komt die gaat noteren dat men alleen woont. Ik stel dan ook prijs op een behoorlijke aankondiging en op een legitimatie van de enqueteurs die zij ongevraagd tonen. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Me vrouw Van Gelder kan ik antwoorden dat het de bedoe ling is om zo snel mogelijk met dit onderzoek te star ten en dat wij naar verwachting in het komende voor jaar wat meer duidelijkheid terzake zullen hebben ge kregen. Het onderzoek is echter nogal uitgebreid en de zaak moet ook weer worden uitgewerkt, dus zekerheid hierover kan ik niet helemaal geven. Natuurlijk zullen de uitkomsten van dit onderzoek dan betrokken wor den bij de opstelling van de nieuwe plannen die wij hebben. Het ligt trouwens in de bedoeling om deze plannen alvast aan de orde te stellen in de ingestelde stuurgroep, opdat deze groep ook mee kan denken over de plannen. Mevrouw Greefhorst heeft gevraagd of al een onder zoek heeft plaats gevonden naar de huisvestingsmoge lijkheden van bejaarden. Ik moet hierop antwoorden dat mij dit niet bekend is; in ieder geval is het niet door de gemeente uitgevoerd. Wellicht weet de Fede ratieve Raad voor het Bejaardenwerk die ook partici peert in de stuurgroep, hier meer van en ik ben bereid om dit verder na te gaan. De steekproefgrootte onder de buitenlanders wordt bepaald op grond van een formule die in het onder zoeksmodel is vastgesteld. Het lijkt inderdaad wat krap, maar uitbreiding van de steekproef gaat natuur lijk onmiddellijk meer geld kosten en wij krijgen al leen vergoeding van het rijk voor zover het onder zoek conform de steekproef geschiedt. Ik zal echter nog eens in de stuurgroep aan de orde stellen of het wellicht nuttig is om dit onderzoek onder de buiten landers nog uit te breiden, hoewel ik wel vrees dat het nogal wat zal gaan kosten. Wat betreft de publiciteit, ben ik het geheel met me vrouw Oranje eens. Er kan in de voorlichtingskrant de nodige aandacht aan worden besteed en de nu aan wezige pers zal er zeker ook iets over willen schrijven. Natuurlijk moeten de enqueteurs zich voorts duide lijk legitimeren, opdat de mensen weten waar zij aan toe zijn. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! De Nationale Woning raad heeft medegedeeld dat hij voor het onderzoek maximaal ongeveer 15 weken nodig heeft en voor de rapportage ongeveer 8 weken. Zoals de zaken er thans voor staan in het overleg met het ministerie van volks huisvesting, ziet het ernaar uit dat - als er nog een klei ne wijziging in het voorstel wordt aangebracht - het voorstel binnen 14 dagen telefonisch kan worden goed gekeurd; een schriftelijke goedkeuring komt dan later Wat betreft het toegevoegde onderzoek naar de huis vestingssituatie van bejaarden is in de stuurgroep afge sproken, dat de vragenlijst in beginsel wordt opgesteld door het onderzoekbureau. Die lijst wordt toegezon den aan de commissie voor maatschappelijk werk in de eerste helft van de maand oktober, alsmede aan de commissie voor woonruimtebeleid en aan de Federatie ve Raad voor het Bejaardenwerk, Deze drie instanties kunnen dan opmerkingen maken over de vragenlijst en vervolgens worden die dan weer meegenomen door het onderzoekbureau. De enquêtelijsten voor het onderzoek onder de bui tenlandse werknemers zijn helemaal doorgenomen met de vertegenwoordiger van de werkgroep buitenlandse 180 werknemers in de stuurgroep. Daaruit is geresulteerd dat een blok van vier vragen wordt toegevoegd aan het on derzoek. Onderzoektechnisch is het noodzakelijk dat telkens een blok van vier vragen wordt toegevoegd; ik weet niet waarom dat noodzakelijk is, maar dat is ons verzekerd van deskundige zijde. Die toevoeging kost f. 2.200,-- en men heeft ons nu de verzekering gegeven dat de vraagstelling thans voldoende is, als er een goede begeleiding is, Daarin is voorzien doordat er bij de en- quete tolken worden gebruikt, waardoor de mensen in hun eigen landstaal worden toegesproken. Afgesproken is voorts met de werkgroep buitenlandse werknemers, dat zij verantwoordelijk zal zijn voor de voorbereiding van de enquete naar de buitenlandse werknemers toe, in overleg met de Nationale Woningraad die dan daar op zijn onderzoek kan toespitsen. De samenstelling van de stuurgroep is niet veranderd, maar wel moet ik zeggen dat wij ondanks herhaalde verzoeken - tot vijf keer toe - geen reactie hebben ge kregen van de vakbonden, op het C.N.V. na dat heeft bericht dat het geen vertegenwoordiger kan aanwijzen. Wij hebben toen maar zelf naar een mogelijkheid ge zocht en wij menen die gevonden te hebben in het personeelsoverleg van het Van Arkelinstituut dat nu per september een vertegenwoordiger heeft aangewe zen, alsmede in het personeelsoverleg in Zonnegloren dat nu ook een vertegenwoordiger zal aanwijzen. Bo vendien hebben wij nog gevraagd om een vertegen woordiging van de provinciale jeugdraad. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Zijn die er nu aan toegevoegd? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Neen, het was altijd al de bedoeling dat er een vertegenwoordiging van de provinciale jeugdraad zou komen. In oktober a.s. komt de stuurgroep weer bij elkaar en dan zullen de door mij genoemde vertegen woordigers gewoon aan het overleg kunnen deelne men. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 186 Voorstel tot herziening van het raadsbesluit d.d. 18 september 1975, afdeling I, nummer 8344, tot ver koop van een perceel grond aan de Noorderweg aan de Stichting Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs in de regio Baarn-Soest voor de bouw van een school voor voortgezet onderwijs. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wijs erop dat in het voorstel nog een aantal wijzigingen dienen te worden aangebracht die u thans worden uitgereikt. U zult zich afvragen waarom deze wijzigingen zo laat aan u worden voorgelegd, maar dat moet worden ge weten aan het overleg met het desbetreffende ministe rie dat bepaald niet eenvoudig is. Men vraagt zich wel eens af - de gemeente en het schoolbestuur zuchten daar gelijkelijk onder - of het ministerie niets anders te doen heeft dan telkens weer subtiele wijzigingen aan te brengen in voorgelegde concept-overeen komsten; men is ook buitengewoon bang om zich als hogere overheid iets te laten „gezeggen" door een la gere overheid. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik vind het jammer dat het ministerie het erop aan heeft laten komen dat nu pas de bewuste weg kan worden aangelegd, terwijl dit alles al veel eerder had kunnen worden opgelost. In eerste instantie waren wij niet zo positief gestemd inzake de bouw van deze

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 181