De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit
mij aan bij de vraag van mevrouw Van Gelder. Toen
wij op 20 meijl, over dit wijkcentrum spraken en
daarvoor een aanloopkrediet beschikbaar stelden van
f. 30.000,-, hadden wij toen andere ideeën ovet het
centrum dan die, welke nu op tafel liggen? Sommrge
raadsleden doen alsof wij vanavond voor het eerst
over dit centrum praten, maar dat is natuurlijk niet
juist, Het gaat er vanavond om dat het aanloopkre
diet te weinig is gebleken en dat dit moet worden
verhoogd Men kan dan eerst nog een tussenstap doen
die ik in eerste termijn heb gesuggereerd, nl het zoda
nig verhogen van het aanloopkr ediet dat een schets-
plan kan worden gemaakt, maar men kan ook direct
overgaan tot het aanbestedtngsgereed maken van het
plan. Ik meen dat het te gemakkelijk is om enerzijds
te stellen dat volledig rnzicht in de ftnanciën nodrg is
en om anderzijds te stellen dat het niet interessant zou
zijn om over de cijfers te spreken, zoals de heer Vis
ser heeft betoogd; daarmee ben ik het geheel oneens
In ieder geval moet eerst duidelijk worden of wij op
dezelfde lijn zitten die ons in meijl. voor ogen stond.
Of is inmiddels het plan zodanig gaan uitdijen dat het
veel grotere vormen heeft aangenomen dan wij ons in
meijl. voor ogen hebben gesteld? Als dit niet het ge
val is, kunnen wij er anders tegenover staan dan wan
neer er sprake is van uitdijing van het plan. Op dat
punt zal ik graag een duidelijke uiteenzetting van de
kant van het college krijgen.
Op zichzelf ben ik het wel eens met hetgeen wordt
voorgesteld. Wat de bowlingbaan betreft, zijn mijn
levensopvattingen misschien niet modern genoeg,
maar verder gaat het om accommodatie die gericht is
op allerlei facetten van het menselijke bestaan en van
cultuurbeoefening. Ik meen dat in een wijk van
15 000 mensen een dergelijke voorziening geen luxe,
maar een noodzaak is. Wel vind ik het jammer dat op
het punt van de investeringen en op het punt van de
exploitatie niet zoveel gegevens voorhanden zijn
Enerzijds is er de vraag, welke investeringen moeten
worden verricht en op dat punt heeft de wethouder
tot nu toe alleen gesproken over bouwkosten; als het
om de stichtingskosten gaat, zullen wij waarschijnlijk
tot wat hogere bedragen komen dan nu zijn genoemd.
De subsidies zullen echter, naar ik aanneem, afgestemd
zijn op de bouwkosten. Het mrnisterie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk beperkt de subsidie
voor het dorpshuis - dat f 1 877 000, - zal kosten -
tot ongeveer f. 1.300.000,—, waarin dan ook de pro
vinciale en de gemeentelijke subsidie zijn begrepen In
teressant is de vraag welk percentage subsidie nog
kan worden verkregen uit een oogpunt van stimule
ring van de werkgelegenheid, Naarmate de investerin
gen méér door subsidies worden opgevangen, worden
de lasten die voortvloeien uit rente en aflossing natuur
lijk steeds geringer; die lasten kunnen dan gemakkelij
ker in de exploitatie worden opgenomen
Over blijft dan nog de rnvestering die men zelf moet
verrichten en waar men geen subsidie in krijgt Welk
bedrag zal nu voor rekening van de gemeente zelf ko
men, althans voor rekening van de stichting met,
naar ik aanneem, een garantstelling van de kant van
de gemeente op het punt van de investeringen? Welk
bedrag zal voorts de gemeente voor haar rekening moe
ten nemen terzake van subsidieverstrekking? Op zich
zelf vind ik dit gerechtvaardigde vragen en het zou
plezierig zijn geweest als hierover gegevens beschikbaar
waren geweest.
Mevrouw de voorzitter' Het subsidie van het ministe
rie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk lijkt
vast te staan Is nu een d.a c w -subsidie werkelijk niet
te krrjgen op basis van een globale benadering, zoals
een schetsplan? Het is eigenlijk onredelijk dat een in
stantie die overweegt om subsidie te geven, eerst eist
dat de gemeente daarin f. 181 000,- steekt en pas daar
na bereid is om een beslissing te nemen over subsidië
ring Wanneer de d.a c w eerst aangeeft hoeveel subsi
die zal worden gegeven en voorts als voorwaarde stelt
dat het plan spoedtg aanbestedingsgereed moet worden
gemaakt, is het alleen een kwestie van uitwerking van
het schetsplan Als de voorschriften van de d.a.c.w
zich daartegen verzetten, moeten wij naar mijn mening
in ieder geval verder gaan en moeten wij het bedrag
van f. 150 000,-- als aanvulling op het reeds in mei ver
strekte bedrag van f, 30 000,— voteren
De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! De heer
De Wilde heeft precies de kern van de zaak geraakt. In
dit verband wil ik een vergelijking trekken die, naar ik
hoop, door iedereen zal worden begrepen Wij willen
een auto hebben, maar wij kunnen een Rolls Royce
krijgen en wij weten dat wij een Rolls Royce niet kun
nen rijden als wij die eenmaal hebben, ook als wij die
Rolls Royce cadeau krijgen Wij moeten dan ook naar
mijn mening precies weten wat het bezit van deze luxe
ons als gemeenschap in totaliteit zal gaan kosten De
komende jaren zullen wij moeten woekeren met de
ruimte die wij hebben. Ik heb de indruk dat wij snel
in hoge kosten komen die wij niet meer kunnen op
brengen, Een exploitatie-opzet is dan ook eigenlijk
fundamenteel, voordat men kan beslissen Ik wil nu
wel meegaan met dit voorstel, maar vóórdat wij de
volgende stap zetten moeten wij wel precies weten
waar wij aan toe zijn
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik wijs erop dat men
pas exact de kosten kan toerekenen op het moment
dat men een besteksklaar plan heeft; pas dan weet
men wat de verschillende participanten aan investe
ringen moeten opbrengen Het zou natuurlijk een goe
de zaak zijn geweest als de exploitatie-opzet nu al op
tafel had gelegen, maar ik heb al gezegd dat de archi
tect niet op tijd zijn cijfers heeft kunnen leveren,
waardoor een en ander moest worden uitgesteld. Wij
wilden daarnaast de raad niet pas in oktober of no
vember confronteren met al gemaakte kosten, terwijl
de zaak al was ingestuurd om in aanmerking te komen
voor subsidies. Met het oog hierop hebben wij nu al
de zaak aan de raad voorgelegd
Inderdaad is er in mei/jum een bedrag van f, 7 miljoen
genoemd door de architect. Dat is echter teruggewe
zen naar de architect, want dat bedrag was eenvoudig
te hoog; de architect moest zich aan de richtprijzen
per vierkante meter van het ministerie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk houden, Oorspron
kelijk ging de architect uit van f. 1.500,- per vierkan
te meter, terwijl de norm van het ministerie maximaal
f 1.200,- per vierkante meter is
Het bedrag van f, 5 miljoen betreft de aanneemkos-
ten; wanneer men dat terugrekent, komt men op een
bedrag van f 4 miljoen aan stichtingskosten.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Enkomen er dan nog
grondkosten bij
De heer VAN LOGTENSTEIN: De grondkosten zijn
begrepen in het bedrag van f 1,200,- per vierkante
meter; dat is absoluut zeker,
174