen of verpoten enige zin kan
hebben, maar wij doen alle moeite om de Soesterber-
gers dit voordeeltje te bezorgen. Wij hopen dat het
zal lukken en dat de bomen allemaal weer mooi zullen
gaan bloeien en groeien.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil toch
nog even terugkomen op het feit dat in bepaalde geval
len de dienst gemeentewerken als architectenbureau op
treedt. Ik meen niet dat de dienst gemeentewerken der
gelijke opdrachten moet accepteren. Kan de wethou
der aangeven waar de scheidslijn ligt? Wanneer vindt
de wethouder het noodzakelijk om een architectenbu
reau in te schakelen?
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het is
voor mij moeilijk om te antwoorden op de vraag waar
precies de scheidslijnen liggen. De sportstichting is
echter een gemeentelijke stichting en heeft nu „zaken
gedaan" met de dienst gemeentewerken.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Dit
soort zaken beginnen altijd met besprekingen in de
trant van: Soesterberg moet nodig eens deze accommo
datie hebben. Er wordt dan vervolgens eens een schets
je gemaakt en nagegaan wordt waar die accommodatie
tot stand zou kunnen komen. Vervolgens moest veel
overleg worden gepleegd met de gemeente Zeist, om
dat het hier grondgebied van die gemeente betreft. Op
die manier is dit gegroeid. Als er niet zoveel bespre
kingen behoeven te worden gevoerd, dus als er een
veld ligt waarop zonder meer een kleedgebouw kan
komen, is het op zichzelf niet nodig dat de dienst ge
meentewerken de tekening maakt.
De heer LANGE: Ik wijs erop dat er bijvoorbeeld in
Soesterberg ook besprekingen gaande zijn voor een
gezondheidscentrum ter plaatse. Bovendien zijn er be
sprekingen gaande over een welzijnscentrum, waarin
de gemeente ook participeert en waarbij wél een ar
chitectenbureau is ingeschakeld. Wanneer wordt nu
wel en wanneer wordt niet een architectenbureau in
geschakeld? Het is toch niet de taak van de dienst ge
meentewerken om te gaan ontwerpen?
De VOORZITTER: Dat is wel vaker gebeurd, maar ik
constateer dat ook mevrouw Van Stiphout hierover
nog iets wil zeggen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Ik wijs de heer Lange erop dat er voor het
medisch centrum in Soesterberg een particuliere ar
chitect is aangetrokken.
De VOORZITTER: Ik meen dat burgemeester en wet
houders zich hierover nog eens moeten bezinnen. Op
zichzelf is er geen bezwaar tegen wanneer de dienst
gemeentewerken eens een ontwerp maakt, maar ik heb
volledig begrip voor het pleidooi van de heer Lange om
particuliere architecten in te schakelen. Dat lijkt mij
zeker een goede zaak.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
153 Voorstel betreffende een nieuwe gemeenschappelijke
regeling voor het Gewest Eemland.
Mevrouw KORTHUIS- ELION: Mevrouw de voor
zitter! Het is voor de fractie een teleurstelling dat de
regeling voor het gewest Eemland zo zwak blijft. Er
zijn enige verbeteringen, zoals rechtspersoonlijkheid die
het gewest nu krijgt, maar die verbeteringen mogen
toch nauwelijks naam hebben.
In het overleg is overigens nog de mogelijkheid naar
voren gekomen om de gemeenschappelijke regeling op
te heffen. Dat kan nl. met een twee-derde meerderheid
gebeuren, terwijl wijziging van de gemeenschappelijke
regeling unanieme instemming moet hebben. Wanneer
er toch weer bezwaren van gemeenten mochten ko
men tegen deze nieuwe gemeenschappelijke regeling,
pleiten wij ervoor dat de gemeente Soest probeert,
een twee-derde meerderheid te verkrijgen voor ophef
fing, waarna vervolgens een nieuwe gemeenschappelij
ke regeling kan worden aangegaan op de nu voorge
stelde wijze.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook in on
ze fractie leeft teleurstelling over deze nieuwe rege
ling die bijzonder mager is uitgevallen. Ik sluit mij dan
ook aan bij het pleidooi van mevrouw Korthuis en
bind u op het hart de zaak niet verder te laten uithol
len dan nu al is gebeurd.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Zoudt u eens uw visie kunnen geven wat u verwacht
van het gewest Eemland?
De heer GOOTE: Dat lijkt mij een hamvraag!
De VOORZITTER: Laat ik mij eerst maar uitspre
ken over de iets eenvoudiger zaken die aan de orde
zijn gesteld door mevrouw Korthuis en de heer Goo-
te. Ook het college van burgemeester en wethouders
is teleurgesteld over de nu voorliggende nieuwe ge
meenschappelijke regeling en heeft daar ook al eer
der uitdrukking aan gegeven. De leden die in het sa
menwerkingsorgaan zitting hebben, hebben ook al
enkele keren naar voren gebracht dat zij een sterkere
regeling wilden. Het concept van de nieuwe regeling
dat de vorige raad in 1974 heeft besproken, was iets
sterker, maar een aantal gemeenteraden heeft dit con
cept in eerste lezing niet willen aanvaarden. Het da
gelijks bestuur van het samenwerkingsorgaan is ver
volgens aan het „sleutelen geslagen" en heeft net zo
lang water in de wijn gedaan totdat de wijn lichtroze
gekleurd was. De enige verbetering die er nu komt, is
dat het samenwerkingsorgaan rechtspersoonlijkheid
krijgt.
Daarnaast heeft men nu een aantal hoofdstukken
van een concept-structuurschets van het gewest Eem
land ontvangen. Wanneer die schets wordt aangeno
men door de verschillende gemeenteraden en vervol
gens wordt vastgesteld door de gewestraad, zal deze
schets een richtlijn worden waarvan men alleen ge
motiveerd mag afwijken.
Duidelijk is hieruit al dat wij in Eemland maar een