school, maar toen eenmaal besloten was om toch in te stemmen met de bouw van deze school, kwam er nog een lijdensweg in het overleg met het rijk, het geen bijzonder te betreuren valt. Voorts betreur ik het dat het rijk met behulp van be paalde dreigementen grondprijzen uit de bus weet te slepen die aan een normale burger nooit kunnen wor den toegestaan. Wij zitten echter in een dwangpositie, omdat anders de nieuwe school van het scholenplan wordt verwijderd. Het rijk heeft dus een goede stok achter de deur om de gemeente naar zijn hand te zet ten, Hetzelfde geldt voor de regels die wij altijd bij koopcontracten stellen en waar goede redenen aan ten grondslag liggen; die moeten nu ineens worden veranderd voor dit speciale contract Wellicht kan eens bij de V.N.G worden geïnfor meerd of in andere gemeenten ook dergelijke situa ties zich voordoen. Wanneer dit het geval is, zou de V.N.G. toch eens moeten proberen hierin verbetering te brengen namens de gezamenlijke gemeenten. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik zal graag aantekening krijgen dat ik tegen dit voorstel heb gestemd. Ik heb ook tegen het besluit van 18 sep tember 1975 gestemd om de grond te verkopen, om dat ik van mening ben dat op die bewuste plaats geen school gebouwd dient te worden. In artikel 2 wordt gesproken over „al dan niet met toepassing van artikel 19". Wat betekent dat nu? Is dat wél met toepassing van artikel 19, of niet? De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitterDe nu in artikel 5 aangebrachte wijziging kan ik wel begrij pen; ik heb daar indertijd zelf voor gepleit en ik meen ook dat het rijk redelijkerwijze mocht vragen om dit te laten vervallen. Wat is echter de mogehjk diepzin nige - achtergrond van de wijziging in artikel 6? Kunt u daar een nadere toelichting op geven? De VOORZITTER; Mevrouw Korthuis heeft opge merkt, dat het leven met het ministerie wel moeilijk is en heeft gevraagd om dit punt eens bij de V.N.G. aan de orde te stellen. Ik meen dat het een goede zaak is om hierop door middel van de V.N.G. de aan dacht te vestigen, want wanneer men volgens normaal koopmansgebruik bepaalde voorwaarden stelt bij een koopovereenkomst en er een bepaalde koper is die meent altijd iets meer te mogen en iets anders te mo gen dan een normaal mens, wordt dat nogal hinderlijk, Wij nemen dus graag de suggestie van mevrouw Kort huis over. De heer DE WILDE: Nu, het antwoord daarop is wel duidelijk. De een of andere bewindsman zal dan ant woorden dat de gemeente helemaal niet verplicht is om hiertoe over te gaan Het betoog is dat gemeenten door het ministerie van onderwijs worden gedwongen om voorwaarden te accepteren die de gemeenten niet willen. Wanneer de gemeenten zich daarover gaan be klagen, zal de minister van volkshuisvesting en ruim telijke ordening zeggen dat de gemeenten vrij zijn op dit punt. Er is helemaal geen samenspel tussen de mi nister van onderwijs en de minister van volkshuisves ting. Wanneer men echter als gemeente zijn vrijheid neemt en de voorwaarden van het ministerie van on derwijs afwijst, komt er helemaal geen school. Mevrouw KORTHUIS ELION: Juist, dat is het punt. De heer DE WILDE: Inderdaad Ik ben ook ervoor om dit punt bij de V.N G aan de orde te stellen en ik wil best optimistisch blijven, tegen beter weten in, maar ik verwacht er niets van Iets dergelijks heeft zich trouwens juist afgespeeld, want uit het blad van de V.N.G. blijkt dat een ge meente zich al beklaagd heeft over het feit dat de mi nister van onderwijs geen enkele ruimte laat aan een welstandstoezicht vanuit de gemeente. De minister van volkshuisvesting heeft daarop geantwoord dat de gemeente zich daarvan niets behoeft aan te trekken. Dat het gevolg daarvan is dat er helemaal geen school komt, wordt er niet bij verteld, maar het is wel een feit. De VOORZITTER: De heer Visser heeft nog een vraag gesteld over artikel 2. Welnu, ik moet hierop antwoorden dat de woorden van artikel 2 niets an ders betekenen dan er staat. Als er een bestemmings plan is dat onherroepelijk is en waarin de school past, hoeft geen toepassing te worden gegeven aan artikel 19 Als echter moet worden geanticipeerd op het onherroepelijk worden van een plan, moet wél toepassing worden gegeven aan artikel 19 en moeten de kooppenningen ook betaald worden. Wat artikel 6 betreft, was eerst opgenomen dat de ge meente zich verplicht bij de akte van eigendomsover dracht mede te werken aan de vestiging van een erf dienstbaarheid, Daarop heb ik al gedoeld toen ik stel de dat een hogere overheid niet afhankelijk wil zijn van de medewerking van een lagere overheid. Daarom hebben wij nu in artikel 6 moeten opnemen dat de ge meente zich verplicht tot het vestigen van erfdienst baarheid, zonder de term „mede te werken". Wij wer den wel wat moe van dit soort wijzigingen, maar het belang van een spoedige totstandkoming weegt hier bij nu eenmaal veel zwaarder. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen De heer Visser krijgt op zijn verzoek aantekening in de notulen dat hij zich met de genomen beslissing niet heeft verenigd. 187 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een toegangspad naar het terrein van het Griftlandcollege aan de Noorderweg. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Is dit voor stel niet voorbarig, nu de bouwvergunning nog niet is verleend? In het voorstel staat ook dat de betreffende bescheiden voor de raadsleden bij de stukken ter inza ge liggen, maar die bescheiden heb ik gemist. Ik heb al leen een velletje papier met wat cijfers gezien. De VOORZITTER: Ja, dat zijn de bescheiden ook, samen met de begrotingswijziging Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, De heer Visser krijgt op zijn verzoek aantekening in de notulen dat hij zich met de genomen beslissing niet heeft verenigd, 188 Voorstel tot het nemen van een beslissing op een door de heer G. Pothoven ingesteld beroep tegen de weige ring van een bouwvergunning. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit ter! Als lid van de beroepschriftencommissie onder schrijf ik natuurlijk in de eerste plaats het standpunt, ingenomen door het college. Formeel is dat standpunt geheel juist, want volgens het bestemmingsplan is er geen mogelijkheid om aan het verzoek van de heer Pothoven te voldoen, mede naar aanleiding van de daar reeds aanwezige bijgebouwen welke de limiet reeds overschrijden Desondanks wil ik op het college en de raad een be-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 182