De VOORZITTER: Dames en heren! Wij gaan met
deze brief aan de Koningjn natuurlijk geen verslagen
van commissievergaderingen meesturen. De heer Vis
ser moet goed bedenken dat het hier gaat om een be
roepschrift tegen het onthouden van goedkeuring
door gedeputeerde staten aan bepaalde delen van het
bestemmingsplan Landelijk Gebied, waarin wij aan de
Kroon vragen om alsnog ook ons gemeentelijk kam
peerterrein planologisch aan te merken als kampeer
terrein, in plaats van als natuurgebied waar al een
aantal jaren een kampeerterrein gevestigd is dat er dus
op overgangsrecht zou mogen blijven staan. Of het ge
meentelijk kampeerterrein zal blijven bestaan, zal ver
der van de raad afhangen. De raad heeft een aantal ja
ren geleden besloten dat dit kampeerterrein per okto
ber 1979 zal moeten verdwijnen, maar wanneer bij
de raad het gevoelen bestaat dat dit toch niet moet ge
beuren, zal de raad het indertijd genomen besluit
moeten intrekken en een nieuw besluit moeten ne
men.
Op zichzelf heeft dit alles echter niets te maken met
de brief die wij aan de Koningin zenden.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Inder
daad moeten wij de beide door u genoemde zaken
strikt scheiden. Verder heb ik hier niets meer aan toe
te voegen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heer Visser krijgt op zijn verzoek aantekening in
de notulen dat hij zich met de genomen beslissing
niet heeft verenigd.
165 Afscheid van de heer A.H.F. Smit.
De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zullen van
avond afscheid moeten nemen van de heer Smit.
Enige maanden geleden hebt u, mijnheer Smit, mij een
mededeling gedaan die mij bijzonder heeft gespeten,
nl. dat het werk dat u thans verricht, te veel is gewor
den en dat u heeft besloten om het raadslidmaatschap,
dat u zes jaar lang met zoveel enthousiasme en zoveel
inzet hebt uitgeoefend, te beëindigen. U hebt daarbij
gekozen voor een datum na de zomervakantie, aan het
begin van het nieuwe seizoen. Zeker was daarbij een
overweging dat ook u graag de 23ste juni wilde mee
maken, want u bent altijd bijzonder sterk betrokken
geweest bij het wel en wee van de totstandkoming
van een centrum in Soest.
U hebt echter ook nog heel andere zaken in de raad
gedaan. U bent trouwens nu nog raadslid; dat blijft u
totdat uw opvolger is beëdigd en wij weten dan ook
dat u na de rondrit die de raad op 8 september a.s. zal
maken, nog met uw zuster in ons midden kunt zijn.
Daardoor kunnen wij op een wat meer informele ma
nier nog eens tegen elkaar spreken.
U bent lid geweest - en u bent dat nog - van de finan
ciële commissie, de onderwijscommissie, de politie-
commissie en de commissie woonruimtebeleid. Te
vens bent u voorzitter van de adviescommissie voor
middenstands- en consumentenaangelegenheden. U
bent lid geweest van het stichtingsbestuur van de
openbare leeszaal en u hebt zitting gehad, in de vorige
raadsperiode, in de commissie voor de bijstandverle
ning. Zelf hebt u eens gezegd dat dit een bijzonder fij
ne commissie was, omdat u daarmee nauw in contact
kwam met de noden in de gemeente.
U bent niet alleen in Soest bekend omdat u een aantal
jaren gemeenteraadslid bent geweest, maar ook nog
om heel andere zaken. U hebt zich altijd bijzonder se
rieus bewogen in de sfeer van het middenstandswe
zen. Vroeger bent u al penningmeester geweest van
een aparte sigarenwinkeliersvereniging. Ik heb mij
laten vertellen dat deze winkeliers geen lid konden
worden van de gewone middenstandsvereniging, om
dat de overige middenstanders konden werken met
bonnen, prijzen en allerlei andere attracties, terwijl
het sigarenwinkeliers alleen was toegestaan om hun
klanten een doosje lucifers of een kartonnen pijpje te
geven voor een sigaar; verder mocht een sigarenwinke
lier niet gaan. Zodra deze bepaling was vervallen, bent
u onmiddellijk in breder verband actief geworden en
hebt u gefunctioneerd in de winkeliersvereniging voor
Soest.
Voor niemand in Soest is het een geheim hoe u altijd
in de weer bent geweest voor de winkeliersvereniging,
hoe u het initiatief hebt genomen voor de zogenaam
de Sowibeurs, waaruit gegroeid is de grootse Mani
festatie van 1974. Als ik mij niet vergis, wordt de Ma
nifestatie die in september a.s. wordt gehouden, nog
grootser en beter. Dat hebben wij allemaal aan de ini
tiatieven van de heer Smit te danken.
U hebt aan de wieg gestaan van „De Soester Onderne
mer". U was van mening dat de middenstand zich
niet afzonderlijk moest opstellen, maar dat midden
stand, ambacht en bedrijfsleven zich gezamenlijk
moesten opstellen. Het moet tot grote tevredenheid
hebben gestemd toen u dat had bereikt.
U hebt ook steeds gestreden voor de uniforme win
kelsluiting. Het moet een teleurstelling voor u zijn dat
die nog steeds niet tot stand is gekomen. Ook voor
huisvrouwen is het jammer dat men niet weet welke
winkel op welk tijdstip is gesloten; men stoot daar
door nogal eens de neus. Ik meen dat er nog steeds
naar gestreefd moet worden dat een uniforme winkel
sluiting tot stand komt.
U bent ook voorzitter van de stichting voor katho
liek voortgezet onderwijs. Samen hebben wij, twee
jaar geleden, in de sporthal op grootse wijze de heer
Hilhorst uitgeleide gedaan. Bijzonder droevig is het
dat wij zeer binnenkort op een heel andere manier
van de heer Hilhorst afscheid zullen moeten nemen.
U hebt toen gezegd dat u zoveel aan de heer Hilhorst
te danken hebt gehad, dat hij één van degenen is ge
weest die u altijd heeft gestimuleerd in uw hele leven
en uw levensopvatting. Samen met uw vader is hij de
gene geweest die tegen u heeft gezegd: Je moet net
doen alsof je helemaal geen handicap hebt. Ik meen
dat u een voorbeeld bent voor velen in Soest en in
ons land van hetgeen iemand bereiken kan, ook al
wordt hij gehinderd door iets waardoor andere men
sen zich bezwaard voelen.
U staat altijd op de bres voor hetgeen er zou kunnen
gebeuren ten behoeve van mensen met de een of an
dere handicap. U vindt het ook heel normaal om hier
over te spreken, waardoor ook wij tot de overtuiging
zijn gekomen dat het normaal is om ermee te leven.
Mede daardoor proberen wij bij nieuwe gebouwen en
dergelijke zaken steeds rekening ermee te houden dat
ook gehandicapten alles zo gemakkelijk mogelijk kun
nen bereiken.
Ik heb hiermee willen onderstrepen dames en heren,
dat wij vanavond afscheid nemen van iemand die in
al de jaren dat hij in de Soester gemeenschap heeft
gewoond, bijzonder veel gewerkt heeft. Als blijk van
161